Pagina 1
LINK: CONTENT & A-Z BMW maakt rijden geweldig HANDLEIDING. DE BMW X3. Online Edition for Part no. 01402720787 - II/19...
Pagina 2
Online Edition for Part no. 01402720787 - II/19...
Pagina 3
Hoe beter u uw auto kent, des te veiliger en prettiger reist u. Daarom onze aanbeveling: Lees de handleiding, voordat u met uw nieuwe BMW gaat rijden. Maak ook gebruik van de geïntegreerde handleiding in uw auto. U krijgt dan belangrijke aanwijzingen voor het bedienen van de auto waardoor u de technische voor‐...
Instappen .......................... Instellen en bedienen ....................Onderweg ........................OVERZICHT Bedieningsorganen ....................... Ruststand, gereedheid en rijden-stand-by ............. iDrive ..........................BMW gebarensturing ....................Spraakgestuurd systeem ..................... Algemene instellingen ....................Media van de handleiding .................... Online Edition for Part no. 01402720787 - II/19...
Pagina 5
BEDIENING Openen en sluiten ......................Stoelen, spiegels en stuur ..................Kinderen veilig vervoeren ..................Rijden ..........................Weergaven ........................Verlichting ........................Veiligheid ........................Rijstabiliteitsregelsystemen ..................Rijhulpsystemen ......................Rijcomfort ........................Klimaatregeling ......................Interieuruitrusting ......................Opbergvakken ......................Bagageruimte ....................... RIJTIPS Bij het rijden in acht nemen ..................Trekken van een aanhangwagen ................
Internet "..." Teksten op een display in de auto Voertuiginformatie en algemene informatie over voor de selectie van functies. BMW, bijv. over de techniek, staan online ter be‐ schikking: www.bmw.com. Online Edition for Part no. 01402720787 - II/19...
Aanwijzingen AANWIJZINGEN Als uitrustingen en modellen niet in deze hand‐ Sym‐ Betekenis leiding zijn beschreven, dan eventueel de bijge‐ bool voegde aanvullingen raadplegen. ›...‹ Commando's voor het Bij auto's met het stuur rechts zijn de bedie‐ spraakgestuurde systeem. ningselementen voor een deel anders geplaatst dan afgebeeld.
Aanwijzingen AANWIJZINGEN ondersteuning tijdens het rijden, bijv. de rijhulp‐ De website van de fabrikant van het voertuig be‐ systemen. Daarnaast dienen de regeleenheden vat de telkens toepasselijke privacyaanwijzingen. voor comfort- of infotainmentfuncties. In deze privacyaanwijzingen is informatie over het recht op verwijdering of correctie van gegevens Informatie over opgeslagen of uitgewisselde ge‐...
Aanwijzingen AANWIJZINGEN ▷ Omgevingstoestanden, bijv. temperatuur, sig‐ De informatie kan door een Service Partner van nalen van de regensensor. de fabrikant of een andere gekwalificeerde Ser‐ vice Partner of specialist worden uitgelezen. Voor De verwerkte gegevens worden alleen in het het uitlezen wordt de wettelijk voorgeschreven voertuig zelf bewerkt en zijn doorgaans vergan‐...
Aanwijzingen AANWIJZINGEN Diensten ▷ Multimediagegevens, zoals muziek, films of foto's om weer te geven in een geïntegreerd multimediasysteem. Algemeen ▷ Adresboekgegevens om samen met een ge‐ Als de auto over Wi-F--connectiviteit beschikt, integreerd handsfree- of navigatiesysteem te kunnen hiermee gegevens worden uitgewisseld gebruiken.
Pagina 16
Aanwijzingen AANWIJZINGEN Informatie over de aard, omvang en het doel van de inzameling en het gebruik van persoonsgere‐ lateerde gegevens in het kader van de diensten van derden kunnen bij de aanbieder van de dienst worden opgevraagd. Voertuigidentificatienumm Motorruimte Het chassisnummer bevindt zich in de motor‐ ruimte aan de rechter voertuigzijde.
Pagina 17
Aanwijzingen AANWIJZINGEN Online Edition for Part no. 01402720787 - II/19...
Pagina 18
Online Edition for Part no. 01402720787 - II/19...
Instappen KORTE INSTRUCTIE Instappen Openen en sluiten Auto vergrendelen Toets van de afstandsbediening indrukken. Toetsen van de afstandsbediening Alle autotoegangen worden vergrendelt. Toets afstandsbediening na vergrendeling ingedrukt houden. De ruiten en het glazen dak worden gesloten zo‐ lang de toets op de afstandsbediening wordt in‐ gedrukt.
Pagina 21
Instappen KORTE INSTRUCTIE Comforttoegang Achterklep contactloos openen en sluiten Principe Principe Toegang tot de auto is zonder gebruik van de af‐ Met comforttoegang kan de achterklep met standsbediening mogelijk. meegevoerde afstandsbediening zonder aanra‐ Het volstaat de afstandsbediening bij zich te dra‐ king worden geopend en gesloten.
Instappen KORTE INSTRUCTIE Bestuurdersportier Zo nodig worden de portieren ontgrendeld. Sluiten ▷ Toets van de afstandsbediening in‐ gedrukt houden tot de achterklep gesloten is. ▷ Knop aan de binnenzijde van de ach‐ terklep indrukken. Aanduidingen en 1 Veiligheidsschakelaar bedieningselementen 2 Ruitbediening 3 Buitenspiegels Rondom het stuurwiel 4 Achterklep openen/sluiten...
Instappen KORTE INSTRUCTIE Controller Symbool op het Control Display geeft aan dat het spraakgestuurde systeem actief is. Algemeen Met de toetsen kunnen menu's rechtstreeks Mogelijkerwijs zijn geen andere commando's worden opgeroepen. Met de Controller kunnen mogelijk, de functie in dit geval via iDrive bedie‐ menupunten worden geselecteerd en instellin‐...
Instellen en bedienen KORTE INSTRUCTIE Buitenspiegels instellen Opslaan Gewenste stand instellen. Toets van het portier indrukken. Tekst in de toets licht op. Gewenste toets 1 of 2 op het portier indruk‐ ken, zolang de tekst is verlicht. Er klinkt een signaal.
Instellen en bedienen KORTE INSTRUCTIE "Land?" De Bluetooth-naam van de auto wordt op het Control Display weergegeven. Controller naar rechts kantelen om het land in de lijst te selecteren. De verdere handelingen via de mobiele tele‐ foon uitvoeren, zie de handleiding van de, Adres invoeren mobiele telefoon: bijvoorbeeld Bluetooth-ap‐...
Instellen en bedienen KORTE INSTRUCTIE Cijfers invoeren. De iPhone wordt met de auto verbonden en in de apparatenlijst weergegeven. Symbool selecteren. De verbinding wordt opgebouwd via de mobiele telefoon waaraan de functie Telefoon is toegewezen. Verbinding tot stand brengen via de extra tele‐ foon: Toets indrukken.
Onderweg KORTE INSTRUCTIE Onderweg Rijden Vrijzetten Bij ingeschakelde rijden-stand-by: Rijden-stand-by Steptronic versnellingsbak: schakelaar bij ingedrukt rempedaal of ingeschakelde keuze‐ hendelstand P indrukken. Rijden-stand-by inschakelen LED en controlelampje doven. ▷ Rempedaal indrukken. Parkeerrem is vrijgezet. ▷ Start/stop-knop indrukken. Parkeren Parkeerrem wordt automatisch vastgezet als de auto door Automatic Hold op zijn plaats wordt Rijden-stand-by uitschakelen gehouden en rijden-stand-by wordt uitgescha‐...
Onderweg KORTE INSTRUCTIE Steptronic versnellingsbak, Een keuzehendelblokkering verhindert het per ongeluk schakelen naar keuzehendelstand R of sportprogramma en het per ongeluk schakelen uit keuzehendel‐ handbediening stand P. Keuzehendelstand R alleen bij stilstaande auto inschakelen. Keuzehendelblokkering opheffen Sportprogramma/handbediening activeren: Keuzehendel uit keuzehendelstand D naar links drukken.
Onderweg KORTE INSTRUCTIE ▷ Grootlicht uit/lichtsignaal, pijl 2. Symbool Functie Dimlicht. Richtingaanwijzers Instrumentenverlichting. Parkeerlicht, rechts. Parkeerlicht, links. ▷ Aan: de hendel door het drukpunt heen druk‐ ken. Ruitenwisserinstallatie ▷ Uit: de hendel in tegengestelde richting door het drukpunt drukken. Wisser in-/uitschakelen en kort wissen ▷...
Pagina 31
Onderweg KORTE INSTRUCTIE Kort wissen en uitschakelen Gevoeligheid instellen De hendel naar beneden drukken. Gekartelde knop van de ruitenwisserschakelaar draaien. ▷ Uitschakelen: de hendel naar onder duwen, tot de basispositie bereikt is. Voorruit reinigen ▷ Kort wissen: de hendel vanuit de basisstand naar beneden drukken.
Pagina 32
Onderweg KORTE INSTRUCTIE Uitgebreide airconditioning Achterruit reinigen De buitenste schakelaar in de gewenste richting Toets Functie draaien. ▷ In ruststand: de schakelaar naar onderen Temperatuur. draaien, pijl 3. Na het loslaten keert de scha‐ kelaar terug naar de ruststand. ▷ In intervalmodus: de schakelaar verder draaien, pijl 2.
Pagina 33
Onderweg KORTE INSTRUCTIE Tankstop Wielen en banden Gegevens betreffende de Tanken bandenspanning Tankdop Voor het openen van de tankdopklep op de achterste rand drukken, pijl. De tankdopklep wordt geopend. De bandenspanningswaarden bevinden zich op het plaatje op de portierstijl. Na aanpassing van bandenspanning Bij bandenpechweergave RPA: Tankdop tegen de wijzers van de klok in draaien.
Hulp in geval van pech BMW pechhulp Via iDrive: "ConnectedDrive" "BMW Assistance" "BMW pechhulp" Er wordt een spraakverbinding met de BMW pechhulp opgebouwd. Motorolie pas bijvullen als de melding in het in‐ strumentenpaneel verschijnt. ConnectedDrive De bijvulhoeveelheid in de melding in acht ne‐...
Onderweg KORTE INSTRUCTIE Teleservices Teleservices zijn diensten die helpen om de auto mobiel te houden. Afhankelijk van de uitvoering bestaan Teleservi‐ ces uit de volgende diensten: ▷ Pechhulp. ▷ Ongevalhulp. ▷ Teleservice Call. ▷ Teleservice Report. ▷ Teleservice Battery Guard. ▷...
Pagina 36
Online Edition for Part no. 01402720787 - II/19...
Pagina 37
OVERZICHT Bedieningsorganen ................... 38 Ruststand, gereedheid en rijden-stand-by ........... 43 iDrive ......................46 BMW gebarensturing ................55 Spraakgestuurd systeem ................. 58 Algemene instellingen ................61 Media van de handleiding ................. 74 Online Edition for Part no. 01402720787 - II/19...
Bedieningsorganen OVERZICHT Bedieningsorganen Uitrusting van de auto auto, bijvoorbeeld vanwege de landspecifieke of gekozen speciale uitrusting niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsrelevante functies In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ en systemen. Bij gebruik van deze functies en cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in systemen moeten de geldende wetten en voor‐...
Pagina 39
Bedieningsorganen OVERZICHT Stadslicht 165 Handmatige snelheidsbegren‐ zer 210 Automatische verlichtingsrege‐ Snelheidsregeling aan/uit 212 ling 166 Adaptieve lichtfuncties 167 Actieve snelheidsregeling aan/ Grootlichtassistent 168 uit 215 Dimlicht 166 Stuur- en spoorassistent aan/ uit 224 Instrumentenverlichting 170 Snelheidsregeling onderbreken of hervatten Parkeerlicht rechts 166 Actieve snelheidsregeling: afstand vergroten Parkeerlicht links 166 Actieve snelheidsregeling: afstand verkleinen 6 Centrale vergrendeling Met stuur- en spoorassistent: af‐...
Bedieningsorganen OVERZICHT Rondom de dakhemel Noodoproep, SOS 370 Leeslampjes 171 Glazen dak 102 Interieurverlichting 170 Controlelampje passagiersair‐ bag 175 Online Edition for Part no. 01402720787 - II/19...
Ruststand, gereedheid en rijden-stand-by OVERZICHT Ruststand, gereedheid en rijden-stand-by Uitrusting van de auto Veiligheidsvoorschriften In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ WAARSCHUWING cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in Een onbeveiligd voertuig kan vanzelf in bewe‐ de modelserie aangeboden worden. Er worden ging komen en wegrollen.
Ruststand, gereedheid en rijden-stand-by OVERZICHT ▷ Na enkele minuten als er geen bediening van De gewenste instellingen kunnen worden uitge‐ de auto plaatsvindt. voerd. ▷ Bij lage laadtoestand van de accu. Algemeen ▷ Als bij het verlaten van de auto een van de Na het langs buiten openen van de voorportieren voorportieren openen wordt, afhankelijk van bevindt de auto zich in bedrijfsklare toestand.
Pagina 45
Ruststand, gereedheid en rijden-stand-by OVERZICHT Rijden-stand-by uitschakelen Om rijden-stand-by uit te schakelen de start- stop-toets indrukken. De auto gaat naar de ge‐ reedheid. Online Edition for Part no. 01402720787 - II/19...
iDrive OVERZICHT iDrive Uitrusting van de auto Invoer en weergave In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ Letters en cijfers cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in Letters en cijfers kunnen via de controller of het de modelserie aangeboden worden. Er worden touchscreen worden ingevoerd.
iDrive OVERZICHT Statusinformatie Symbool Betekenis USB-audio-aansluiting. Algemeen Online Entertainment. In het bovenste gedeelte van het Control Display bevindt zich het statusveld. Statusinformatie WLAN. wordt in de vorm van symbolen weergegeven. Verdere omvang Symbolen statusveld Symbool Betekenis Telefoon Check-Control-melding. Symbool Betekenis Geluidsweergave uitgeschakeld.
iDrive OVERZICHT Gewenste instelling selecteren. tioning, worden de normale functies weer her‐ steld. Keuze van de weergaven vastleggen Veiligheidsaanwijzing De keuze van de weergaven kan worden vastge‐ legd. OPMERKING Controller naar rechts kantelen tot het split‐ screen is geselecteerd. Voorwerpen in het gebied vóór het Control Dis‐ play kunnen verschuiven en het Control Display Controller indrukken.
iDrive OVERZICHT Bediening Toetsen op Controller ▷ Draaien om bijv. tussen menupunten te wis‐ Toets Functie selen. Eenmaal indrukken: hoofdmenu oproe‐ pen. Tweemaal indrukken: alle menupunten van het menu weergeven. Menu Communicatie oproepen. Menu Media/Radio oproepen. ▷ Drukken om bijv. een menupunt te selecte‐ Bestemmingsinvoermenu van de navi‐...
iDrive OVERZICHT Toets Functie Eenmaal indrukken: vorig beeldvenster oproepen. Ingedrukt houden: laatst gebruikte me‐ nu's oproepen. Menu Opties oproepen. ▷ Drukken om bijv. een menupunt te selecte‐ Bediening via controller ren. Hoofdmenu oproepen Toets indrukken. ▷ Kantelen in twee richtingen om bijv. tussen beeldvensters te wisselen.
iDrive OVERZICHT Menupunt selecteren Menu Opties oproepen Menupunten die op de voorgrond staan kunnen Toets indrukken. worden geselecteerd. Het menu "Opties" wordt weergegeven. Controller draaien tot het gewenste menu‐ punt gemarkeerd is. Het menu bestaat uit verschillende gebieden: ▷ Scherminstellingen, bijvoorbeeld "Splitscreen".
iDrive OVERZICHT Wissen Sym‐ Functie bool Controller indrukken: letters of cij‐ fers wissen. Controller ingedrukt houden: alle letters en cijfers wissen. Het hoofdmenu wordt weergegeven. Alfabetische lijsten bedienen Alle functies van iDrive kunnen in het hoofdmenu worden opgeroepen. Bij alfabetische lijsten met meer dan 30 vermel‐ dingen kunnen de letters waarvoor een vermel‐...
iDrive OVERZICHT Wissen "Inhoud hoofdmenu" Omschakelen tussen Symbool Functie beeldvensters Symbool aantippen: letter of cijfer Na het selecteren van een menupunt wordt een wissen. nieuw beeldvenster weergegeven. Symbool lang aantippen: alle letters Een pijl geeft aan dat er meer beeldvensters of cijfers wissen.
iDrive OVERZICHT Voorkeuzetoetsen ▷ Het systeem herkent hoofdletters en kleine letters, en cijfers. Voor het invoeren kan het noodzakelijk zijn te wisselen tussen hoofdlet‐ Algemeen ters/kleine letters, cijfers en tekens, zie pa‐ gina 51. Functies van iDrive kunnen op de voorkeuzetoet‐ sen worden opgeslagen en direct worden opge‐...
