De Image Diagnostics Print (Beelddiagnoseafdruk)
afdrukken
De Image Diagnostics Print (Beelddiagnoseafdruk) bestaat uit patronen die zijn ontworpen om
problemen met de afdrukkwaliteit aan te geven. Deze afdruk helpt u te controleren of er geen probleem
is met de afdrukkwaliteit. Als dat toch het geval is, geeft de afdruk aan wat de oorzaak is en hoe u het
probleem kunt verhelpen.
Voordat u de Image Diagnostics Print (Beelddiagnoseafdruk) gebruikt, moet u controleren of de juiste
instellingen voor de afdrukkwaliteit zijn geselecteerd (zie Instellingen voor de afdrukkwaliteit selecteren).
Zo drukt u de Image Diagnostics Print (Beelddiagnoseafdruk) af:
1.
Plaats papier van minimaal A3-formaat (29,7 x 42 cm = 11,7 x 16,5 inch) in de printer. Gebruik
hetzelfde papiertype als bij de detectie van het probleem.
2.
Zorg dat op het voorpaneel dezelfde instellingen voor de afdrukkwaliteit zijn geselecteerd als bij de
detectie van het probleem (zie Een andere afdrukkwaliteit instellen). Op de Image Diagnostics
Print (Beelddiagnoseafdruk) is het enige verschil tussen Drawings/text (Tekeningen/tekst) en
Images (Afbeeldingen) dat deze laatste instelling meer inkt gebruikt in deel 2, zodat de kleuren
donkerder zijn.
Het afdrukken van de Image Diagnostics Print (Beelddiagnoseafdruk) duurt ongeveer twee
minuten als u Images (Afbeeldingen) kiest. Als u Drawings/text (Tekeningen/tekst) kiest, duurt dit
mogelijk minder lang, afhankelijk van het papiertype.
3.
Selecteer het pictogram
afdrukken) > Print image diagnostics (Beelddiagnoseafdruk) > Print drawings/text (Tekeningen/
tekst afdrukken) of Print images (Afbeeldingen afdrukken).
Wanneer de afdruk klaar is, gaat u naar Op de Image Diagnostics Print (Beelddiagnoseafdruk) reageren.
118
Hoofdstuk 9
Hoe... (Onderwerpen over Image Diagnostics Print))
op het voorpaneel van de printer en selecteer Internal prints (Interne
NLWW