Onderhoudskaart
Eerste 5 uur
Olie verversen
•
Iedere 8 uur of dagelijks
Controleer het oliepeil
•
Iedere 50 uur of jaarlijks
Ververs de olie
•
Controleer uitlaat en --afscherming
•
Jaarlijks
Bougie Vervangen
•
Klepspeling controleren **
•
**
Niet nodig tenzij er prestatieproblemen van de motor optreden.
Carburateurafstelling
Verstel de carburateur nooit. De carburateur was op de fabriek ingesteld om onder de
meeste omstandigheden efficiënt te werken. Als er echter afstelling nodig is, raadpleeg
dan een geautoriseerde Briggs & Stratton dealer voor service.
OPGEPAST: De fabrikant van de machine waarop deze motor is geïnstalleerd
specificeert het maximum toerental waarop de motor gebruikt zal worden. Overtref dit
toerental NIET.
De bougie vervangen - Fig. 10
Controleer de afstand (A, Fig. 10) met een draadvoeler (B). Stel zonodig de afstand
opnieuw in en draai de bougie met het voorgeschreven aanhaalmoment vast. Zie voor
instellen van de afstand de Specificaties sectie.
Noot: In sommige gebieden schrijven plaatselijke wetten het gebruik voor van een
weerstandsbougie om ontstekingssignalen te onderdrukken. Indien deze motor origineel
was uitgerust met een weerstandsbougie, gebruik dan voor vervanging hetzelfde type
bougie.
Toegang tot de bougie verkrijgen - Fig. 11
Om toegang tot de bougie te krijgen, moet de sneeuwafscherming als volgt verwijderd
worden:
1. Verwijder de veiligheidssleutel (A). Houd de veiligheidssleutel buiten bereik van
kinderen. Zie Fig. 11.
2. Grijp de choke bedieningsknop (B) en trek omhoog om te verwijderen.
3. Verwijder de bevestigingsbouten (C, Fig. 12).
4. Verwijder voorzichtig het bovenste deel van de sneeuwafscherming (D). Ontkoppel
niet de primerslang (E) of de stopschakelaardraad (F).
5. De bougie (G) is nu toegankelijk.
6. Zorg er voordat de sneeuwafscherming wordt geïnstalleerd voor dat de primerslang
en de stopschakelaardraad zijn aangesloten.
7. Bevestig het bovenste deel van de sneeuwafscherming op de sneeuwafscherming
basis (H). Zorg ervoor dat de bovenkant in de basis valt. Vastzetten met de
bevestigingsbouten.
8. Lijn de sleuven in de chokebedieningsknop uit met de nokken op de choke-as (I) en
druk dan om te installeren naar beneden. Als de knop niet correct is geïnstalleerd,
zal de choke niet werken.
9. Installeer de veiligheidssleutel niet voordat U gereed bent om de motor te starten.
Uitlaat en Vonkenvanger Inspecteren - Fig. 13
WAARSCHUWING
Draaiende motoren produceren hitte. Motoronderdelen, vooral de
uitlaat, worden uiterst heet.
Ernstige brandwonden kunnen optreden bij contact.
Brandbaar vuil, zoals bladeren, gras, hout, enz., kan in brand geraken.
Laat uitlaat, motorcilinder en vinnen afkoelen voordat deze aangeraakt worden.
•
Verwijder opgehoopt vuil van het uitlaat- en cilindergebied.
•
In Californië is het een overtreding van de California Public Resource Code,
•
paragraaf 4442, om de motor te gebruiken of te laten draaien in bosgebied, of
op land met struiken of gras tenzij het uitlaatsysteem is voorzien van een
vonkenvanger zoals gedefinieerd in paragraaf 4442 die zodanig is onderhouden
dat hij goed werkt. Andere staten of landen kunnen soortgelijke wettelijke
voorschriften hebben. Neem contact op met de fabrikant van de apparatuur, de
wederverkoper of de dealer voor de aanschaf van een vonkenvanger die is
gemaakt voor het uitlaatsysteem dat op deze motor is geïnstalleerd.
Inspecteer de uitlaat (A, Fig. 13) op barsten, corrosie of andere beschadigingen.