"Gebaren" schriften worden nageleefd. "Bediening met gebaren" Principe Instellingen Met de BMW gebarensturing kunnen enkele Via iDrive: functies van iDrive door het bewegen van de handen bediend worden. "Mijn auto" "iDrive instellingen" Overzicht "Gebaren"...
BMW gebarensturing OVERZICHT Mogelijke gebaren Gebaar Bediening Functie Wijsvinger in de richting van het beeldscherm Telefoongesprek aannemen. voor- of achteruit bewegen. Gemarkeerde invoer van een lijst tij‐ dens de spraakinvoer selecteren. "Routebegel. voortzetten" Pop-up bevestigen. Hand over de breedte van het Control Display Telefoongesprek weigeren.
BMW gebarensturing OVERZICHT "Functietoewijzing" Gewenste instelling selecteren. Grenzen van het systeem De herkenning van de gebaren door de camera kan door de volgende omstandigheden gestoord zijn: ▷ De cameralens is afgedekt. ▷ Er bevinden zich objecten in de binnenspie‐ gel.
Spraakgestuurd systeem OVERZICHT Spraakgestuurd systeem Uitrusting van de auto het beste zoals de naam in het Control Dis‐ play wordt weergegeven. ›[...] Zender ...,‹ bijvoorbeeld zender Classic In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ Radio. cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in de modelserie aangeboden worden.
Spraakgestuurd systeem OVERZICHT Hulp bij het spraakgestuurd Daartoe de spraaksturing in de smartphone acti‐ veren. systeem ▷ Mogelijke spraakcommando's laten uitvoe‐ Knop op het stuur ongeveer 3 se‐ ren: ›Gesproken instructies‹. conden lang ingedrukt houden. ▷ Informatie over de werking van het spraakge‐ De spraaksturing in de smartphone wordt ge‐...
Spraakgestuurd systeem OVERZICHT Volume aanpassen Spraakherkenning via de server activeren Volumeknop tijdens de gesproken aanwijzingen De spraakherkenning via de server maakt de dic‐ draaien tot de gewenste volume is ingesteld. teerfunctie mogelijk, een vloeiende invoer van het reisdoel en verbeterde kwaliteit van de ▷...
Algemene instellingen OVERZICHT Algemene instellingen Uitrusting van de auto "Datum en tijd" "Tijdzone:" In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ Gewenste instelling selecteren. cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in De instelling wordt opgeslagen voor het momen‐ de modelserie aangeboden worden. Er worden teel gebruikte bestuurdersprofiel.
Controller draaien tot de gewenste dag wordt weergegeven. Als de locatiebepaling is geactiveerd, kan de hui‐ Controller indrukken. dige voertuigpositie in de BMW Connected App of het ConnectedDrive-klantenportaal worden Instelling voor maand en jaar uitvoeren. weergegeven. Online Edition for Part no. 01402720787 - II/19...
Helderheid ▷ Communicatieberichten, bijvoorbeeld e-mail, Via iDrive: SMS of herinneringen. "Mijn auto" ▷ Berichten, bijv. van de Concierge Service of "iDrive instellingen" de BMW Connected-app. "Displays" ▷ Check-Control-meldingen. "Controledisplay" ▷ Onderhoudsmeldingen. "Helderheid 's nachts" ▷ Berichten van de fabrikant van het voertuig.
De auto biedt diverse functies die pas kunnen wordt weergegeven wordt geopend. worden gebruikt na een data-overdracht aan BMW of aan een provider. Voor sommige func‐ Mededelingen wissen ties kan de data-overdracht gedeactiveerd wor‐ Alle mededelingen kunnen uit de lijst worden den.
Algemene instellingen OVERZICHT Verbindingen ▷ Reis- en boordcomputerwaarden. ▷ Muziek harddisk. ▷ Navigatie, bijvoorbeeld opgeslagen bestem‐ Principe mingen. Er zijn verschillende manieren om mobiele appa‐ ▷ Telefoonboek. raten te verbinden met het voertuig. De verbin‐ ▷ Online-gegevens, bijvoorbeeld favorieten, dingsmodus is afhankelijk van het apparaat en de cookies.
Bluetooth-interface. rijden kan de aandacht van het verkeer afleiden. ▷ Afstandsbediening of BMW displaysleutel be‐ U kunt de controle over de auto verliezen. Er vindt zich in de auto. bestaat gevaar voor ongevallen. De systemen ▷...
Algemene instellingen OVERZICHT Telefoonfunctie activeren/ Met het mobiele apparaat naar Bluetooth-ap‐ paraten in de omgeving zoeken. deactiveren De Bluetooth-naam van de auto wordt op het Om alle ondersteunde functies van een mobiele display van het mobiele apparaat weergege‐ telefoon te kunnen gebruiken, moeten vóór het ven.
Algemene instellingen OVERZICHT Waarom reageert de mobiele telefoon niet Hoe kan de kwaliteit van de telefoonverbinding meer? worden verbeterd? ▷ De toepassingen op de mobiele telefoon ▷ Sterkte van het Bluetooth-signaal op de mo‐ werken niet meer. biele telefoon instellen, afhankelijk van de mobiele telefoon.
Algemene instellingen OVERZICHT ▷ De stekker niet geforceerd in de USB-aan‐ Het USB-apparaat wordt in de apparatenlijst, zie sluiting steken. pagina 71, weergegeven. ▷ Flexibele adapterkabel gebruiken. WLAN-hotspot ▷ USB-apparaat tegen mechanische beschadi‐ gingen beschermen. Algemeen ▷ In verband met de grote keuze aan verkrijg‐ Er kunnen tot 8 apparaten gelijktijdig met de hot‐...
Pagina 70
Algemene instellingen OVERZICHT Apple CarPlay-voorbereiding Op het apparaat naar WLAN-netwerken zoe‐ ken. Netwerknaam op het apparaat selecte‐ ren. Principe Hotspot-sleutel op het apparaat invoeren en CarPlay maakt het mogelijk om bepaalde func‐ verbinden. ties van een compatibele Apple iPhone via Siri- Het apparaat wordt in de apparatenlijst, zie pa‐...
Algemene instellingen OVERZICHT Veelgestelde vragen "Mobiele apparaten" "Instellingen" Er is aan alle voorwaarden voldaan en alle nood‐ zakelijke stappen zijn in de aangegeven volgorde "WiFi auto" uitgevoerd. Desondanks werkt het mobiele ap‐ paraat niet zoals verwacht. Smartphone met Screen Mirroring aanmelden In dit geval kan de volgende informatie verder helpen:...
Pagina 72
Algemene instellingen OVERZICHT Via iDrive: Het apparaat blijft aangemeld en kan weer ver‐ bonden worden, zie pagina 72. "Mijn auto" "iDrive instellingen" Apparaat verbinden "Mobiele apparaten" Een losgekoppeld apparaat kan weer worden Een symbool geeft aan, voor welke functie een verbonden.
Op de internetsite www.bmw.com/update wor‐ Het herstellen van de software mag alleen in stil‐ den updates en actuele opmerkingen ter be‐ stand worden uitgevoerd.
Media van de handleiding OVERZICHT Media van de handleiding Uitrusting van de auto Geïntegreerde handleiding in de auto In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in Principe de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschreven die in een De geïntegreerde handleiding beschrijft in het auto, bijvoorbeeld vanwege de landspecifieke of bijzonder de uitrustingen en functies die voor‐...
Media van de handleiding OVERZICHT Uitvoeren "Handleiding" Desbetreffende toets indrukken. Omschakelen tussen functie en Handleiding wordt met het geselec‐ handleiding teerde punt direct weergegeven. Op het Control Display uit een functie, bijvoor‐ beeld radio, in de handleiding en tussen de beide weergaven heen en terug wisselen: Toets indrukken.
Pagina 76
Online Edition for Part no. 01402720787 - II/19...
De auto niet van buitenaf vergren‐ standsbediening en de BMW Display-sleutel, zie delen als zich daarin personen bevinden. pagina 83, inbegrepen. Elke afstandsbediening heeft een vervangbare batterij, zie pagina 81.
Openen en sluiten BEDIENING Overzicht Als omwille van de instellingen alleen het be‐ stuurdersportier en de tankdopklep worden ont‐ grendeld, druk dan opnieuw op de knop van de afstandsbediening om de andere ingangen van de auto te ontgrendelen. Daarnaast worden de volgende functies uitge‐ voerd: ▷...
Openen en sluiten BEDIENING ▷ Of bij het ontgrendelen en vergrendelen de De ruiten, het glazen dak en het zonnescherm buitenspiegels automatisch worden open- en worden gesloten zolang de toets van de af‐ dichtgeklapt. standsbediening wordt ingedrukt. ▷ Of bij het vergrendelen de thuiskomverlich‐ De buitenspiegel worden ingeklapt.
Openen en sluiten BEDIENING hefboombeweging van de geïntegreerde sleutel optillen, pijl 2. WAARSCHUWING De achterklep zwenkt uit bij het openen. Er be‐ staat kans op letsel of schade. Bij het openen en sluiten erop letten dat het bewegingsgebied van de achterklep vrij is. OPMERKING Scherpe of spitse voorwerpen kunnen tijdens de rit tegen de ruiten en de verwarmingsdraden...
In geval van storing kan de auto met de geïnte‐ worden geopend? greerde sleutel, zie pagina 87, van buitenaf ▷ De Remote Services van de BMW Connec‐ worden ont- en vergrendeld. ted App bieden onder andere de mogelijk‐ heid om een auto te vergrendelen en ont‐...
Pagina 83
De auto niet van buitenaf vergren‐ Algemeen delen als zich daarin personen bevinden. In de leveringsomvang van de BMW displaysleu‐ tel is bovendien een mechanische sleutel opge‐ nomen. Als gebruik wordt gemaakt van de dis‐ WAARSCHUWING...
Openen en sluiten BEDIENING ▷ Laadtoestand van de batterij van de dis‐ 3 Thuiskomverlichting playsleutel. 4 Vergrendelen 5 Display Informatiegebied 6 Terug In het informatiegedeelte kan de informatie wor‐ 7 Display in-/uitschakelen den opgeroepen en kunnen de extra functies worden ingeschakeld. 8 Micro-USB laadaansluiting Als het informatiegedeelte meer dan één pagina omvat, dan worden onder de informatie pagina-...
Openen en sluiten BEDIENING Batterij van de displaysleutel Display uitschakelen om de looptijd van de accu te verhogen: Algemeen Evt. schermblokkering opheffen. De volgende aanwijzingen in acht nemen: Toets aan de linkerzijde van de displaysleutel langer dan 4 seconden ingedrukt houden. ▷...
Bij het laden van een apparaat met Qi-stan‐ ven. daard in de Wireless Charging-houder kunnen De herkenning van de BMW displaysleutel door de metalen voorwerpen die zich tussen het ap‐ de auto kan o.a. door de volgende omstandighe‐ paraat en de houder bevinden zeer warm wor‐...
BMW displaysleutel resetten schadigd. Er bestaat gevaar voor schade. Alvo‐ rens aan de portierhandgreep aan de buiten‐ Als de opgeladen displaysleutel niet meer kan zijde te trekken, de geïntegreerde sleutel...
Openen en sluiten BEDIENING Via het portierslot ontgrendelen/ Alarminstallatie vergrendelen De alarminstallatie wordt niet geactiveerd wan‐ neer de auto met de geïntegreerde sleutel wordt Met één hand de portierhandgreep naar bui‐ vergrendeld. ten trekken en vasthouden. De alarminstallatie gaat af bij het openen van het portier, als via het portierslot wordt ontgrendeld.
Pagina 89
Openen en sluiten BEDIENING Ontgrendelen Ontgrendelen Toets indrukken. Openen ▷ Toets indrukken om de portieren sa‐ men te ontgrendelen. Deuropener over de armsteun trekken. ▷ Trek aan de portieropener van het te openen portier. De andere portieren blijven vergren‐ Greep van een portier volledig omvatten. deld.
Openen en sluiten BEDIENING Sluiten OPMERKING Scherpe of spitse voorwerpen kunnen tijdens de rit tegen de ruiten en de verwarmingsdraden stoten. Er bestaat gevaar voor schade. Randen afdekken en erop letten dat spitse voorwerpen niet tegen de ruiten stoten. Openen Het geribbelde vlak op de greep van een geslo‐...
Pagina 91
Openen en sluiten BEDIENING Het detectiegebied van de sensoren strekt zich Een voet in rijrichting zo ver mogelijk onder uit tot circa 1,50 m achter de achterzijde van de de auto bewegen en onmiddellijk opnieuw te‐ auto. rugtrekken. Bij deze beweging moet het been door de bereiken van beide sensoren gaan.
Pagina 92
Openen en sluiten BEDIENING De afstandsbediening niet samen met meta‐ len voorwerpen vervoeren. OPMERKING ▷ Storing in de verbinding door mobiele tele‐ Scherpe of spitse voorwerpen kunnen tijdens foons of andere elektrische toestellen in de de rit tegen de ruiten en de verwarmingsdraden onmiddellijke omgeving van de afstandsbe‐...
Pagina 93
Openen en sluiten BEDIENING Van buitenaf ▷ Door het indrukken van de toets van de af‐ standsbediening. Door nog eens te drukken, loopt de openingscyclus verder. Door de knop ingedrukt te houden, sluit de achterklep weer. ▷ Door het indrukken van of trekken aan de schakelaar in het bestuurdersportier.
Openen en sluiten BEDIENING Algemeen ▷ Door indrukken van de toets aan de binnen‐ zijde van de achterklep. Door nog eens te Er zijn drie bestuurdersprofielen beschikbaar drukken, opent het kofferdeksel weer. waarin persoonlijke instellingen voor de auto ▷ Door indrukken van de knop aan de binnen‐ worden opgeslagen.
Pagina 95
Openen en sluiten BEDIENING ▷ De bestuurder stapt via de bestuurdersportier De via het stoelgeheugen opgeslagen posi‐ in de auto. ties en de laatst ingestelde positie worden opgeslagen. Momenteel gebruikt ▷ Snelheidsregeling. bestuurdersprofiel ▷ Intelligent Safety. Na het inschakelen van het Control Display ver‐ Profielbeheer schijnt de naam van het momenteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Pagina 96
De naam van het met dit symbool gemar‐ gina 68, selecteren. keerde bestuurdersprofiel kan worden gewij‐ zigd. ▷ Online "Naam bestuurdersprofiel wijzigen" Via het BMW ConnectedDrive-klanten‐ portaal. Profielnaam invoeren. Symbool selecteren. Bestuurdersprofiel importeren Bestaande instellingen van het momenteel ge‐ Bestuurdersprofiel terugzetten bruikte bestuurdersprofiel worden overschreven De instellingen van het actieve bestuurderspro‐...
Openen en sluiten BEDIENING Grenzen van het systeem Achterklep Afhankelijk van de uitvoering en landuitvoering Een eenduidige toewijzing van de afstandsbedie‐ wordt deze instelling mogelijk niet aangeboden. ning en bestuurder is bijvoorbeeld in de onder‐ staande gevallen niet altijd mogelijk. Via iDrive: ▷...
Openen en sluiten BEDIENING Spiegel automatisch in- en Het ontgrendelen wordt bevestigd door tweemaal knipperen, het vergrendelen door uitklappen eenmaal knipperen. Via iDrive: Automatisch vergrendelen "Mijn auto" Via iDrive: "Auto instellingen" "Portieren/sleutels" "Mijn auto" "Spiegels bij vergr. inklappen" "Auto instellingen" Bij het vergrendelen worden de buitenspie‐...
Openen en sluiten BEDIENING Controlelampje op de is aangesloten. Contactdoos voor On-Board- Diagnose OBD, zie pagina 357. binnenspiegel Deze veranderingen signaleert de alarminstallatie optisch en akoestisch: ▷ Akoestisch alarm: Afhankelijk van de wettelijke bepalingen wordt het akoestische alarm eventueel on‐ derdrukt.
Openen en sluiten BEDIENING Ruitbediening Ongewild alarm vermijden Algemeen Veiligheidsaanwijzing De hellingshoeksensor en de interieurbeveiliging kunnen een alarm activeren, hoewel geen onbe‐ WAARSCHUWING voegde handelingen zijn uitgevoerd. Bij de bediening van de ruiten kunnen li‐ Mogelijke situaties voor een ongewild alarm: chaamsdelen of voorwerpen worden inge‐...
