Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

1
2
3
4
5
6
7

Toetsen

Naald omhoog/omlaag met indicator (1)
Druk op deze toets om de naald omhoog of omlaag
te brengen. De instelling van de naaldstoppositie
wordt tegelijkertijd veranderd. De indicator brandt
wanneer naald omlaag is ingeschakeld.
Natuurlijk kunt u ook het voetpedaal gebruiken
om de naald omhoog of omlaag te brengen.
Steek opnieuw beginnen (2)
Als u stopt met naaien in het midden van de steek,
drukt u op 'steek opnieuw beginnen' om weer
vanaf het begin van de steek verder te naaien
zonder eventuele voorgaande speciale instellingen
opnieuw te hoeven uitvoeren.
Als u op de toets 'steek opnieuw beginnen' drukt
tijdens het naaien wordt de steek afgemaakt,
waarna de machine stopt.
Onmiddellijk afhechten (3)
Druk op de afhechttoets tijdens het naaien. Uw
machine naait dan enkele afhechtsteken en stopt
automatisch.
Hendel snelheidsregeling (4)
Met de snelheidsregelhendel kunt u de maximale
naaisnelheid instellen. Om de naaisnelheid te
verhogen schuift u de hendel naar rechts, om de
naaisnelheid te verlagen schuift u de hendel naar
links.
Start/stop (5)
Druk op deze toets om de naaimachine te starten
en te stoppen zonder het voetpedaal te gebruiken.
Druk eenmaal op de toets om te starten en
nogmaals om te stoppen.
22
9
8
10 11 12 13
14 15
Achteruit naaien (6) met indicator (7)
Druk voordat u begint te naaien op de toets als u
continue achteruit wilt naaien. De achteruitnaai-
indicator (7) gaat branden en de machine naait
achteruit totdat u opnieuw op de toets drukt.
Als u tijdens het naaien op de toets drukt, naait de
naaimachine achteruit zolang u de toets ingedrukt
houdt. De achteruitnaai-indicator gaat branden
wanneer de achteruitnaaitoets wordt ingedrukt.
Achteruit naaien wordt ook gebruikt bij het naaien
van handmatige knoopsgaten, geprogrammeerd
afhechten aan het einde en stopsteken.
Geprogrammeerd afhechten (6) met indicator (8)
De geprogrammeerde afhecht-indicator gaat
branden om aan te geven dat er één of meerdere
afhechtopties zijn geactiveerd. De indicator blijft
branden totdat de afhechtopties niet meer worden
gebruikt.
Steekbreedte of steekpositie (10)
Vergroot of verklein de steekbreedte met de
toetsen "+" en "-".
Gebruik voor rechte steken de toetsen "+" en "-" om
de steekpositie te veranderen.
Horizontaal spiegelen (11)
Hiermee kunt u steken en stekenreeksen
horizontaal spiegelen.
Verticaal spiegelen (12)
Hiermee kunt u steken en stekenreeksen verticaal
spiegelen.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave