7
|
Installatie van de unit
7.1.5 Installatiepatronen
Afhankelijk van het type ruimte waarin u de binnenunit installeert, zijn verschillende installatiepatronen
toegestaan:
Soort ruimte
Woonkamer, keuken, garage, zolder, kelder, berging
Technische ruimte (een ruimte die NOOIT door
personen wordt bezet)
b
a
Ventilatieopeningen
Minimale
vloeroppervlakte
Schoorsteen
Afvoer in geval van
lekkage van
koelmiddel
Beperkingen
Uitgebreide handleiding voor de installateur
76
WAARSCHUWING
Voor
units
ventilatieopeningen en schoorstenen vrij van obstructies worden gehouden.
PATROON 1
A
A
b
1b
1a
N.v.t.
Tussen ruimte A en
Ruimte A
Ruimte A + Ruimte B
Mogelijk nodig
Mogelijk nodig
In ruimte A
4
Zie
"PATROON
1" [
79],
4
3" [
81] en
"Tabellen voor PATROON 1, 2 en
A
Ruimte A (= de ruimte waarin de binnenunit geplaatst is)
B
Ruimte B (= naastliggende ruimte)
a
Als er geen schoorsteen is geïnstalleerd, is dit het standaard afvoerpunt
in geval van lekkage van koelmiddel.
U kunt, indien nodig, hier een schoorsteen aansluiten:
▪
Aansluitpunt van de unit op de schoorsteen=1" mannelijke
schroefdraad. Gebruik een compatibel equivalent stuk voor de
schoorsteen.
▪
Zorg ervoor dat de aansluiting luchtdicht is.
b
Schoorsteen
die
het
R32-koelmiddel
Toegestane patronen
PATROON 2
PATROON 3
B
A
b
c2
3a
2b
2a
c1
B
Verbonden met
In ruimte A
4
"PATROON
2" [
79],
gebruiken,
moeten
1, 2, 3
1, 2, 3, 4
PATROON 4
A
b
c2
c1
N.v.t.
Tussen ruimte A en
N.v.t.
buiten
Buiten
In ruimte A
"PATROON
Zie
4
3" [
81]
ERRA08~12E + ELSH/X(B)12P30+50E
Daikin Altherma 3 R MT ECH₂O
alle
vereiste
buiten
N.v.t.
N.v.t.
"PATROON
4
4" [
84]
4P708486-1A – 2024.12