Openen en sluiten BEDIENING Veiligheidsaanwijzing De ruit wordt geopend, zolang de schakelaar ingedrukt wordt gehouden. ▷ Schakelaar door het drukpunt omhoog WAARSCHUWING drukken. Accessoires op de ruiten, bijvoorbeeld anten‐ De ruit wordt automatisch geopend. Opnieuw nes, kunnen de inklembeveiliging nadelig beïn‐ indrukken van de schakelaar stopt de bewe‐...
Openen en sluiten BEDIENING Zonneschermen achterste Overzicht zijruiten WAARSCHUWING Bij gesloten zonneschermen en geopende rui‐ ten kunnen de zonneschermen tijdens het rij‐ den zwaar door de rijwind worden belast. De zonneschermen kunnen worden beschadigd en de inzittenden in gevaar brengen. Er bestaat Glazen dak/zonnescherm openen/ kans op letsel.
Openen en sluiten BEDIENING Glazen dak en zonnescherm Comfortsluiten met de afstandsbediening, zie pagina 80. apart openen/sluiten Sluiten via het comforttoegangssysteem, zie pa‐ ▷ Schakelaar tot het drukpunt in gina 89. de gewenste richting schuiven en houden. Comfortpositie Het zonnescherm wordt ge‐ Bij sommige modellen zijn de windgeluiden in opend, zolang de schakelaar het interieur het minst als het glazen dak nog niet...
Openen en sluiten BEDIENING Sluiten zonder inklembescherming Op het Control Display wordt een storingsmel‐ ding weergegeven. Er vindt geen nieuwe sluitpo‐ uit verhoogde positie ging plaats. Bij gevaar van buitenaf als volgt te werk gaan: Onder de volgende omstandigheden wordt het geopende glazen dak direct opgetild: ▷...
Pagina 105
Openen en sluiten BEDIENING De initialisatie is afgerond wanneer het glazen dak en het zonnescherm na het openen opnieuw zijn gesloten. Online Edition for Part no. 01402720787 - II/19...
Stoelen, spiegels en stuur BEDIENING Stoelen, spiegels en stuur Uitrusting van de auto WAARSCHUWING Als de rugleuning van de stoel te ver naar ach‐ In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ teren is gekanteld, is de beschermende werk‐ cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in ing van de veiligheidsgordel niet meer gewaar‐...
Stoelen, spiegels en stuur BEDIENING Langsrichting Rugleuninghoek Aan de hendel trekken en de stoel in de gewen‐ Aan de hendel trekken en de rugleuning naar be‐ ste richting schuiven. hoefte be- of ontlasten. Na de hendel te hebben losgelaten, de stoel licht voor- of achteruit bewegen zodat de stoel juist Elektrisch verstelbare stoelen vergrendelt.
Pagina 108
Stoelen, spiegels en stuur BEDIENING Langsrichting Rugleuninghoek De schakelaar naar voren of achteren drukken. De schakelaar naar voren of achteren kantelen. Hoogte Bovenbeensteun De schakelaar naar boven of onder drukken. Aan de hendel aan de voorzijde van de stoel trekken en bovenbeensteun naar voren of ach‐ teren schuiven.
Stoelen, spiegels en stuur BEDIENING Rugleuninghoek Welving wordt naar boven/ onder verschoven. Functiebeperking Bij zeer hoge en zeer lage temperaturen kan de lordosesteun evt. niet worden ingesteld. Rugleuningbreedte Principe Aan de hendel trekken en de rugleuning naar be‐ Met een aangepaste rugleuningbreedte kan de hoefte be- of ontlasten.
Stoelen, spiegels en stuur BEDIENING Veiligheidsvoorschriften of een andere gekwalificeerde Service Partner of specialist laten controleren. WAARSCHUWING Correct gebruik van Als meer dan een persoon van dezelfde gordel veiligheidsgordels gebruikmaakt, is de beschermende werking van de veiligheidsgordel niet meer gewaar‐ ▷...
Stoelen, spiegels en stuur BEDIENING Gordelherinnering voor Veiligheidsfunctie bestuurders- en passagiersstoel In kritieke rij-omstandigheden, bijvoorbeeld een noodstop, worden de voorste gordels automa‐ Algemeen tisch voorgespannen. De gordelherinnering wordt geactiveerd als de Wordt de rijsituatie afgesloten zonder ongeluk‐ veiligheidsgordel aan bestuurderszijde niet is ken, dan ontspant de gordel weer.
Stoelen, spiegels en stuur BEDIENING Afstand instellen WAARSCHUWING Door voorwerpen op de hoofdsteunen wordt de beschermende werking van hoofd en nek negatief beïnvloed. Er bestaat kans op letsel. ▷ Geen stoel- of hoofdsteunovertrekken ge‐ bruiken. ▷ Geen voorwerpen, zoals kledinghangers, direct aan de hoofdsteunen hangen.
Stoelen, spiegels en stuur BEDIENING Hoofdsteunen achterin ▷ Tijdens het rijden geen accessoires, bij‐ voorbeeld een kussen, gebruiken. Veiligheidsvoorschriften Middelste hoofdsteun omklappen WAARSCHUWING Om het zicht naar achteren te verbeteren kan de Een ontbrekende beschermende werking door middelste hoofdsteun naar achteren worden ge‐ uitgebouwde of niet correct ingestelde hoofd‐...
Pagina 114
Stoelen, spiegels en stuur BEDIENING Na de instelling van de hoogte garanderen dat de De actuele buitenspiegelpositie kan met de Ge‐ hoofdsteun correct vastklikt. heugenfunctie, zie pagina 116, opgeslagen wor‐ den. Uitbouwen Veiligheidsaanwijzing Hoofdsteun alleen verwijderen als op de betref‐ fende zitplaats niemand zit.
Stoelen, spiegels en stuur BEDIENING Storing beeld bij het inparkeren op de stoeprand of op andere obstakels dichtbij de grond verbeterd. Bij een defect van de elektrische installatie de spiegel instellen door tegen de randen van het Activeren spiegelglas te drukken. Schakelaar in positie buitenspiegel In- en uitklappen bestuurderskant schuiven.
Stoelen, spiegels en stuur BEDIENING Overzicht Stuurwiel in langsrichting en hoogte aanpas‐ sen aan de stoelpositie. Hendel weer terugdrukken. Stuurwielverwarming Overzicht Voorwaarden voor een correcte werking ▷ Fotocellen schoonhouden. ▷ Gebied tussen binnenspiegel en voorruit niet bedekken. Stuurwielverwarming Stuurwiel In-/uitschakelen Veiligheidsaanwijzing Toets indrukken.
Stoelen, spiegels en stuur BEDIENING Algemeen Toets indrukken. Tekst in de toets Per bestuurdersprofiel, zie pagina 94, kunnen licht op. twee geheugenplaatsen met verschillende instel‐ Gewenste toets 1 of 2 indrukken, zolang de lingen bezet worden. tekst is verlicht. Er klinkt een signaal. De volgende instellingen worden niet opgesla‐...
Stoelen, spiegels en stuur BEDIENING Actieve stoelventilatie Achterin Principe Geïntegreerde ventilatoren in de zit- en leuning‐ vlakken zorgen voor een aangenaam zitklimaat. Overzicht Stoelverwarming Inschakelen Toets afhankelijk van de temperatuur‐ stand eenmaal indrukken. Hoogste temperatuur bij drie brandende LED's. Actieve stoelventilatie Als ECO PRO geactiveerd is, wordt de verwar‐...
Stoelen, spiegels en stuur BEDIENING Algemeen Buitentemperatuur instellen, vanaf welke temperatuur de functie moet worden geacti‐ Via iDrive kan worden ingesteld, vanaf welke bui‐ veerd. tentemperatuur de functies automatisch moeten Eventueel gewenste stand instellen. worden geactiveerd. De activering gebeurt als de buitentemperatuur de ingestelde buitentemperatuur over- of onder‐...
Kinderen veilig vervoeren BEDIENING Kinderen veilig vervoeren Uitrusting van de auto Kinderen altijd op de achterbank Algemeen In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in Ongevallenanalyse toont aan dat de achterbank de modelserie aangeboden worden. Er worden de veiligste plek is voor kinderen.
Kinderen veilig vervoeren BEDIENING voor de passagiersairbag, zie pagina 174, wor‐ Beschadigde of bij een ongeval belaste kinder‐ den uitgevoerd. beveiligingssystemen door een servicepartner van de fabrikant of een andere gekwalificeerde Veiligheidsaanwijzing servicepartner of gespecialiseerde werkplaats laten controleren en eventueel vervangen. WAARSCHUWING Niet-uitgeschakelde passagiersairbags kunnen WAARSCHUWING...
Kinderen veilig vervoeren BEDIENING Naar achteren gerichte Rugleuningbreedte kinderveiligheidssystemen Bij instelbare rugleuningbreedte: voor montage van een kinderveiligheidssysteem op de passa‐ giersstoel de rugleuningbreedte op maximaal GEVAAR zetten. De rugleuningbreedte niet meer wijzigen Niet-uitgeschakelde passagiersairbags kunnen en geen geheugenpositie meer oproepen. bij het activeren een kind in een naar achteren gericht kinderveiligheidssysteem dodelijk ver‐...
Kinderen veilig vervoeren BEDIENING Bevestigingen voor bovenste of levensgevaar. Erop letten dat de onderste verankering correct vergrendeld is en dat het ISOFIX bevestigingsriem ISOFIX-kinderveiligheidssysteem strak tegen de leuning aan ligt. Veiligheidsvoorschriften Positie WAARSCHUWING Bij verkeerd gebruik van de bovenste bevesti‐ Symbool Betekenis gingsriem van een kinderveiligheidssysteem...
Kinderen veilig vervoeren BEDIENING Bevestigingsriem eventueel tussen rugleu‐ ning en afdekking bagageruimte door halen. Haak van de bevestigingsriem aan het beves‐ tigingspunt vastmaken. Bevestigingsriem strak omlaag trekken. Hoofdsteun eventueel naar beneden schui‐ ven en vergrendelen. i-Size- Afhankelijk van de uitrusting zijn er voor de bo‐ kinderveiligheidssystemen venste bevestigingsriem van ISOFIX-veiligheids‐...
Kinderen veilig vervoeren BEDIENING Algemeen Overzicht De wettelijke bepalingen voor welk kinderzitje Informatie over de bruikbaarheid van kinderveilig‐ voor welke leeftijd en lichaamsgrootte is toege‐ heidssystemen op de betreffende zitplaatsen, staan, kunnen per land verschillen. De nationale volgens de normen ECE-R 16 en ECE-R 129. wettelijke bepalingen van het betreffende land in acht nemen.
Kinderen veilig vervoeren BEDIENING Portieren Stoelnummer Positie in de auto Vooraan links Vooraan midden Vooraan rechts 2e stoelenrij links 2e stoelenrij midden 2e stoelenrij rechts Vergrendelingshendel aan de achterportieren 3e stoelenrij links naar boven schuiven. 3e stoelenrij midden Het betreffende portier kan alleen van buitenaf worden geopend.
Rijden BEDIENING Rijden Uitrusting van de auto Rijden-stand-by In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ Veiligheidsvoorschriften cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in de modelserie aangeboden worden. Er worden GEVAAR daarom ook uitrustingen beschreven die in een auto, bijvoorbeeld vanwege de landspecifieke of Bij een geblokkeerde uitlaatpijp of onvoldoende gekozen speciale uitrusting niet beschikbaar zijn.
Rijden BEDIENING Automatische start-stop- Rijden-stand-by inschakelen functie Steptronic-versnellingsbak Rempedaal indrukken. Principe Start/stop-knop indrukken. De automatische start-stop-functie helpt brand‐ Het starten verloopt korte tijd automatisch en stof te besparen. Het systeem schakelt daarvoor wordt beëindigd zodra de motor gestart is. de motor tijdens een stop uit, bijvoorbeeld in een De controle- en waarschuwingslampjes in het in‐...
Rijden BEDIENING Als aan alle functievoorwaarden is voldaan, wordt ▷ Als de ruiten zouden kunnen beslaan wan‐ de motor afgezet. neer de automatische airconditioning is inge‐ schakeld. Airconditioning bij afgezette motor ▷ Motor of andere componenten niet op be‐ drijfstemperatuur. Bij afgezette motor wordt de luchthoeveelheid van de airconditioning gereduceerd.
Rijden BEDIENING ▷ De motorkap werd ontgrendeld. ▷ Wordt er een situatie herkend, waarin direct moet worden weggereden, dan wordt de af‐ Sommige controlelampjes branden verschillend gezette motor automatisch gestart. lang. De functie kan bijv. bij ongeldige, verouderde of De motor kan alleen via de Start/stop-knop ge‐ niet beschikbare navigatiegegevens beperkt zijn.
Rijden BEDIENING Auto uitzetten tijdens automatische Veiligheidsvoorschriften motorstop WAARSCHUWING Algemeen Een onbeveiligd voertuig kan vanzelf in bewe‐ Bij een automatische motorstop kan de auto vei‐ ging komen en wegrollen. Er bestaat gevaar lig stilgezet/geparkeerd worden, bijvoorbeeld om voor ongevallen. De auto voor het verlaten te‐ deze te kunnen verlaten.
Rijden BEDIENING Overzicht Steptronic versnellingsbak: schakelaar bij ingedrukt rempedaal of ingeschakelde keuzehendelstand P indrukken. LED en controlelampje doven. Parkeerrem is vrijgezet. Automatisch vrijzetten De parkeerrem wordt bij het wegrijden automa‐ tisch vrijgezet. LED en controlelampje doven. Parkeerrem Automatic Hold Vastzetten Principe Bij stilstaande auto Het systeem is behulpzaam door automatisch...
Rijden BEDIENING Veiligheidsvoorschriften Overzicht WAARSCHUWING Een onbeveiligd voertuig kan vanzelf in bewe‐ ging komen en wegrollen. Er bestaat gevaar voor ongevallen. De auto voor het verlaten te‐ gen wegrollen beveiligen. Om ervoor te zorgen dat de auto tegen wegrol‐ len beveiligd is, het volgende in acht nemen: ▷...
Rijden BEDIENING Automatisch activeren van de Controlelampje dooft zodra de parkeer‐ rem weer gebruiksklaar is. parkeerrem Parkeerrem wordt automatisch vastgezet als de auto door Automatic Hold op zijn plaats wordt Richtingaanwijzers, gehouden en rijden-stand-by wordt uitgescha‐ keld of als de auto wordt verlaten. grootlicht, lichtsignaal Het controlelampje wisselt van groen naar rood.
Rijden BEDIENING De instelling wordt opgeslagen voor het momen‐ als de wissers worden opgeklapt en dat de wis‐ teel gebruikte bestuurdersprofiel. sers bij het inschakelen zijn neergeklapt. Kortstondig knipperen OPMERKING De hendel tot door het drukpunt drukken en in‐ gedrukt houden zolang er geknipperd moet wor‐ Bij vastgevroren wissers kunnen de wisserbla‐...
Rijden BEDIENING Uitschakelen en kort wissen Activeren De hendel uit de basisstand eenmaal naar boven De hendel naar beneden drukken. drukken, pijl 1. ▷ Uitschakelen: de hendel naar onder duwen, Een wisprocedure wordt gestart. tot de basispositie werd bereikt. De LED in ruitenwisserschakelaar brandt. ▷...
Rijden BEDIENING Ruitreinigingsinstallatie Achterruitenwisser Veiligheidsvoorschriften Overzicht WAARSCHUWING Bij lage temperaturen kan de sproeiervloeistof op de ruit bevriezen en het zicht beperken. Er bestaat gevaar voor ongevallen. Wasstraten al‐ leen gebruiken als het bevriezen van de sproei‐ ervloeistof uitgesloten is. Indien nodig antivries gebruiken.
Pagina 138
Rijden BEDIENING Veiligheidsvoorschriften Wissers volledig optillen van de voorruit uit‐ klappen. WAARSCHUWING Als de wissers zich in beweging zetten wan‐ neer ze uitgeklapt zijn, kunnen lichaamsdelen worden ingeklemd of delen van de auto worden beschadigd. Er bestaat kans op letsel of schade.
Pagina 139
Rijden BEDIENING Storing andere flessen vullen. Bedrijfsstoffen buiten het bereik van kinderen bewaren. Als onverdund ruitensproeierconcentraat uit al‐ cohol wordt gebruikt, kunnen er bij lage tempera‐ turen onder -15 ℃ onjuiste weergaven ontstaan. WAARSCHUWING Sproeiervloeistof kan bij contact met hete mo‐ Steptronic versnellingsbak toronderdelen ontbranden.
