3 Correctie van lensafwijking door optische eigenschappenN
Vervormingscorrectie
Omdat vervormingscorrectie wordt toegepast, gebruikt de camera een
kleiner beeldbereik dan door de zoeker te zien is. (De randen van de
opname zijn iets bijgesneden en het lijkt of de resolutie iets lager is.)
U kunt het effect van de vervormingscorrectie niet zien in de zoeker.
Tijdens het opnemen van movies wordt [Vervormingscorrectie] niet
weergegeven (correctie is niet mogelijk).
Vervormingscorrectie toepassen tijdens Live View-opnamen heeft enige
invloed op de beeldhoek.
Wanneer u de opname vergroot tijdens het maken van Live View-
opnamen, wordt geen vervormingscorrectie toegepast op de
weergegeven opname. Daarom kan bij vergroting van de randen van de
opname een deel van de opname worden weergegeven dat niet wordt
opgenomen.
Aan opnamen waarop vervormingscorrectie is toegepast, zijn geen
stofwisdata (pag. 452) toegevoegd. Ook worden de AF-punt(en) niet
weergegeven (pag. 397) voor weergave van opnamen.
202
Selecteer [Vervormingscorrectie].
1
Selecteer [Inschakelen].
2
Controleer of [Correctiegegevens
beschikbaar] wordt weergegeven
voor de gebruikte lens.
Selecteer [Inschakelen] en druk
vervolgens op <0>.
Maak de opname.
3
De beeld wordt opgenomen met
correctie voor vervorming.