Hoofdstuk 2
Papierinstellingen
Papierformaat
U kunt de volgende papierformaten
gebruiken voor het afdrukken van faxen: A4,
Letter, Legal of Folio.
Als u een ander papierformaat in de lade
plaatst, dient u ook de instelling van het
papierformaat te wijzigen zodat de machine
het document of een binnenkomende fax
passend op de pagina kan plaatsen.
U kunt de volgende papierformaten
gebruiken.
Voor het afdrukken van kopieën:
A4, Letter, Legal, Executive, A5, A5 L (Lange
zijde), A6 en Folio (215,9 mm × 330,2 mm)
Voor het afdrukken van faxen:
A4, Letter, Legal of Folio (215,9 mm ×
330,2 mm)
a
Druk op
.
b
(MFC-9330CDW en MFC-9340CDW)
Druk op Lade-instelling.
c
Druk op Papierformaat.
d
Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om A4, Letter, Legal, EXE,
A5, A5 L, A6 of Folio weer te geven,
en druk dan op de gewenste optie.
e
Druk op
.
32
OPMERKING
2
• Wanneer er geen geschikt formaat in de
lade zit, worden ontvangen faxen
opgeslagen in het geheugen van de
2
machine en verschijnt
Formaat onjuist op het
aanraakscherm (zie Fout- en
onderhoudsberichten uu pagina 122
voor meer informatie).
• Als er geen papier meer aanwezig is in de
lade en er zich ontvangen faxen bevinden
in het geheugen van de machine, wordt
Geen papier weergegeven op het
aanraakscherm. Plaats papier in de lege
lade.
Papiersoort
Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen,
stelt u de machine in voor het type papier dat
u gebruikt.
a
Druk op
b
(MFC-9330CDW en MFC-9340CDW)
Druk op Lade-instelling.
c
Druk op Papiersoort.
d
Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Dun, Normaal pap., Dik,
Dikker of Kringlooppapier weer te
geven, en druk op de gewenste optie.
e
Druk op
.
.
2