Rijden BEDIENING N neutraalstand Keuzehendelstand D, N, R inschakelen In keuzehendelstand N kan de auto worden ge‐ duwd of zonder aandrijving rollen, bijvoorbeeld in Een keuzehendelblokkering voorkomt de vol‐ wasstraten, zie pagina 141. gende bedieningsfout: ▷ Het abusievelijk inschakelen van keuzehen‐ P parkeerstand delstand R.
Pagina 141
Rijden BEDIENING Keuzehendelstand P inschakelen Ongeacht de gereedheid wordt keuzehendel‐ stand P na ongeveer 35 minuten automatisch in‐ geschakeld. Bij een defect kan de keuzehendelstand mogelijk niet gewijzigd worden. Eventueel de parkeervergrendeling elektronisch ontgrendelen, zie pagina 143. Kickdown Met kickdown wordt een maximale rijprestatie Toets P indrukken.
Op het instrumentenpaneel wordt D weergege‐ lingsbak bij handbediening M/S bij het bereiken ven. van bepaalde toerentalgrenzen niet automatisch Handbediening M/S Bij overeenkomstige BMW M-aandrijfconfigura‐ tie is deze functie onafhankelijk van de rijmodus Principe actief. Bij de handbediening kunnen de versnellingen Bovendien wordt bij kickdown niet teruggescha‐...
Rijden BEDIENING Parkeervergrendeling Permanente handbediening elektronisch ontgrendelen In keuzehendelstand S wordt na bediening van een schakelpaddel permanent naar de handbe‐ diening gewisseld. Algemeen De parkeervergrendeling elektronisch ontgren‐ Steptronic Sport versnellingsbak delen om de auto uit de gevarenzone te ma‐ Afhankelijk van de versnellingsbakuitvoering kan noeuvreren.
Pagina 144
Rijden BEDIENING Launch Control Opnieuw gebruiken binnen een rit Nadat Launch Control werd gebruikt moet de Principe versnellingsbak ongeveer 5 min afkoelen voordat Launch Control opnieuw kan worden gebruikt. Launch Control maakt bij droge omgevingsom‐ Launch Control stelt zich bij het opnieuw gebrui‐ standigheden een optimale acceleratie op stroef ken op de omgevingsomstandigheden in.
Pagina 145
Rijden BEDIENING Overzicht SPORT Principe Dynamische afstemming voor een grotere wend‐ baarheid met geoptimaliseerd onderstel. Inschakelen Toets zo vaak indrukken tot in het in‐ strumentenpaneel SPORT wordt weer‐ gegeven. Weergaven in het SPORT INDIVIDUAL instrumentenpaneel De geselecteerde rijmodus wordt Principe op het instrumentenpaneel weer‐...
Rijden BEDIENING ECO PRO Inschakelen Toets indrukken. Op het instrumenten‐ Principe paneel wordt ADAPTIVE weergegeven. Afstemming voor optimaal brandstofverbruik. Configuratie INDIVIDUAL Inschakelen Toets zo vaak indrukken tot in het in‐ Algemeen strumentenpaneel ECO PRO wordt De individuele configuratie van de rijmodus weergegeven.
Weergaven BEDIENING Weergaven Uitrusting van de auto Buitentemperatuur 152 Variabele weergaven In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ Benodigd onderhoud 153 cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in 4 Uitgebreid instrumentenpaneel: toerentel‐ de modelserie aangeboden worden. Er worden ler 152 daarom ook uitrustingen beschreven die in een Uitgebreid instrumentenpaneel: ECO PRO auto, bijvoorbeeld vanwege de landspecifieke of weergeven 302...
Weergaven BEDIENING "Instrumentencombinatie" ▷ "Verkeersborden": Speed Limit Info weer‐ geven. Gewenste instelling selecteren: ▷ "STANDARD": alle weergaven op het in‐ Check-Control strumentenpaneel zijn actief. ▷ "RUSTIG" De weergaven op het instru‐ mentenpaneel worden tot het hoogstno‐ Principe dige beperkt. Check-Control controleert functies in de auto en ▷...
Weergaven BEDIENING omgedaan of voorwerpen herkend op de passa‐ Dynamische stabiliteitscontrole DSC giersstoel. Controlelampje knippert: DSC regelt de Controleren of de veiligheidsgordel correct is aandrijf- en remkrachten. De auto wordt omgedaan. gestabiliseerd. Snelheid verlagen en rijst‐ ijl aan de wegomstandigheden aanpassen. Gordelwaarschuwing voor achterbank Controlelampje brandt: DSC is uitgevallen.
Weergaven BEDIENING ▷ Bij banden met speciale goedkeuring: RDC Richtingaanwijzers kon de reset niet afsluiten: reset van systeem Richtingaanwijzers ingeschakeld. opnieuw uitvoeren. Ongewoon snel knipperen van de con‐ ▷ Wiel zonder RDC-elektronica is gemonteerd: trolelampje duidt op een uitgevallen rich‐ evt.
Weergaven BEDIENING Blauwe lampjes Controller naar links kantelen. "Check Control" Grootlicht Tekstmelding selecteren. Grootlicht is ingeschakeld. Weergave Grootlicht, zie pagina 135. Check-Control Check-Control-meldingen Minimaal één Check-Control-melding onderdrukken wordt weergegeven of is opgeslagen. Tekstmeldingen Tekstmeldingen in combinatie met een symbool in het instrumentenpaneel geven uitleg over een Check-Control-melding en de betekenis van de controle- en waarschuwingslampjes.
Weergaven BEDIENING Brandstofmeter Gereedheid en rijden- stand-by Principe De weergave OFF bij de toeren‐ Het actuele vulpeil van de brandstoftank wordt teller geeft aan dat de rijden- weergegeven. stand-by is uitgeschakeld en de gereedheid is ingeschakeld. Algemeen Het hellen van de auto kan tot schommelingen in De tekst READY bij de toerentel‐...
Weergaven BEDIENING Veiligheidsaanwijzing Het gevaar voor gladheid is toegenomen. Veiligheidsaanwijzing OPMERKING Bij een actieradius onder 50 km kan de brand‐ WAARSCHUWING stoftoevoer naar de motor in gevaar komen. Ook bij temperaturen boven +3 ℃ kan gevaar Het functioneren van de motor is niet gewaar‐ voor gladheid bestaan, bijvoorbeeld op bruggen borgd.
Weergaven BEDIENING Bepaalde informatie over servicebehoefte kan Via iDrive: ook op de BMW Displaysleutel worden weerge‐ "Mijn auto" geven. "Autostatus" Weergave Controller naar links kantelen. "Servicebehoefte" Gedetailleerde informatie over het "Autokeuring (APK)" benodigde onderhoud "Datum:" Nadere informatie over de omvang van het on‐...
Weergaven BEDIENING Weergaven Bij voertuigen zonder schakelpuntindicator wordt de ingeschakelde versnelling weergegeven. Via iDrive: Voorbeeld Beschrijving "Mijn auto" Meest energiezuinige versnelling "Autostatus" is ingeschakeld. Controller naar links kantelen. "Servicebehoefte" Naar energiezuinigere versnelling "Service historie" schakelen. Vermelding selecteren om nadere informatie te laten weergeven.
Weergaven BEDIENING Inhaalverbodaanduiding Overzicht Principe Camera Door de camera herkende inhaalverboden en hun opheffingen worden met overeenkomstige symbollen op het instrumentenpaneel en evt. op de Head-Up Display weergegeven. Algemeen Het systeem houdt rekening met inhaalverboden en opheffingen die herkenbaar gemaakt zijn door borden.
Weergaven BEDIENING Extra tekens "Instrumentencombinatie" "Verkeersborden" Symbolen Beschrijving Weergave Tijdelijke snelheidslimieten. Snelheidslimiet geldt alleen bij Algemeen nat wegdek. Naargelang de landsuitrusting worden onderbor‐ den en inhaalverboden samen met Speed Limit Snelheidslimiet geldt alleen bij Info weergegeven. sneeuw. Afhankelijk van de uitrusting signaliseert buiten Snelheidslimiet geldt alleen bij de bebouwde kom evt.
Weergaven BEDIENING Lijst activeren en instelling ▷ Als de voorruit voor de binnenspiegel besla‐ gen, verontreinigd of door stickers enz. be‐ uitvoeren dekt is. ▷ Als de camera vanwege te hoge temperatu‐ ren oververhit en tijdelijk uitgeschakeld is. ▷ Vanwege mogelijke verkeerde herkenningen van de camera.
Weergaven BEDIENING Informatie oproepen De instelling wordt opgeslagen voor het momen‐ teel gebruikte bestuurdersprofiel. Informatie in detail Kilometer- en dagteller Kilometers weergeven/resetten ▷ Op de knop drukken om de dagteller weer te geven. Toets op de richtingaanwijzerschakelaar indruk‐ Bij uitgeschakelde rijden- ken.
Weergaven BEDIENING Weergave ▷ Momenteel verbruik, pijl 3. Gemiddelde snelheid en gemiddeld verbruik Algemeen De gemiddelde snelheid en het gemiddeld ver‐ bruik worden berekend voor het afgelegde tra‐ ject sinds de laatste reset in de boordcomputer. Bij het berekenen van de gemiddelde snelheid ▷...
Weergaven BEDIENING Boordcomputer op het "Reiscomputer" Controller eventueel naar links kantelen. Control Display ▷ "Terugzetten": alle waarden worden teruggezet. Principe ▷ "Automatische reset": alle waarden De boordcomputer toont verschillende gegevens worden na circa 4 uur stilstand van de van de auto op het Control Display, zoals de ge‐ auto teruggezet.
Status van de bandenspan‐ ningscontrole, zie pagina 331. "Mijn auto" "Motoroliepeil": Elektronische "Auto instellingen" oliepeilcontrole, zie pagina 350. "Snelheidswaarschuwing" "AdBlue": BMW diesel met "Snelheidswaarschuwing" BluePerformance, zie pa‐ gina 315. Actuele snelheid overnemen als snelheidswaarschuwing "Check Control": Weergave van opgeslagen Check-Control-mel‐...
Pagina 163
Weergaven BEDIENING Overzicht "Head-up display" Gewenste instelling selecteren: ▷ "STANDARD": alle weergaven op het Head-Up Display zijn actief. ▷ "RUSTIG": de weergaven op het Head-Up Display worden tot het hoogstnodige be‐ perkt. ▷ "INDIVIDUAL": alle weergaven op het Head-Up Display zijn actief. Afzonderlijke weergaven, zoals bijv.
Weergaven BEDIENING Controller draaien tot de gewenste helder‐ ▷ Zitpositie. heid bereikt is. ▷ Voorwerpen op de afdekking van het Head- Controller indrukken. Up Display. Bij ingeschakeld dimlicht kan de helderheid van ▷ Zonnebrillen met bepaalde polarisatiefilters. het Head-Up Display ook met behulp van de in‐ ▷...
Verlichting BEDIENING Verlichting Uitrusting van de auto Symbool Functie Parkeerlicht. In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in de modelserie aangeboden worden. Er worden Automatische verlichtingsregeling. daarom ook uitrustingen beschreven die in een Adaptieve lichtfuncties. auto, bijvoorbeeld vanwege de landspecifieke of gekozen speciale uitrusting niet beschikbaar zijn.
Verlichting BEDIENING Dimlicht Bodemverlichting Schakelaarstand: Het dimlicht brandt bij ingeschakelde rijden- stand-by. Parkeerlicht Bij het parkeren van de auto kan aan één kant het parkeerlicht worden ingeschakeld. Toets Functie De lichtbron bevindt zich op de aangegeven po‐ Parkeerlicht, rechts aan/uit. sitie.
Verlichting BEDIENING Dynamische ECO- Algemeen verlichtingsfunctie Een blauwe hemel met laagstaande zon kan tot inschakelen van de verlichting leiden. Algemeen Activeren Afhankelijk van snelheid en afstand tot de voor‐ Schakelaarstand: ligger wordt de helderheid van het dimlicht ver‐ Het controlelampje in het instrumentenpaneel laagd.
Verlichting BEDIENING Om het tegemoetkomend verkeer niet te verblin‐ het verlaten van een rotonde wordt de hoekver‐ den, draait de adaptieve bochtverlichting bij stil‐ lichting aan beide zijden weer uitgeschakeld. stand niet naar de tegemoetkomende baan. Als de voorlichten worden veranderd, zie pa‐ Adaptieve gina 170, is de adaptieve bochtverlichting even‐...
Pagina 169
Verlichting BEDIENING Inschakelen/uitschakelen scheepsverkeer nabij de weg of bij wildover‐ steekplaatsen. ▷ In scherpe bochten, op steile hellingen, bij kruisend verkeer of half verdekt tegemoetko‐ mend verkeer op de snelweg. ▷ In slecht verlichte dorpen of bij sterk reflecte‐ rende borden. ▷...
Verlichting BEDIENING Mistachterlicht De adaptieve verlichtingsfuncties zijn mogelijk al‐ leen beperkt beschikbaar. Voorwaarden voor een correcte werking Instrumentenverlichting Voor het inschakelen van het mistachterlicht moeten het dimlicht of de mistlampen ingescha‐ Voorwaarden voor een correcte keld zijn. werking In-/uitschakelen Voor de instelling van de lichtsterkte moet het stads- of dimlicht ingeschakeld zijn.
Verlichting BEDIENING Interieurverlichting in-/ Kleurschema selecteren uitschakelen Via iDrive: Toets indrukken. "Mijn auto" "Auto instellingen" Permanent uitschakelen: toets circa 3 seconden "Verlichting" ingedrukt houden. "Interieurverlichting" De interieurverlichting achterin kan onafhankelijk "Kleur" worden in- en uitgeschakeld. De toets bevindt Gewenste instelling selecteren. zich in de dakhemel achterin.
Veiligheid BEDIENING Veiligheid Uitrusting van de auto auto, bijvoorbeeld vanwege de landspecifieke of gekozen speciale uitrusting niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsrelevante functies In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ en systemen. Bij gebruik van deze functies en cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in systemen moeten de geldende wetten en voor‐...
Veiligheid BEDIENING Hoofdairbag ▷ Tussen airbags en personen mogen zich geen andere personen, dieren of voorwerpen De hoofdairbag beschermt het hoofd in geval bevinden. van een zijdelingse botsing. ▷ Dashboard en voorruit aan passagierszijde vrijhouden, d.w.z. niet met folie of bekledin‐ Knie-airbag gen afdekken en geen houders voor bijvoor‐...
Veiligheid BEDIENING Bedrijfsklare toestand van het Sleutelschakelaar voor airbagsysteem passagiersairbag Veiligheidsvoorschriften Principe Met de sleutelschakelaar voor de passagiersair‐ bags kan bij gebruik van een kinderveiligheids‐ WAARSCHUWING systeem op de passagiersstoel de front- en zij- Na het activeren van het airbagsysteem kunnen airbag aan passagierszijde gedeactiveerd de afzonderlijke componenten zeer warm zijn.
Veiligheid BEDIENING Ingedrukt houden en tot de aanslag in de Weergave Functie stand OFF draaien. De sleutel aan de aanslag Bij geactiveerde passagiersair‐ verwijderen. bags brandt het controlelampje Erop letten dat de sleutelschakelaar in de gedurende korte tijd en gaat eindstand staat, zodat de airbags gedeacti‐...
Pagina 176
Veiligheid BEDIENING de Check Control melding niet openen. Door een Service Partner van de fabrikant of een an‐ WAARSCHUWING dere gekwalificeerde Service Partner of specia‐ Veranderingen aan de voetgangersbescher‐ list laten controleren. ming kunnen het uitvallen, een storing of het ongewenst in werking treden van de voetgan‐...
Veiligheid BEDIENING Overzicht ▷ Botsingswaarschuwing met remfunctie, zie pagina 178. Toets in de auto ▷ Uitwijkhulp, zie pagina 182. ▷ Persoonswaarschuwing met City-remfunctie, zie pagina 185. ▷ Waarschuwing rijbaan verlaten, zie pa‐ gina 187. ▷ Rijstrookwisselmelding, zie pagina 191. ▷ WAARSCHUWING voor een aanrijding van opzij, zie pagina 194.
Veiligheid BEDIENING wordt gewijzigd, worden alle instellingen van het De botsingswaarschuwing is ook bij gedeacti‐ menu geactiveerd. veerde snelheidsregeling beschikbaar. Bij het bewust naderen van een voertuig vinden Toets herhaaldelijk indrukken. Er wordt de botsingswaarschuwing en de remingreep la‐ tussen de volgende instellingen gewis‐ ter plaats om onjuiste systeemreacties te voor‐...
