Een voorpaneelmelding
Op het voorpaneel verschijnen vele soorten meldingen. Bij sommige meldingen kunt u gewoon
doorgaan, bij andere meldingen moet u eerst een handeling uitvoeren.
●
Als de printer een belangrijke situatie detecteert, verschijnt de overeenkomstige informatieve
melding op het voorpaneel. Voorbeelden van informatieve meldingen zijn prestatiebeperkende
omstandigheden of de noodzaak van printeronderhoud. Nadat u de melding hebt gelezen, kunt u
deze verwijderen door op de toets Selecteren te drukken. Vervolgens kunt u doorgaan met
afdrukken.
●
Als de printer een fout detecteert, verschijnen een foutcode en een korte melding op het
voorpaneel. De volgende tabel bevat aanbevolen acties voor het oplossen van deze problemen:
Code
Korte melding
13:01
Reseat all cartridges (Installeer alle
patronen opnieuw)
26.0:01
Reseat yellow cartridge (Installeer gele
patroon opnieuw)
26.1:01
Reseat magenta cartridge (Installeer
magenta patroon opnieuw)
26.2:01
Reseat black cartridge (Installeer zwarte
patroon opnieuw)
26.3:01
Reseat cyan cartridge (Installeer cyaan
patroon opnieuw)
27:03
Restart the printer. If problem persists, call
HP support. (Start de printer opnieuw op.
Als het probleem hierdoor niet is opgelost,
neemt u contact op met HP Support.)
38.1:01
Stacker communication error
(Communicatiefout stapelaar)
Check connections (Controleer de
aansluitingen)
NLWW
Aanbevolen actie
Verwijder alle inktpatronen en installeer ze vervolgens opnieuw
(zie Een inktpatroon verwijderen en Een inktpatroon plaatsen).
Als het probleem hierdoor niet is opgelost, neemt u contact op
met een Service Partner.
De gele patroon wordt niet gedetecteerd. Installeer deze
opnieuw. Zie Een inktpatroon verwijderen en Een inktpatroon
plaatsen. Als het probleem hierdoor niet is opgelost, neemt u
contact op met een Service Partner.
De magenta patroon wordt niet gedetecteerd. Installeer deze
opnieuw. Zie Een inktpatroon verwijderen en Een inktpatroon
plaatsen. Als het probleem hierdoor niet is opgelost, neemt u
contact op met een Service Partner.
De zwarte patroon wordt niet gedetecteerd. Installeer deze
opnieuw. Zie Een inktpatroon verwijderen en Een inktpatroon
plaatsen. Als het probleem hierdoor niet is opgelost, neemt u
contact op met een Service Partner.
De cyaan patroon wordt niet gedetecteerd. Installeer deze
opnieuw. Zie Een inktpatroon verwijderen en Een inktpatroon
plaatsen. Als het probleem hierdoor niet is opgelost, neemt u
contact op met een Service Partner.
Er is een fout vastgesteld tijdens het detecteren van de
printkoppen. Stel alle printkoppen opnieuw in (zie Een printkop
verwijderen, Een printkop plaatsen en De printer opnieuw
starten). Als het probleem hierdoor niet is opgelost, neemt u
contact op met een Service Partner.
Er is geen communicatie met de stapelaar. Controleer of de
stapelaar is ingeschakeld en op de printer is aangesloten.
Indien nodig kunt u de stapelaar volledig verwijderen en zonder
de stapelaar afdrukken (als het afdrukken nog niet is gestart),
of een half afgedrukte taak annuleren en opnieuw opstarten.
Als u een half afgedrukte taak annuleert, wordt het papier
afgesneden en verwijderd wanneer u de stapelaar opnieuw
opstart.
Een voorpaneelmelding
255