–
De ringspleet tussen binnenbuis en buitenbuis moet
geopend blijven.
7.
Laat de mortel uitharden.
8.
Monteer de wandrozet (4) van buiten.
9.
Bevestig de leidinghouder.
–
Afstand tussen leidinghouders: ≤ 2 m
7.4.7
Instelbereik leidinghouder
Het instelbereik van de leidinghouder reikt van ca. 50 mm tot
ca. 90 mm.
7.4.8
Rookgascomponenten van het
buitenwandsysteem in elkaar steken
6
1
5
1
Luchtklem
0020148348_02 VLT/VGA-systeem Montagehandleiding
Systemen ⌀ 160 mm en ⌀ 200 mm monteren 7
43-81
(51-89)
2
4
4
3
2
Buitenwandelement
3
Buitenwandelement
4
Spanschroeven
1.
Monteer de rookgasleidingen en het eindstuk en evt. de
revisieopening en de afbuigingen.
–
Afstand van de monding van het dakoppervlak:
≥ 1 m
–
Bij verticale montage zijn klemmen alleen bij ver-
plaatsingen of bij bijzondere mondingssituaties ver-
eist. Alleen het eindstuk is standaard van een klem
voorzien.
Aanwijzing
Het eindstuk is aan rookgaszijde in zware
kunststof uitgevoerd en hiermee ook tegen
UV-straling bestand.
2.
Draai alle wandbevestigingen vast.
3.
Hang telkens een klem (1) op het te verbinden compo-
nent.
4.
Leg de klem (1) over de beide buitenste ribben ((5) en
(6)).
5.
Draai de spanschroeven (4) vast.
–
Draaimoment: ≤ 1 Nm
7.4.9
Dakdoorvoer bij buitenwandleidingen
monteren
Voorwaarden: De VGA wordt door een dakoverstek geleid.
3
1
Dakdoorvoering
2
Schuine dakpan
▶
Opdat er geen regenwater aan de buitenbuis naar bene-
den kan lopen, monteert u een dakdoorvoer.
1.
Plaats voor de lengteaanpassing de dakdoorvoer (1)
op de schuine dakpan (2) of de plakplaat voor een plat
dak.
2.
Teken de snijkant aan het aan te passen component
(verlengstuk of dakdoorvoer) af.
3.
Voor de lengteaanpassing van de rookgasleiding tus-
sen dakdoorvoer en het andere deel kunt u een ver-
lengstuk verkorten of de dakdoorvoer maximaal 20 cm
verkorten, zie hfdst. Verlengstuk inkorten (→ Pagina 30).
5
Rib
6
Rib
1
2
3
Bevestigingsklem
29