Veiligheid BEDIENING Camera WAARSCHUWING Weergaven en waarschuwingen ontslaan u niet van uw eigen verantwoording. Door systeem‐ beperkingen kunnen waarschuwingen of reac‐ ties van het systeem niet, te laat, onjuist of on‐ gegrond worden afgegeven. Er bestaat gevaar voor ongevallen. Rijstijl aan de verkeerssituatie aanpassen.
Veiligheid BEDIENING "INDIVIDUAL configureren": afhankelijk van de Het geselecteerde tijdstip wordt opgeslagen uitvoering kunnen de Intelligent Safety-systemen voor het momenteel gebruikte bestuurderspro‐ afzonderlijk geconfigureerd worden. De indivi‐ fiel. duele instellingen worden geactiveerd en opge‐ Waarschuwing met remfunctie slagen voor het momenteel gebruikte bestuur‐ dersprofiel.
Veiligheid BEDIENING Remingreep, City-remfunctie De remingreep kan door het indrukken van het gaspedaal of door een actieve stuurbeweging De waarschuwing is een dringend verzoek om worden afgebroken. zelf in te grijpen. Tijdens een waarschuwing Kruispuntwaarschuwing: bij kruisende voertuigen wordt, bij het bedienen van de rem, de maximale vindt er geen remingreep plaats.
Pagina 182
Veiligheid BEDIENING Uitwijkhulp ▷ Voertuigen met ongebruikelijke achterzijde. ▷ Vooroprijdende tweewielers. ▷ Bij kruispuntwaarschuwing: kruisende auto's Principe waarbij de snelheid hoger ligt dan de eigen Het systeem ondersteunt bij bepaalde situatie de snelheid. bestuurder bij het uitwijken, bijv. bij plotseling voorkomende hindernissen.
Veiligheid BEDIENING WAARSCHUWING Weergaven en waarschuwingen ontslaan u niet van uw eigen verantwoording. Door systeem‐ beperkingen kunnen waarschuwingen of reac‐ ties van het systeem niet, te laat, onjuist of on‐ gegrond worden afgegeven. Er bestaat gevaar voor ongevallen. Rijstijl aan de verkeerssituatie aanpassen.
Veiligheid BEDIENING Waarschuwing met Detectiegebied uitwijkondersteuning Het detectievermogen van het systeem is be‐ perkt. Weergave in het Daarom kan het gebeuren dat de systeemreac‐ instrumentenpaneel ties niet of te laat plaatsvinden. Als er een botsing met een waargenomen ander Het volgende wordt bijvoorbeeld mogelijkerwijs voertuig dreigt, wordt in het instrumentenpaneel niet herkend: en in het Head-Up Display een waarschuwings‐...
Veiligheid BEDIENING Persoonswaarschuwing Veiligheidsvoorschriften met City-remfunctie WAARSCHUWING Het systeem ontlast u niet van persoonlijke ver‐ Principe antwoordelijkheid om de zichtomstandigheden Het systeem kan helpen om ongevallen met en de verkeerssituatie juist in te schatten. Er voetgangers te voorkomen. Het systeem waar‐ bestaat gevaar voor ongevallen.
Pagina 186
Veiligheid BEDIENING Intelligent Safety "ALL ON": alle Intelligent Safety-systemen wor‐ den ingeschakeld. Voor de subfuncties worden basisinstellingen geactiveerd. Camera "INDIVIDUAL": de Intelligent Safety-systemen worden overeenkomstig de individuele instellin‐ gen ingeschakeld. Enkele Intelligent Safety-systemen kunnen niet afzonderlijk uitgeschakeld worden. Toets ingedrukt houden. Alle Intelligent Safety-systemen worden uitgeschakeld.
Veiligheid BEDIENING Beperkte werking dersteuning van de rembekrachtiging is het vol‐ doende snel en krachtig indrukken van het rem‐ De werking kan bijvoorbeeld in de volgende situ‐ pedaal. aties beperkt zijn: Daarnaast kan het systeem bij botsingsgevaar ▷ Bij dichte mist en hevige regen of sneeuwval. ondersteuning bieden door een remingreep.
Pagina 188
Veiligheid BEDIENING Overzicht Het systeem waarschuwt niet wanneer voor het verlaten van de rijstrook richting wordt aangege‐ ven. Toets in de auto Auto's met waarschuwing voor een aanrijding van opzij: wordt in het snelheidsbereik tot 210 km/h een rijbaanbegrenzingslijn overschre‐ den, dan grijpt het systeem naast de trilling in door een korte actieve stuuringreep.
Veiligheid BEDIENING Als alle Intelligent Safety-systemen uitgescha‐ "Intelligent Safety" keld zijn, worden nu alle systemen ingeschakeld. "Rijstr.verlatenwaarsch." "INDIVIDUAL configureren": afhankelijk van de Gewenste instelling selecteren. uitvoering kunnen de Intelligent Safety-systemen ▷ "Altijd": het systeem waarschuwt in iedere afzonderlijk geconfigureerd worden. De indivi‐ gevaarlijke situatie.
Veiligheid BEDIENING Weergave in het Grenzen van het systeem instrumentenpaneel Veiligheidsaanwijzing Het symbool brandt groen: ten minste één rijbaanbegrenzingslijn werd herkend en waarschuwen is mogelijk. WAARSCHUWING Het systeem kan door beperkingen van het systeem niet, te laat, onjuist of ongegrond rea‐ Waarschuwingsfunctie geren.
Veiligheid BEDIENING Veiligheidsvoorschriften Als de werking is beperkt, wordt een Check- Control-melding weergegeven. WAARSCHUWING Rijstrookwisselmelding Het systeem ontlast u niet van persoonlijke ver‐ antwoordelijkheid om de zichtomstandigheden en de verkeerssituatie juist in te schatten. Er Principe bestaat gevaar voor ongevallen. Rijstijl aan de De rijstrookwisselmelding herkent voertuigen in verkeerssituatie aanpassen.
Pagina 192
Veiligheid BEDIENING Radarsensoren "ALL ON": alle Intelligent Safety-systemen wor‐ den ingeschakeld. Voor de subfuncties worden basisinstellingen geactiveerd. "INDIVIDUAL": de Intelligent Safety-systemen worden overeenkomstig de individuele instellin‐ gen ingeschakeld. Enkele Intelligent Safety-systemen kunnen niet afzonderlijk uitgeschakeld worden. Toets ingedrukt houden. Alle Intelligent Safety-systemen worden De radarsensoren bevinden zich in de achter‐...
Pagina 193
Veiligheid BEDIENING "Stuurwielvibratie" vindt, gaat het stuurwiel kort trillen en begint het lampje in de buitenspiegel fel te knipperen. Gewenste instelling selecteren. De waarschuwing wordt beëindigd, als de rich‐ De instelling wordt overgenomen voor alle Intelli‐ tingaanwijzer wordt uitgeschakeld of als het an‐ gent Safety-systemen en opgeslagen voor het dere voertuig het kritieke gebied heeft verlaten.
Veiligheid BEDIENING Beperkte werking Als de werking is beperkt, wordt een Check- Control-melding weergegeven. De werking kan bijvoorbeeld in de volgende situ‐ Bij een bezette aanhangwagencontactdoos, bij‐ aties beperkt zijn: voorbeeld bij het rijden met een aanhangwagen ▷ Als de snelheid van het naderende voertuig of fietsendrager, kan het systeem niet worden in‐...
Pagina 195
Veiligheid BEDIENING Veiligheidsvoorschriften Radarsensoren De radarsensoren bevinden zich in de bumpers. WAARSCHUWING Het systeem ontlast u niet van persoonlijke ver‐ antwoordelijkheid om de zichtomstandigheden en de verkeerssituatie juist in te schatten. Er bestaat gevaar voor ongevallen. Rijstijl aan de verkeerssituatie aanpassen. Verkeerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.
Pagina 196
Veiligheid BEDIENING In-/uitschakelen Toets Status Toets brandt groen: alle Intelligent Sa‐ Automatisch inschakelen fety-systemen zijn ingeschakeld. De Waarschuwing voor een aanrijding van opzij Knop brandt oranje: enkele Intelligent wordt automatisch geactiveerd na het vertrek, als Safety-Systemen zijn uitgeschakeld of de functie bij beëindiging van de laatste einde rit momenteel niet beschikbaar.
Veiligheid BEDIENING het systeem in acht nemen en eventueel actief Als de werking is beperkt, wordt een Check- ingrijpen. Control-melding weergegeven. Bij een bezette aanhangwagencontactdoos, bij‐ voorbeeld bij het rijden met een aanhangwagen Beperkte werking of fietsendrager, kan het systeem niet worden in‐ De werking kan in de volgende voorbeeldsitua‐...
Veiligheid BEDIENING Veiligheidsvoorschriften Het systeem wordt in de volgende situaties auto‐ matisch gedeactiveerd: ▷ Bij achteruitrijden. WAARSCHUWING ▷ Bij bezette aanhangwagencontactdoos, bij‐ Het systeem ontlast u niet van persoonlijke ver‐ voorbeeld bij het rijden met een aanhangwa‐ antwoordelijkheid om de zichtomstandigheden gen of fietsendrager.
Pagina 199
Veiligheid BEDIENING Overzicht Het systeem waarschuwt binnen het snelheids‐ bereik van 10 km/h tot 65 km/h. Toets in de auto Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING Het systeem ontlast u niet van persoonlijke ver‐ antwoordelijkheid om de zichtomstandigheden en de verkeerssituatie juist in te schatten. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Pagina 200
Veiligheid BEDIENING Als alle Intelligent Safety-systemen uitgescha‐ "Voorrangswaarsch." keld zijn, worden nu alle systemen ingeschakeld. 5. ▷ "Vroeg" "INDIVIDUAL configureren": afhankelijk van de ▷ "Midden" uitvoering kunnen de Intelligent Safety-systemen ▷ "Laat": er worden alleen acute waarschu‐ afzonderlijk geconfigureerd worden. De indivi‐ wingen weergegeven.
Veiligheid BEDIENING Vooralarm Grenzen van het systeem Als de bestuurder een voorrangsbord niet heeft Veiligheidsaanwijzing gezien, wordt op het instrumentenpaneel een van de volgende borden weergegeven: WAARSCHUWING Bord Betekenis Het systeem kan door beperkingen van het Voorrang verlenen. systeem niet, te laat, onjuist of ongegrond rea‐ geren.
Veiligheid BEDIENING Active Protection ▷ Tijdens de kalibratieprocedure van de camera direct na aflevering van de auto. ▷ Bij aanhoudende verblindende werking door Principe tegenlicht, bijvoorbeeld door laaghangende Active Protection bereidt de inzittenden en de zon. auto in kritieke rijsituaties of als een aanrijding ▷...
Pagina 203
Veiligheid BEDIENING Functie Auto sterker afremmen Bij gesloten gordel wordt na het wegrijden de In bepaalde situaties kan het nodig zijn om het gordelband van de bestuurder en de voorpassa‐ voertuig sneller tot stilstand te brengen dan door gier eenmalig automatisch strak aangetrokken. de automatische remming.
Veiligheid BEDIENING Functie Tijdens de weergave kunnen verschillende in‐ stellingen worden geselecteerd. Het systeem wordt elke keer bij het inschakelen Na een pauze kan op z'n vroegst na circa 45 mi‐ van rijden-stand-by geactiveerd. nuten weer een aanbeveling voor pauze worden Na begin van het rijden wordt het systeem op de weergegeven.
Rijstabiliteitsregelsystemen BEDIENING Rijstabiliteitsregelsystemen Uitrusting van de auto Adaptieve remassistent In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ In combinatie met de actieve snelheidsregeling cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in zorgt het systeem ervoor, dat de rem bij het af‐ de modelserie aangeboden worden. Er worden remmen in kritieke situaties nog sneller reageert.
Rijstabiliteitsregelsystemen BEDIENING DSC deactiveren/activeren ▷ Uitbreken van de achterzijde van de auto, wat tot oversturen kan leiden. Algemeen ▷ Gripverlies van de voorwielen, wat tot onder‐ sturen kan leiden. Door DSC uit te schakelen wordt de rijstabiliteit bij het accelereren en in bochten minder. Veiligheidsvoorschriften In verband met een optimale stabiliteit DSC zo spoedig mogelijk weer inschakelen.
Pagina 207
Rijstabiliteitsregelsystemen BEDIENING Dynamische tractiecontrole DTC activeren/deactiveren DTC activeren Toets indrukken. Principe Het instrumentenpaneel geeft TRAC‐ Het DTC-systeem is een op tractie geoptimali‐ TION weer en het controlelampje voor DSC OFF seerde variant van de dynamische stabiliteitscon‐ gaat aan. trole DSC. Het systeem waarborgt bij bijzondere rijbaansi‐...
Pagina 208
Rijstabiliteitsregelsystemen BEDIENING Hill Descent Control HDC dynamische stabiliteitscontrole DSC worden de tractie en rijdynamiek verder geoptimaliseerd. xDrive verdeelt de aandrijfkrachten afhankelijk Principe van de rijsituatie en wegdektoestand variabel over de voor- en achteras. Hill Descent Control, HDC, is een bergafrijhulp die bij steile hellingen de snelheid regelt, bijv.
Rijstabiliteitsregelsystemen BEDIENING Snelheid tussen ca. 3 km/h en ca. 30 km/h wor‐ ▷ Tuimelschakelaar naar boven drukken en den als gewenste snelheid overgenomen. houden: de snelheid verhoogt zolang de tui‐ melschakelaar wordt ingedrukt. Noodremfunctie, actieve inparkeerhulp: de nood‐ remfunctie, zie pagina 230, wordt gedeacti‐ ▷...
Rijhulpsystemen BEDIENING Rijhulpsystemen Uitrusting van de auto Bediening Inschakelen In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in Toets op het stuurwiel indrukken. de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschreven die in een De actuele rijsnelheid wordt overgenomen als auto, bijvoorbeeld vanwege de landspecifieke of snelheidslimiet.
Rijhulpsystemen BEDIENING Snelheidslimiet wijzigen De beperking wordt automatisch weer geacti‐ veerd, zodra de actuele snelheid onder de inge‐ stelde snelheidslimiet komt. Waarschuwing bij overschrijding van de snelheidslimiet Optische waarschuwing Bij het overschrijden van de ingestelde snelheidslimiet: het controlelampje in het Tuimelschakelaar zo vaak naar boven of bene‐...
Rijhulpsystemen BEDIENING ▷ Controlelampje knippert: de ingestelde snel‐ heidslimiet wordt overschreden. WAARSCHUWING ▷ Controlelampje grijs: het systeem is onder‐ Het gebruik van het systeem kan in de vol‐ broken. gende situaties tot een verhoogd gevaar voor ongevallen leiden, bijv.: ▷ Bij bochtig wegverloop. Statusweergave ▷...
Rijhulpsystemen BEDIENING Snelheidsregeling in-/ Snelheid instellen uitschakelen Snelheid handhaven en opslaan Inschakelen Toets op het stuurwiel indrukken. De controlelampjes in het instrumentenpaneel branden en de markering op de snelheidsmeter wordt op de huidige snelheid gezet. De snelheidsregeling is actief. De momenteel gereden snelheid wordt aangehouden en opge‐...
Rijhulpsystemen BEDIENING ▷ Drukken op de tuimelschakelaar door het ▷ Markering oranje/wit: systeem is onderbro‐ drukpunt heen verandert de gewenste snel‐ ken, de markering toont de opgeslagen snel‐ heid telkens tot het volgende tiental van de heid. km/h-weergave op de snelheidsmeter. ▷...
Rijhulpsystemen BEDIENING Actieve snelheidsregeling serveren en in de betreffende situaties actief ingrijpen. met Stop&Go-functie ACC Principe WAARSCHUWING Met dit systeem kan via de toetsen op het stuur‐ Een onbeveiligd voertuig kan vanzelf in bewe‐ wiel een gewenste snelheid en een afstand tot ging komen en wegrollen.
Rijhulpsystemen BEDIENING Overzicht Camera Toetsen op stuurwiel Toets Functie Snelheidsregeling aan/uit, zie pa‐ gina 216. Snelheidsregeling onderbreken, zie pagina 217. Snelheidsregeling met laatste instel‐ De camera bevindt zich bij de binnenspiegel. ling voortzetten, zie pagina 218. Voorruit voor de binnenspiegel schoon en vrij houden.
Rijhulpsystemen BEDIENING Uitschakelen Snelheid instellen Bij uitschakelen in stilstand tegelijkertijd de rem Snelheid handhaven en opslaan indrukken. Toets op het stuurwiel indrukken. De weergaven verdwijnen. De opgeslagen ge‐ wenste rijsnelheid wordt gewist. Handmatig onderbreken Bij geactiveerde toestand toets in het stuurwiel indrukken.