Verwijder het uitlaatrichtstuk (B), indien hiermee uitgerust, en inspecteer het op schade
of koolstofblokkade. Als er nieuwe onderdelen nodig zijn, gebruik dan uitsluitend
originele vervangingsonderdelen.
op dezelfde manier worden gemonteerd als de oorspronkelijke onderdelen, anders
kan brand optreden.
Luchtfilter
Deze motor is niet uitgerust met een luchtfilter. Gebruik deze motor NIET voor wat
dan ook anders dan het verwijderen van sneeuw.
Olie verversen - Fig. 2
Gebruikte olie is gevaarlijk afval en moet op de juiste manier weggegooid worden. Niet
met huishoudelijk afval weggooien. Raadpleeg de plaatselijke autoriteiten,
servicecentrum of dealer voor veilige manieren om weg te gooien/te recyclen.
Olie verwijderen
1. Met uitgezette, maar nog warme motor, de bougiekabel (A) ontkoppelen en
weghouden van de bougie (Fig. 14).
Noot: Om toegang te krijgen tot de bougiekabel, moet U eerst de
sneeuwafscherming van de motor verwijderen. Zie Toegang tot de bougie
verkrijgen.
2. Verwijder de olie afstapdop (E, Fig. 2). Tap de olie af in een goedgekeurde container.
3. Nadat de olie is afgetapt, de olie aftapdop installeren en vastdraaien.
Olie bijvullen
Plaats de motor waterpas.
•
Reinig rond de olievulopening.
•
Zie het Specificaties hoofdstuk voor de oliecapaciteit.
•
Modellen met olievuldop
1. Verwijder de olievuldop (A, Fig. 2).
2. Giet de olie langzaam in de olievulopening van de motor (B). Vul tot het punt van
overstromen.
3. Breng de olievuldop weer aan en draai deze vast.
12
Modellen met verlengde peilstok.
1. Verwijder de peilstok (C, Fig. 3) en veeg deze af met een schone doek.
2. Giet de olie langzaam in de vulopening van de motor (B). Niet overvullen. Wacht na
het bijvullen van olie 1 minuut en controleer dan opnieuw het oliepeil.
3. Installeer de peilstok en draai deze vast.
4. Verwijder de peilstok en controleer het oliepeil. Het moet tot de bovenkant van de
"full" markering (D) op de peilstok zitten.
5. Installeer de peilstok en draai deze vast.
Opslag
Bij het opslaan van benzine of de machine met brandstof in de tank
Opslaan uit de buurt van fornuizen, kachels, geisers of boilers of andere
•
apparaten die een waakvlam bevatten of andere ontstekingsbronnen, omdat
deze benzinedampen kunnen doen ontbranden.
Brandstofsysteem
Als brandstof langer dan 30 dagen wordt opgeslagen kan het verschralen. Bij
verschraalde brandstof ontstaat zuur- en gomaanslag in het brandstofsysteem of op
essentiële onderdelen van de carburateur. Houd brandstof vers met Briggs & Stratton
FRESH START
patroon met druppelconcentraat.
Als brandstofstabilisator overeenkomstig de instructies wordt bijgevoegd, is aftappen van
de benzine uit de motor niet nodig. Laat de motor 2 minuten draaien om het
stabilisatiemiddel in het hele brandstofsysteem te circuleren. De motor en de brandstof
kunnen dan tot maximaal 24 maanden worden opgeslagen.
Als de benzine in de motor niet is behandeld met brandstofstabilisator, dan moet hij
worden afgetapt in een goedgekeurde opvangbak. Laat de motor draaien tot hij afslaat
vanwege gebrek aan brandstof. Het gebruik van een brandstofstabilisator in de
opslagbak wordt aangeraden om de brandstof vers te houden.
Motorolie
Ververs, terwijl de motor nog warm is, de motorolie.
Storingzoeken
Hulp nodig? Ga naar BRIGGSandSTRATTON.COM of raadpleeg de website van de
importeur.
WAARSCHUWING:
Vervangingsonderdelen moeten originele zijn en
3
14
WAARSCHUWING
Benzine en haar dampen zijn uiterst brandbaar en explosief.
Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood
veroorzaken.
®
brandstofstabilisator. Deze is verkrijgbaar als vloeibaar additief en als
nl
67