Rijhulpsystemen BEDIENING Met stuur- en spoorassistent: ▷ Drukken op de tuimelschakelaar door het drukpunt heen verandert de gewenste snel‐ afstand instellen heid telkens tot het volgende tiental van de Toets zo vaak indrukken tot de gewen‐ km/h-weergave op de snelheidsmeter. ste afstand is ingesteld.
Pagina 219
Rijhulpsystemen BEDIENING Omschakelen naar Symbool Beschrijving snelheidsregeling zonder Afstand 1 afstandsregeling Tijdens het rijden met geactiveerde snelheidsre‐ geling kan de afstandregeling worden uit- en in‐ geschakeld. Met stuur- en spoorassistent: toets in‐ Afstand 2 gedrukt houden. Zonder stuur- en spoorassistent: Toets ingedrukt houden.
Rijhulpsystemen BEDIENING Zodra het herkende voertuig is weggereden, be‐ ▷ Weergave in het Head-Up Display geselec‐ weegt het voertuigsymbool in de afstandsindica‐ teerd, zie pagina 162. tie zich weg. ▷ Afstand te kort. Om te accelereren, ACC activeren bijvoorbeeld ▷ Snelheid boven circa 70 km/h.
Rijhulpsystemen BEDIENING Invoegende voertuigen Bij het naderen van een bocht kan het systeem in verband met de kromming van de bocht kort‐ Een voorligger wordt pas herkend, als deze zich stondig reageren op voertuigen die zich op de volledig op de eigen strook bevindt. andere rijstrook bevinden.
Pagina 222
Rijhulpsystemen BEDIENING Speed Limit Assist Oplettend rijden en zelf reageren op de heer‐ sende verkeerssituatie. Evt. actief ingrijpen, bij‐ voorbeeld door remmen, sturen of uitwijken. Principe Motorvermogen Als de systemen in de auto, bijv. Speed Limit Info, een wijziging van de snelheidsbegrenzing De ingestelde snelheid wordt ook bij afdalingen op de route herkennen, dan wordt deze nieuwe aangehouden.
Rijhulpsystemen BEDIENING Overzicht Symbool Functie Symbool is met groen omlijnd: her‐ Tuimelschakelaar op het stuurwiel kende wijziging van een snelheids‐ begrenzing met direct effect. Tuimel‐ Functie Een afstandsvermelding achter het schakelaar symbool signaliseert evt. een te Voorgestelde snelheid overne‐ verwachten verandering van de men, zie pagina 223.
Pagina 224
Rijhulpsystemen BEDIENING Veiligheidsaanwijzing Via iDrive: "Mijn auto" WAARSCHUWING "Auto instellingen" Het systeem ontlast u niet van persoonlijke ver‐ "Speed Limit Assist" antwoordelijkheid om de verkeerssituatie juist "Voorstel aanpassen:" in te schatten. Wegens systeembeperkingen Gewenste instelling doen. kan het systeem niet in alle verkeerssituaties zelfstandig op gepaste wijze reageren.
Rijhulpsystemen BEDIENING ▷ Boven 70 km/h: rijbaanbegrenzing aan beide zijden wordt herkend. ▷ Beneden 70 km/h: rijbaanbegrenzing aan beide zijden of een voorligger wordt herkend. ▷ Handen aan de stuurwielrand. ▷ Voldoende straal van de bocht. ▷ Rijden in het midden van de rijstrook. ▷...
Pagina 226
Rijhulpsystemen BEDIENING ▷ Bij een krachtige stuuringreep. Symbool Beschrijving ▷ Bij het verlaten van de eigen rijstrook. Stuurwielsymbool en symbool ▷ Bij ingeschakelde richtingaanwijzers. voor rijbaanbegrenzing groen: ▷ Bij een te smalle rijstrook. Het systeem ondersteunt de be‐ ▷ Wanneer na een bepaalde tijd geen rijbaan‐ stuurder om de auto binnen de begrenzing wordt herkend en er rijdt geen rijbaan te houden.
Rijhulpsystemen BEDIENING Voorwaarden voor een correcte Grenzen van het systeem werking Algemeen ▷ Aan de functievoorwaarden van de stuur- en rijstrookwisselhulp wordt voldaan, zie pa‐ Het systeem kan in bepaalde situaties niet wor‐ gina 225. den geactiveerd of zinvol worden ingezet. ▷...
Pagina 228
Rijhulpsystemen BEDIENING ▷ Nat weer. zelfstandig op gepaste wijze reageren. Er be‐ staat gevaar voor ongevallen. Rijstijl aan de ver‐ ▷ Sneeuwval. keerssituatie aanpassen. Verkeerssituatie ob‐ ▷ Smeltende sneeuw. serveren en in de betreffende situaties actief ▷ Mist. ingrijpen. ▷ Tegenlicht.
Rijhulpsystemen BEDIENING ▷ Sensoren niet afdekken, bijvoorbeeld met Als de toets parkeerassistent wordt ingedrukt, stickers, fietsendragers enz. terwijl de achteruitversnelling is ingeschakeld, wordt het beeld van de achteruitrijcamera weer‐ ▷ Sensoren schoon en vrij houden. gegeven. In-/uitschakelen Waarschuwing Automatisch inschakelen Geluidssignalen Het systeem schakelt in de volgende situaties automatisch in:...
Rijhulpsystemen BEDIENING Optische waarschuwing Algemeen In verband met systeembeperkingen kan een botsing niet onder alle omstandigheden worden voorkomen. De functie is beschikbaar bij achteruit rijden of achteruit rollen als langzamer dan stapvoets wordt gereden. Een bediening van het gaspedaal onderbreekt de remingreep.
Rijhulpsystemen BEDIENING Grenzen van het systeem Beperkingen van de flankbescherming Het systeem is bijv. niet inzetbaar in de volgende situaties: Het systeem geeft alleen stilstaande obstakels aan, die eerder bij het langsrijden door de senso‐ ▷ Bij actieve Hill Descent Control, zie pa‐ ren herkend zijn.
Rijhulpsystemen BEDIENING ▷ Bij personen met bepaalde kleding, bijvoor‐ ▷ Bij sterke verontreiniging van of ijsvorming op beeld een dikke jas. de sensoren. ▷ Bij externe storing van het ultrasone signaal, ▷ Bij met sneeuw bedekte sensoren. bijvoorbeeld door voorbijrijdende voertuigen ▷...
Pagina 233
Rijhulpsystemen BEDIENING Veiligheidsaanwijzing In-/uitschakelen Automatisch inschakelen WAARSCHUWING Het systeem wordt automatisch ingeschakeld Het systeem ontlast u niet van persoonlijke ver‐ wanneer bij draaiende motor keuzehendelstand antwoordelijkheid om de verkeerssituatie juist R wordt ingeschakeld. in te schatten. Er bestaat gevaar voor ongeval‐ len.
Rijhulpsystemen BEDIENING ▷ Aanhangwagens die niet op een aanhangwa‐ Bochtlijnen gencontactdoos zijn aangesloten, kunnen het detectiebereik van de camera beperken. Assistentiefuncties Algemeen Er kunnen meerdere assistentiefuncties tegelij‐ kertijd actief zijn. De assistentiefuncties kunnen handmatig wor‐ den geactiveerd. De bochtlijnen kunnen alleen samen met ma‐ noeuvreerlijnen in het camerabeeld worden ge‐...
Rijhulpsystemen BEDIENING Herkenning van objecten Het kleurpatroon van de obstakelmarkeringen komt overeen met de markeringen van de PDC. Zeer lage obstakels of hoger liggende, vooruit‐ stekende objecten, bijvoorbeeld uitspringende muren, kunnen niet door het systeem worden Zoom op trekhaak waargenomen. Om het aankoppelen van een aanhangwagen te Afhankelijk van de uitvoering houden enkele as‐...
Pagina 236
Rijhulpsystemen BEDIENING Camera's ▷ Via iDrive beweeglijk cameraperspectief, zie pagina 237. ▷ Panorama View, zie pagina 240: voor de weergave van kruisend verkeer, bijvoorbeeld bij kruisingen en uitritten, afhankelijk van de ingeschakelde versnelling. Afhankelijk van het aanzicht wordt de omgeving van de auto of een deelgebied weergegeven.
Pagina 237
4 Automatisch cameraperspectief Het actuele perspectief wordt aangegeven door een camerasymbool. 5 Beweeglijk cameraperspectief Met BMW gebarensturing: het bewegelijke ca‐ 6 Camerabeeld meraperspectief kan met de BMW gebarenstu‐ 7 Achteruitrijcamera ring, zie pagina 55, op de cirkelvormige baan worden bewogen.
Pagina 238
Rijhulpsystemen BEDIENING Achteruitrijcamera Parkeerhulplijnen Dit aanzicht toont het beeld van de achteruitrijca‐ Manoeuvreerlijnen mera. Functiebalk Via de taakbalk kunnen assistentiefuncties wor‐ den geactiveerd, zie pagina 238, en instellingen uitgevoerd worden. ▷ "Parkeerassistent", zie pagina 243. ▷ "Helderheid", zie pagina 241. ▷...
Rijhulpsystemen BEDIENING Stuurwiel dusdanig draaien dat de groene manoeuvreerlijn de betreffende bochtlijn overdekt. Obstakelmarkering Twee statische kringsegmenten tonen de af‐ stand van de aanhangwagen tot de trekhaak. Een van de stuuruitslag afhankelijke koppelings‐ lijnen helpt de aanhangwagen in lijn te brengen met uw trekhaak.
Rijhulpsystemen BEDIENING Beperkingen van de flankbescherming Vanwege het perspectief zijn hoger gelegen, naar voren staande objecten evt. dichterbij dan Het systeem geeft alleen stilstaande obstakels op het Control Display lijkt. aan, die eerder bij het langsrijden door de senso‐ ren herkend zijn. Panorama View Het systeem herkent niet of een obstakel nader‐...
Rijhulpsystemen BEDIENING Afhankelijk van de uitvoering kan de waarschu‐ Activeringspunten weergeven wing kruisend verkeer, zie pagina 248, met be‐ hulp van radarsensoren voor naderende voertui‐ Toets indrukken. gen waarschuwen. Controller naar links kantelen. "Activeringsp. weergeven" Met navigatiesysteem: Lijst van alle activeringspunten wordt weer‐ activeringspunten gegeven.
Remote 3D View functie slechts drie keer per twee uur worden uitgevoerd. Principe Met behulp van de BMW Connected App en de beelden van de camera's van Surround View kan de voertuigomgeving bij een overeenkomstige uitrusting op een mobiel eindapparaat, bijv.
Rijhulpsystemen BEDIENING Parkeerassistent ▷ Wisselen van versnelling. Gedurende het parkeren de parkeerhulptoets in‐ gedrukt houden. Principe Het inparkeren vindt automatisch plaats. Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING Het systeem ontlast u niet van persoonlijke ver‐ antwoordelijkheid om de verkeerssituatie juist in te schatten. Wegens systeembeperkingen kan het systeem niet in alle verkeerssituaties zelfstandig op gepaste wijze reageren.
Rijhulpsystemen BEDIENING Overzicht Voor het opmeten van parkeerruimten Toets in de auto ▷ Recht vooruitrijden tot circa 35 km/h. ▷ Maximale afstand tot de rij geparkeerde au‐ to's: 1,5 m. Geschikte parkeerruimte Algemeen: ▷ Ruimte achter een object dat minimaal 0,5 m lang is.
Rijhulpsystemen BEDIENING De actuele status van het zoeken naar een par‐ parkeerassistent worden de geschikte par‐ keerruimte wordt op het Control Display weerge‐ keerruimten in kleur gemarkeerd en klinkt geven. een geluidssignaal. Geluidssignaal in-/ uitschakelen, zie pagina 246. Parkeerassistent wordt automatisch geacti‐ veerd.
Rijhulpsystemen BEDIENING Aanwijzingen op het Control Display opvol‐ ▷ Als het rempedaal langer ingedrukt blijft als gen. de auto stilstaat. Steptronic versnelling: ▷ Bij het afdoen van de veiligheidsgordel. Gedurende het parkeren de parkeerhulptoets Er wordt een Check-Control-melding weergege‐ ingedrukt houden. Als de auto is geparkeerd, ven.
Rijhulpsystemen BEDIENING het systeem in acht nemen en eventueel actief ▷ Bij bepaalde weersomstandigheden, bijv. ingrijpen. hoge luchtvochtigheid, regen, sneeuwval, ex‐ treme hitte, of sterke wind. ▷ Bij aanhangwagentrekstangen en -koppelin‐ Geen parkeerondersteuning gen van andere voertuigen. De parkeerassistent biedt in de volgende situ‐ ▷...
Pagina 248
Rijhulpsystemen BEDIENING Waarschuwing kruisend Overzicht verkeer Toets in de auto Principe Bij onoverzichtelijke uitritten of bij het uitparkeren uit dwarsparkeerruimten worden van de zijkant naderende verkeersdeelnemers vroeger door het systeem herkend dan dat dit vanuit de bestuur‐ dersstoel mogelijk is. Algemeen Toets parkeerassistent Radarsensoren...
Rijhulpsystemen BEDIENING In-/uitschakelen Lampje in buitenspiegel Systeem inschakelen/uitschakelen Toets parkeerassistent indrukken. Controller naar links kantelen. "Instellingen" "Waarschuwing kruisend verkeer" "Waarschuwing kruisend verkeer" Het lampje in de buitenspiegel knippert als de Automatisch inschakelen achterste sensoren een voertuig herkennen en Als het systeem via het Control Display werd ge‐ de eigen auto achteruit beweegt.
Rijhulpsystemen BEDIENING Gele lijnen, pijl 2, markeren de bumper van de ei‐ gen auto. Akoestische waarschuwing Naast de optische weergave klinkt er een waar‐ schuwingssignaal als de eigen auto in de betref‐ fende richting beweegt. Grenzen van het systeem De werking kan in de volgende voorbeeldsitua‐ ties beperkt zijn: ▷...
Rijcomfort BEDIENING Rijcomfort Uitrusting van de auto Adaptieve M- wielophanging In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in Principe de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschreven die in een Adaptive Drive is een actief geregeld onderstel. auto, bijvoorbeeld vanwege de landspecifieke of Het systeem reduceert ongewenste bewegingen gekozen speciale uitrusting niet beschikbaar zijn.
Klimaatregeling BEDIENING Klimaatregeling Uitrusting van de auto Airconditioning In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ Overzicht cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in de modelserie aangeboden worden. Er worden Toetsen in de auto daarom ook uitrustingen beschreven die in een auto, bijvoorbeeld vanwege de landspecifieke of gekozen speciale uitrusting niet beschikbaar zijn.
Klimaatregeling BEDIENING Koelfunctie Toets Functie Achterruitverwarming, zie pa‐ Principe gina 255. De lucht in het interieur wordt gekoeld, gedroogd Stoelverwarming, zie pa‐ en afhankelijk van de temperatuurinstelling weer gina 117. verwarmd. De koeling van het interieur is alleen bij inge‐ In-/uitschakelen schakelde rijden-stand-by mogelijk.
Klimaatregeling BEDIENING Bediening In het AUTO-programma wordt eveneens auto‐ matisch de koelfunctie, zie pagina 253, inge‐ Linker- of rechterzijde van de toets in‐ schakeld. drukken: luchthoeveelheid verkleinen of De ventilatieroosters aan de zijkant op de zijrui‐ vergroten. ten uitrichten. De intensiteit wordt weergegeven door de Het automatische programma wordt automatisch LED's.
Klimaatregeling BEDIENING Airconditioningsfuncties ▷ Luchthoeveelheid verhogen. ▷ Temperatuur verhogen. Toets Functie ▷ Eventueel de koelfunctie inschakelen. Temperatuur, zie pagina 256. Achterruitverwarming Toets indrukken. LED brandt. De functie is bij draaiende motor beschikbaar. Aircofunctie, zie pagina 256. Achterruitverwarming wordt na enige tijd auto‐ matisch uitgeschakeld.
Klimaatregeling BEDIENING Menu airco oproepen voldoende tijd om de ingestelde temperatuur te regelen. Toets indrukken. Koelfunctie Het menu airco wordt weergegeven. Alle via iDrive instelbare aircofuncties kunnen Principe worden opgeroepen via het menu airco, bijv. De lucht in het interieur wordt gekoeld, gedroogd temperatuuraanpassing bovenlichaam, stand‐...
Klimaatregeling BEDIENING De lucht stroomt uit de uitstroomopeningen ter tische regeling voor luchthoeveelheid en -verde‐ hoogte van het bovenlichaam. De uitstroomope‐ ling veranderd. ningen daarom openen. Linker- of rechterzijde van de toets in‐ Luchthoeveelheid kan bij een actief programma drukken: intensiteit verkleinen of vergro‐ aan bestuurderszijde worden aangepast.
Klimaatregeling BEDIENING Luchtrecirculatiefunctie De geselecteerde luchthoeveelheid wordt op het display van de automatische airconditioning weergegeven. Principe De luchthoeveelheid van de airconditioning Bij sterk verontreinigde buitenlucht kunt u de wordt eventueel tot aan het uitschakelen geredu‐ toevoer van buitenlucht tijdelijk afsluiten. De ceerd om de accu te ontzien.
Klimaatregeling BEDIENING In-/uitschakelen Deze gecombineerde filters bij het onderhoud, zie pagina 356, van de auto laten vervangen. Toets indrukken. LED brandt bij ingeschakeld SYNC-pro‐ Ventilatie gramma. Het programma wordt automatisch uitgescha‐ keld als instellingen aan passagierszijde of ach‐ Principe terin worden gewijzigd. De richting van de luchtstromen kan individueel ingesteld worden.
Klimaatregeling BEDIENING Automatische airco ▷ Gekartelde knop voor het traploos openen en sluiten van de uitstroomopeningen, pijl 2. achterin Verluchtingstemperatuur variëren Overzicht Algemeen Toetsen in de auto De temperatuur van de ventilatie op het bovenli‐ chaam kan worden gevarieerd. De temperatuuraanpassing gebeurt individueel, bijv.
Klimaatregeling BEDIENING De automatische airco achterin is niet gebruiks‐ In-/uitschakelen klaar als de airconditioning met elektronische Toets indrukken. temperatuurregeling is uitgeschakeld of de vol‐ LED brandt bij ingeschakeld automa‐ gende functie actief is: ruiten ontdooien en ont‐ tisch programma. wasemen. Naargelang de gekozen temperatuur en de ex‐...
Klimaatregeling BEDIENING De inschakeltijd wordt aan de hand van de bui‐ Bij ingeschakelde interieurvoorventilatie/-ver‐ tentemperatuur bepaald. Het systeem wordt ge‐ warming wordt de accu ontladen. Daarom is ruime tijd voor voorgeselecteerde vertrektijd in‐ de maximale inschakeltijd begrensd, om de geschakeld. accu te ontzien.
Het selecteren van de vertrektijd bestaat uit twee "Meteen activeren" stappen: ▷ Vertrektijd instellen. Via BMW displaysleutel ▷ Vertrektijd activeren. Inschakelen Vertrektijd instellen Display van de BMW displaysleutel inschake‐ len. Via iDrive "Instelling klimaat" "Mijn auto" Symbool of symbool aantikken. "Auto instellingen" "Onm. activeren" Evt. "Klimaatcomfort"...
BMW adviseert het gebruik van originele "Ventilatie in stilstand" of "Verwarming/ BMW geurpatronen. ventilatie in stilstand" De originele BMW geurpatronen zijn niet be‐ "Op vertrektijd" doeld om bij te vullen en dienen na verbruik door Gewenste vertrektijd activeren. nieuwe geurpatronen te worden vervangen.
Klimaatregeling BEDIENING Parfumering Parfumering in- en uitschakelen, intensiteit instellen Algemeen Via iDrive: De parfumering vindt plaats met tussenpozen "Mijn auto" om een gewenningseffect te vermijden. "Auto instellingen" Twee geurpatronen in de auto maken een han‐ "Klimaatcomfort" dige uitwisseling tussen de geuren mogelijk. "Geur"...
Klimaatregeling BEDIENING De patroonhouder glijdt omlaag. Geurpatroon zodanig positioneren, dat de chip van de patroonhouder af wijst. Dop van de geurpatroon verwijderen. De dop aan de bovenzijde vastpakken om deze van Geurpatroon zonder druk in de patroonhou‐ de geurpatroon te schuiven. der aanbrengen.
Klimaatregeling BEDIENING De patroonhouder glijdt omlaag. Gewenste geurpatroon uit de houder trekken. Geurpatroon, pijl 1: de eerste geur die op het Control Display wordt weergegeven. Geurpatroon, pijl 2: de tweede geur die op het Control Display wordt weergegeven. Gewenste geurpatroon uit de houder trekken. Terugname van de auto Lege geurpatronen kunnen bij een Ser‐...
Interieuruitrusting BEDIENING Interieuruitrusting Uitrusting van de auto Veiligheidsaanwijzing In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ WAARSCHUWING cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in Bij de bediening van de op afstand bestuurbare de modelserie aangeboden worden. Er worden installaties met de geïntegreerde universele af‐ daarom ook uitrustingen beschreven die in een standsbediening, bijv.
Interieuruitrusting BEDIENING Bedieningselementen op de De toets van de gewenste functie op de handzender ingedrukt houden. binnenspiegel 6. ▷ De led brandt groen: de programmering is afgesloten. De toets loslaten. ▷ De led knippert snel: de programmering is niet afgesloten. De toets aan de binnenspiegel 2 secon‐...
Interieuruitrusting BEDIENING Geïntegreerde universele afstandsbediening met De toets aan de binnenspiegel 2 secon‐ systeem synchroniseren: den lang indrukken en opnieuw loslaten. Deze procedure drie keer uitvoeren om Auto binnen de actieradius van de op afstand de programmering af te sluiten. bestuurbare installatie parkeren.
Interieuruitrusting BEDIENING Zonneklep De asbak bevindt zich in een van de beker‐ houders. Het deksel van de asbak naar boven klappen. Bescherming tegen verblinding Zonneklep naar beneden of naar boven klappen. Zijscherm tegen verblinding Openklappen Zonneklep naar beneden klappen. Uit de houder hangen en zijwaarts naar de zij‐ ruit draaien.
Pagina 272
Interieuruitrusting BEDIENING Contactdozen OPMERKING Als metalen voorwerpen in de contactdoos Principe kunnen vallen, kunnen deze kortsluiting veroor‐ De aanstekeringang kan bij ingeschakelde ge‐ zaken. Er bestaat gevaar voor schade. Na ge‐ reedheid of rijden-stand-by als contactdoos voor bruik van de contactdoos de aansteker of de elektrische apparaten worden gebruikt.
Interieuruitrusting BEDIENING Middenconsole voorin In de bagageruimte De afdekking naar voren schuiven. Een contactdoos bevindt zich in de bagage‐ ruimte aan de rechterzijde. Afdekking openklap‐ pen. USB-aansluiting Algemeen Aanwijzingen voor het aansluiten van mobiele apparatuur op de USB-aansluiting in het hoofd‐ stuk USB-verbindingen, zie pagina 68, in acht De contactdoos bevindt zich tussen de beker‐...
Pagina 274
Interieuruitrusting BEDIENING In de middenconsole OPMERKING Voorwerpen in het opbergvak, bijvoorbeeld grote USB-stekkers, kunnen de afdekking bij het openen en sluiten blokkeren of beschadi‐ gen. Er bestaat gevaar voor schade. Let erop, dat bij het openen en sluiten voldoende bewe‐ gingsvrijheid van de afdekking aanwezig is.
Opbergvakken BEDIENING Opbergvakken Uitrusting van de auto ▷ Dashboardkastje aan passagierszijde, zie pa‐ gina 275. ▷ Dashboardkastje aan de bestuurderszijde, zie In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ pagina 276. cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in de modelserie aangeboden worden. Er worden ▷...
Pagina 276
Opbergvakken BEDIENING Openen Openen Aan het handvat trekken. Aan het handvat trekken. Verlichting in het dashboardkastje gaat aan. Sluiten Sluiten Deksel dichtklappen. Deksel dichtklappen. Opbergvakken in de Afsluiten portieren Het dashboardkastje kan met een geïntegreerde sleutel vergrendeld worden. Daardoor is geen toegang tot het dashboardkastje mogelijk.
Opbergvakken BEDIENING Opbergvak in de Openen middenconsole Openen Toets indrukken. Sluiten Deksel tot de vergrendeling naar beneden druk‐ De afdekking naar voren schuiven. ken. Sluiten Bekerhouder De afdekking naar achteren schuiven. Veiligheidsaanwijzing Opbergvak in de middenconsole achterin WAARSCHUWING Ongeschikte verpakkingen in de bekerhouders In de middenconsole achter bevinden zich twee kunnen de bekerhouders beschadigen of in het opbergvakken.
Opbergvakken BEDIENING Voorin Toets indrukken. Openen Sluiten Beide afdekkingen na elkaar terug naar binnen De afdekking naar voren schuiven. drukken. Kledinghaken Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING Kledingstukken op de kledinghaken kunnen tij‐ dens het rijden het zicht beperken. Er bestaat In de middenconsole bevinden zich twee beker‐ gevaar voor ongevallen.
Bagageruimte BEDIENING Bagageruimte Uitrusting van de auto WAARSCHUWING Losse voorwerpen of apparaten met een stek‐ In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ kerverbinding naar de auto, bijvoorbeeld mo‐ cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in biele telefoons, kunnen tijdens het rijden door de modelserie aangeboden worden.
Bagageruimte BEDIENING Bevestigingsogen ▷ Rugleuningen volledig inklappen als dat voor het plaatsen van grote bagage nodig is. ▷ Bagage niet hoger dan de bovenkant van de rugleuningen opstapelen. ▷ Als bescherming voor de inzittenden bagage‐ ruimteafscheidingsnet, zie pagina 285, ge‐ bruiken.
Bagageruimte BEDIENING Veiligheidsaanwijzing Zonder opbergpakket: Het achterste deel van de bagageruimtebo‐ dem naar voor omklappen. WAARSCHUWING Bij ondeskundig gebruik van de tassenhouder kan bijvoorbeeld bij rem- en uitwijkmanoeuvres gevaar ontstaan door in het rond vliegende voorwerpen. Er bestaat kans op letsel of schade.
Bagageruimte BEDIENING Spanband Openen Aan de linker zijbekleding bevindt zich een span‐ band voor het vastzetten van kleine voorwerpen. Kleinere voorwerpen kunnen in het net aan de linkerkant worden opgeborgen. Opbergvak aan de zijkant links Aan het handvat trekken. Algemeen In de bagageruimte bevindt zich aan de linker‐...
Bagageruimte BEDIENING Algemeen WAARSCHUWING De achterbankleuning is in 3 delen inklapbaar in De vergrendelingsbeugel steekt na het omklap‐ de verhouding 40-20-40. De achterbankleunin‐ pen van de achterbankleuning in het interieur. gen en het middendeel kunnen afzonderlijk wor‐ Er bestaat gevaar voor schade. Bij een omge‐ den neergeklapt.
Bagageruimte BEDIENING Achterbankleuning vanuit de Instellen bagageruimte omklappen De hendel uittrekken en vasthouden. Aan de hendel in de bagageruimte trekken. De helling van de achterbankleuning indien nodig verstellen. Linkerhendel: linker en middelste achterbank‐ leuning klappen naar voren. Na het instellen de rugleuning lichtjes naar voor of achter bewegen zodat die goed vastklikt.
Bagageruimte BEDIENING Aanbrengen OPMERKING De afdekking in beide zijdelingse houders hori‐ Een verkeerd bevestigde bagageruimteafdek‐ zontaal naar voren schuiven. Erop letten dat de king kan tot beschadigingen leiden. Er bestaat afdekking aan beide kanten hoorbaar vastklikt. gevaar voor schade. De bagageruimteafdekking aan beide zijden bevestigen.
Bagageruimte BEDIENING aan de aanslag in de bevestiging steken, aan de aanslag in de bevestiging steken, pijl 1, en naar voor schuiven. pijl 1, en naar voor schuiven. Bagageruimteafscheidingsnet met de twee Bagageruimteafscheidingsnet met de twee onderste haken in de twee ogen van de ach‐ bovenste haken in de twee ogen van de ach‐...
Pagina 287
Bagageruimte BEDIENING Online Edition for Part no. 01402720787 - II/19...
Pagina 288
Online Edition for Part no. 01402720787 - II/19...
Pagina 289
RIJTIPS Bij het rijden in acht nemen ..............290 Trekken van een aanhangwagen ............296 Brandstof besparen ................301 Online Edition for Part no. 01402720787 - II/19...
Bij het rijden in acht nemen RIJTIPS Bij het rijden in acht nemen Uitrusting van de auto Motor, versnellingsbak en differentieel In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ Tot 2000 km cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in de modelserie aangeboden worden. Er worden Maximale motortoerental en snelheid niet over‐...
Bij het rijden in acht nemen RIJTIPS Praktische tips voor het Vierwielaandrijving kan helpen, de tractie te ver‐ beteren. rijden Veiligheidsaanwijzing Achterklep sluiten OPMERKING Veiligheidsaanwijzing Objecten op onverharde wegen, bijvoorbeeld stenen of takken, kunnen de auto beschadigen. Er bestaat gevaar voor schade. Niet op onver‐ WAARSCHUWING harde wegen rijden.
Bij het rijden in acht nemen RIJTIPS Uitlaatgaspartikelfilter Mobiele communicatieapparatuur in de Principe auto In het uitlaatgaspartikelfilter worden roetdeeltjes opgevangen. De uitlaatgaspartikelfilter wordt WAARSCHUWING naar behoefte gereinigd door de roetdeeltjes on‐ Voertuigelektronica en draadloze apparatuur der hoge temperatuur te verbranden. kunnen elkaar wederzijds beïnvloeden.
Bij het rijden in acht nemen RIJTIPS Veiligheidsaanwijzing worden bevestigd. Geen losse vloermatten ge‐ bruiken en nooit meerdere vloermatten over el‐ kaar leggen. Erop letten dat voldoende ruimte OPMERKING voor de pedalen aanwezig is. Erop letten dat de Als te snel door hoog water wordt gereden kan vloermatten weer veilig worden bevestigd na‐...
Bij het rijden in acht nemen RIJTIPS Belading WAARSCHUWING Beladen dakdragers veranderen het rij- en stuur‐ Bij stationair draaiende of afgezette motor zijn gedrag van de auto omdat het zwaartepunt veiligheidsrelevante functies beperkt of niet wordt verplaatst. meer beschikbaar, bijvoorbeeld de remwerking Daarom bij het beladen en rijden het volgende in van de motor of de ondersteuning van rem‐...
Bij het rijden in acht nemen RIJTIPS Belading Daarom bij het beladen en rijden het volgende in acht nemen: ▷ Toegestane aslast en toegestane totaalge‐ wicht niet overschrijden. ▷ Gelijkmatig rijden en fel accelereren en af‐ remmen of snel rijden in de bochten vermij‐ den.
Trekken van een aanhangwagen RIJTIPS Trekken van een aanhangwagen Uitrusting van de auto Belading De bagage zo gelijkmatig mogelijk over het laad‐ In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ vlak verdelen. cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in De belading zo laag mogelijk en in de nabijheid de modelserie aangeboden worden.
Trekken van een aanhangwagen RIJTIPS andere gekwalificeerde Service Partner of speci‐ Bij het rijden met een aanhangwagen snelheid alist verkrijgbaar. aanpassen. Bij slingerbewegingen direct rem‐ men en de nodige stuurcorrecties zo voorzich‐ Stroomverbruik tig mogelijk uitvoeren. Algemeen WAARSCHUWING Voor het begin van de rit de werking van de ach‐ terlichten van de aanhangwagen controleren.
Trekken van een aanhangwagen RIJTIPS Grenzen van het systeem Voor de helling handmatig terugschakelen naar de volgende lagere versnelling en langzaam naar Het systeem kan bijvoorbeeld in de volgende si‐ beneden rijden. tuaties niet of pas laat ingrijpen: ▷ Wanneer een aanhangwagen direct schaart, Grote belastingen en hoge bijvoorbeeld bij gladheid of op wegen met buitentemperatuur...
Trekken van een aanhangwagen RIJTIPS Veiligheidsvoorschriften ▷ De auto staat op een vlakke ondergrond. ▷ Achterklep is geopend. ▷ Contactdoos voor aanhangwagen is niet be‐ OPMERKING zet. De trekhaak is geschikt voor gebruik met een ▷ De aanhangwagenmodus is niet geactiveerd. aanhangwagen.
Trekken van een aanhangwagen RIJTIPS Oog voor borgkabel waardes overschreden worden, bijvoorbeeld bij zeer lage temperaturen of bij mechanische weer‐ standen. LED in de toets brandt rood. Zwenkprocedure bij draaiende motor herhalen Rijden-stand-by inschakelen met de start-/ stopknop. Toets in de bagageruimte zo lang in‐ drukken, tot de kogelkop volledig is in- of uit‐...
Brandstof besparen RIJTIPS Brandstof besparen Uitrusting van de auto Ruiten en glazen dak sluiten Een geopend glazen dak of geopende ruiten ver‐ In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ hogen de luchtweerstand en daardoor het brand‐ stofverbruik. cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in de modelserie aangeboden worden.
Afremmen op de motor reiken. BMW adviseert onderhoudswerkzaamhe‐ Ga bij het naderen van een rood verkeerslicht den door een BMW Service Partner te laten van het gaspedaal en laat de auto uitrollen. uitvoeren. Bij hellingafwaarts rijden het gaspedaal loslaten Hiervoor ook het BMW onderhoudssysteem, zie en de auto laten uitrollen.
Pagina 303
Brandstof besparen RIJTIPS Overzicht ▷ "ECO PRO klimaatbediening" ▷ "ECO PRO licht en zicht" ▷ "Anticipeerhulp" De instellingen worden opgeslagen voor het mo‐ menteel gebruikte bestuurdersprofiel. ECO PRO Limit ▷ ECO PRO-limiet activeren: "ECO PRO limiet" Een ECO PRO-tip verschijnt als de snelheid Toets van de ingestelde ECO PRO-limiet wordt overschreden.
Pagina 304
Brandstof besparen RIJTIPS Verbruiksweergave de uitvoering wordt bovendien de dynamische ECO-lichtfunctie geactiveerd. Instrumentencombinatie zonder Anticipeerhulp uitgebreiding De anticipeerhulp herkent naderende routege‐ deeltes en geeft deze aan. Instellingen terugzetten ECO PRO INDIVIDUAL op standaardinstelling terugzetten: "Terugzetten op ECO PRO STANDARD" Weergave in het instrumentenpaneel Uitgebreid instrumentenpaneel Algemeen...
Brandstof besparen RIJTIPS Routelengte selecteren ▷ De totale tijd bij uitgeschakelde motor, zie pa‐ gina 129, tijdens automatische motorstops. Via iDrive: ▷ Een schakelpuntweergave, zie pagina 155, als aanbeveling voor inschakelen van een ver‐ Toets indrukken. snelling voor zuiniger rijden. "Instelling:"...
Brandstof besparen RIJTIPS Voorwaarden voor een correcte Weergaven op het Control Display werking De functie is beschikbaar in de rijmodus ECO PRO. De functie is afhankelijk van de actualiteit en kwaliteit van de navigatiegegevens. De navigatiegegevens kunnen worden geactuali‐ seerd. Weergave Op het Control Display wordt in het scherm van de rijstijlanalyse een aanwijzing gegeven, als een...
Pagina 307
Brandstof besparen RIJTIPS Uitrollen Uitrollen via de schakelpaddels activeren, deactiveren Door aan de rechter schakelpaddel te trekken Principe naar de hoogst mogelijke versnelling schake‐ Onder bepaalde omstandigheden wordt in keu‐ len. zehendelstand D de motor automatisch van de Om de rijtoestand uitrollen te activeren, de transmissie ontkoppeld.
Brandstof besparen RIJTIPS Algemeen De actuele rit wordt geëvalueerd. Ter ondersteuning van een efficiënte rijstijl wor‐ den tijdens het rijden ECO PRO tips weergege‐ ven. Door het aanpassen van de rijstijl kan de actiera‐ dius van de auto vergroot. Deze winst van actieradius wordt weergegeven Instelling blauw: rijtoestand uitrollen.
Pagina 309
Brandstof besparen RIJTIPS staan,pijl. 2, en hoe sneller de bonusactieradius stijgt. Bij een inefficiënte rijstijl daarentegen worden een golvende weg en een beperkt aantal sterren getoond. Online Edition for Part no. 01402720787 - II/19...
Pagina 310
Online Edition for Part no. 01402720787 - II/19...
Pagina 311
MOBILITEIT Tanken ...................... 312 Brandstof ....................314 Wielen en banden ..................321 Motorruimte ..................... 347 Motorolie ....................350 Koelmiddel ....................354 Onderhoud ....................356 Vervangen van onderdelen ..............359 Hulp in geval van pech ................368 Verzorging ....................376 Online Edition for Part no. 01402720787 - II/19...
Tanken MOBILITEIT Tanken Uitrusting van de auto Tankdop In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ Openen cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in Voor het openen van de tankdopklep op de de modelserie aangeboden worden. Er worden achterste rand drukken, pijl. De tankdopklep daarom ook uitrustingen beschreven die in een wordt geopend.
Tanken MOBILITEIT Sluiten Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING OPMERKING De bevestigingsband van de tankdop kan bij Brandstoffen zijn giftig en agressief. Als de het vastdraaien worden ingeklemd en platge‐ brandstoftank te ver wordt gevuld, kan het drukt. De dop kan dan niet correct gesloten brandstofsysteem worden beschadigd.
Brandstof MOBILITEIT Brandstof Uitrusting van de auto In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschreven die in een auto, bijvoorbeeld vanwege de landspecifieke of gekozen speciale uitrusting niet beschikbaar zijn.
▷ Geen pure methylester tanken. Principe ▷ Alleen biodiesel met maximaal B7/7 % vol‐ gens EN590 tanken. BMW Diesel met BluePerformance verminderen de stikstofoxide in de dieseluitlaatgassen, door ▷ Geen benzine tanken. het reductiemiddel AdBlue in het uitlaatsysteem ▷ De fabrikant van het voertuig raadt aan om te spuiten.
Service Part‐ ner of een specialist opzoeken. "Autostatus" "AdBlue" AdBlue laten bijvullen BMW adviseert het reductiemiddel te laten bij‐ vullen door een Service Partner in het kader van het regelmatige onderhoud. Online Edition for Part no. 01402720787 - II/19...
Als geen pomp beschikbaar is, kan reductiemid‐ Veiligheidsvoorschriften del via een verpakking bijgevuld worden. Reduc‐ tiemiddel is in verschillende verpakkingen ver‐ krijgbaar. Bij voorkeur de door BMW aanbevolen WAARSCHUWING speciale fles gebruiken. Met deze fles en de spe‐ Bij het openen van het reductiemiddelreservoir ciale adapter kan reductiemiddel eenvoudig bij‐...
Brandstof MOBILITEIT Tank voor reductiemiddel Reductiemiddel tanken Tankdopklep openen, zie pagina 312. Tankdop voor reductiemiddel tegen de klok in draaien en verwijderen. De tankdop voor het reductiemiddel bevindt zich naast de tankdop van de brandstoftank. Reductiemiddel via de pomp Tankdop in de houder op de klep aanbren‐ gen.
Brandstof MOBILITEIT Reductiemiddel met een fles Fles terugtrekken en losschroeven. bijvullen Tankdopklep openen, zie pagina 312. Tankdop voor reductiemiddel tegen de klok in draaien en verwijderen. Tankdop in de houder op de klep aanbren‐ gen. Tankdop aanbrengen en in de richting van de klok draaien.
Brandstof MOBILITEIT Na enkele minuten gaat de reserve-weergave dan uit. AdBlue op minimum Na het bijvullen wordt de weer‐ gave nog steeds getoond. De rijden-stand-by kan pas inge‐ schakeld worden nadat de weer‐ gave verdwijnt. Start/stop-knop driemaal indrukken. Weergave verdwijnt circa 1 minuut. Start-/stop-knop indrukken en rijden-stand- by inschakelen.
Wielen en banden MOBILITEIT Wielen en banden Uitrusting van de auto Gegevens betreffende de bandenspanning In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ Aan de portierstijl cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschreven die in een auto, bijvoorbeeld vanwege de landspecifieke of gekozen speciale uitrusting niet beschikbaar zijn.
Wielen en banden MOBILITEIT Voor een correcte weergave moeten die ban‐ De bandenspanning van een band corrigeren denmaten in het systeem zijn opgesteld en voor als een waarde tussen de actuele en aange‐ de gemonteerde banden ingesteld zijn, zie pa‐ geven bandenspanning afwijkt.
Wielen en banden MOBILITEIT Bandenprofiel Schade kan o.a. door de volgende situaties ont‐ staan: ▷ Over stoepranden rijden. Zomerbanden ▷ Beschadigd wegdek. Bandenprofieldiepte mag niet minder zijn dan ▷ Te lage bandenspanning. 3 mm, anders is er gevaar op aquaplaning. ▷...
Wielen en banden MOBILITEIT Leeftijd van de banden door de fabrikant van de auto als geschikt zijn aangemerkt voor het betreffende type auto. Aanbeveling Ongeacht de profieldiepte van de banden, moe‐ WAARSCHUWING ten de banden ten laatste na 6 jaar worden ver‐ Door het monteren van stalen velgen kunnen er vangen.
Pagina 325
Wielen en banden MOBILITEIT Nieuwe banden Vervangen van banden met noodloopeigenschappen Direct na de productie is de grip van nieuwe ban‐ den nog niet optimaal. Voor uw eigen veiligheid alleen banden met noodloopeigenschappen gebruiken. Ingeval van Gedurende de eerste 300 km beheerst rijden. pech staat geen noodwiel ter beschikking.
Wielen en banden MOBILITEIT Banden met Aanduiding noodloopeigenschappen Principe Door de banden met noodloopeigenschappen is het mogelijk beperkt verder te rijden met com‐ pleet spanningsverlies. Algemeen Op de wang van de banden staat de markering De wielen bestaan uit runflat banden en speciale RSC–Runflat System Component.
Wielen en banden MOBILITEIT Algemeen Afdichtmiddelreservoir ▷ Aanwijzingen voor de toepassing van het Mo‐ bility System op de compressor en het af‐ dichtmiddelhouder in acht nemen. ▷ Bij beschadiging van de band vanaf een grootte van 4 mm werkt het gebruik van het Mobility System mogelijk niet.
Wielen en banden MOBILITEIT Vullen ▷ Auto beveiligen tegen wegrollen, daarvoor de parkeerrem vastzetten. Afdichtmiddelverpakking schudden. ▷ Stuurwielvergrendeling laten vastklikken in rechtuitstand van de wielen. ▷ Alle inzittenden laten uitstappen en buiten het gevarengebied brengen, bijvoorbeeld achter de vangrails. ▷ Eventueel gevarendriehoek op de juiste af‐...
Wielen en banden MOBILITEIT Bandenspanning controleren en Vulslang van afdichtmiddelhouder op het bandventiel van het defecte wiel schroeven. corrigeren Controleren Compressor uitschakelen. Bandenspanning op de bandenspanningsin‐ dicatie aflezen. Om door te kunnen rijden moet er minstens een bandenspanning van 2 bar bereikt zijn. Afdichtmiddelhouder afnemen en Bij een uitgeschakelde compressor de stek‐...
Wielen en banden MOBILITEIT Corrigeren Stekker in de contactdoos in het interieur van de auto aanbrengen. Op een geschikte plaats stoppen. Verbindingsslang van de compressor direct op het ventiel van de band schroeven. Bij ingeschakelde gereedheid of draaiende motor de compressor inschakelen. Wordt de bandenspanning van minimaal Stekker in de contactdoos in het interieur van 2 bar niet bereikt, contact opnemen met een...
Wielen en banden MOBILITEIT Gebruik Reset van de bandenspanningscontrole RDC, zie pagina 331, uitvoeren. Het gebruik is uitsluitend paarsgewijs toegestaan De defecte band en de afdichtmiddelhouder van op de achterwielen voor de volgende wielmaten: het Mobility System zo snel mogelijk laten ver‐ ▷...
Wielen en banden MOBILITEIT Bandeninstellingen fing, moet het systeem actief gereset worden. Hierdoor wordt de actuele bandenspanning als gewenste spanning overgenomen. Algemeen Voor de bediening van het systeem ook de ver‐ De bandenmaten van de gemonteerde banden dere informatie en opmerkingen in het hoofdstuk kunnen op de bandenspanningswaarden op de Bandenspanning, zie pagina 321, in acht nemen.
Pagina 333
Wielen en banden MOBILITEIT De meting van de actuele bandenspanning wordt spanning kan zo naar de waarde van de weerge‐ gestart. De voortgang van de meting wordt ge‐ geven gewenste spanningen worden gecorri‐ toond. geerd. De gewenste spanning wordt direct aangepast Statusweergave als in de bandeninstellingen de beladingstoe‐...
Wielen en banden MOBILITEIT Bij banden met speciale Veiligheidsaanwijzing toelating: reset uitvoeren Via iDrive: WAARSCHUWING Een beschadigde normale band met een ge‐ "Mijn auto" ringe bandenspanning of spanningsverlies "Autostatus" heeft een negatieve invloed op de rijeigen‐ "Bandenspanningscontrole" schappen, bijvoorbeeld het stuur- en remge‐ drag.
Wielen en banden MOBILITEIT Meldingen: bij banden met een Symbool Mogelijke oorzaken speciale ontheffing Er is een bandenspanningsverlies geconstateerd. Algemeen Bij melding van een lage bandenspanning wordt Maatregel eventueel de dynamische stabiliteitscontrole DSC ingeschakeld. De snelheid reduceren. Snelheid van 130 km/h niet meer overschrijden. Veiligheidsaanwijzing Bij de eerstvolgende gelegenheid, bijv.
Wielen en banden MOBILITEIT Maatregel Sym‐ Mogelijke oorzaken bool De snelheid reduceren. Snelheid van 130 km/h niet meer overschrijden. De vulling is niet volgens voorschrif‐ Bij de eerstvolgende gelegenheid, bijv. op ten uitgevoerd, bijv. bij onvoldoende een tankstation, de bandenspanning in alle ingebrachte lucht.
Pagina 337
Wielen en banden MOBILITEIT Juiste handelwijze bij WAARSCHUWING bandenpech Als wordt doorgereden met bandenpech, kun‐ Normale banden nen zware aanhangwagens gaan slingeren. Er bestaat kans op een ongeval of schade. Bij het Beschadigde band identificeren. rijden met een aanhangwagen en bandenpech De luchtdruk in alle vier banden controleren, een snelheid van 60 km/h niet overschrijden.
Wielen en banden MOBILITEIT Reset niet uitgevoerd ▷ Sneller uitbreken van de auto. ▷ Langere remweg. Banden met speciale toelating: het systeem werkt niet correct wanneer er geen reset is uit‐ ▷ Gewijzigd stuurgedrag. gevoerd, er wordt bijv. bandenpech gemeld on‐ Rijstijl aanpassen.
Wielen en banden MOBILITEIT Het systeem meet niet de daadwerkelijke ban‐ Via iDrive: denspanning in de banden. "Mijn auto" "Autostatus" Voorwaarden voor een correcte "Indicatie lekke band (RPA)" werking Rijden-stand-by inschakelen en niet wegrij‐ Voor het systeem moet aan de volgende voor‐ den.
Pagina 340
Wielen en banden MOBILITEIT Banden met Bovendien verschijnt een symbool met een Check-Control-melding op het Control Display. noodloopeigenschappen Symbool Mogelijke oorzaken Veiligheidsvoorschriften Er is een lekke band of een band met een aanzienlijk spanningsver‐ WAARSCHUWING lies aanwezig. Bij beschadigde banden met noodloopeigen‐ schappen zonder of met een geringe banden‐...
Wielen en banden MOBILITEIT Mogelijke afstand met drukloze band ▷ Ernstige, plotselinge beschadiging van een band van buitenaf kan niet vooraf worden De mogelijke afstand is afhankelijk van belading aangekondigd. en belasting van de auto, bijvoorbeeld snelheid, wegomstandigheden en buitentemperatuur. De ▷...
Wielen en banden MOBILITEIT letsel of levensgevaar. Geen onderleggers on‐ der de krik leggen. WAARSCHUWING Een met een autokrik opgetilde auto kan door zijdelingse krachtinvloed van de autokrik vallen. WAARSCHUWING Er bestaat kans op letsel of schade. Als de auto omhoog is gebracht, geen zijdelingse krachtin‐...
Wielen en banden MOBILITEIT Bij een lichte helling De wielbout losschroeven. Na het losschroeven het adapterstuk weer verwijderen. Vastschroeven Adapter op de wielbout plaatsen. Het adap‐ terstuk evt. zo ver draaien tot het op de wiel‐ bout past. Wielbout vastschroeven. Het aanhaalmoment bedraagt 140 Nm.
Wielen en banden MOBILITEIT Kriksteunpunten Voertuig optillen WAARSCHUWING De handen of vingers kunnen bij het gebruik van de krik ingeklemd raken. Er bestaat kans op letsel. Bij het gebruik van de krik de beschreven positie van de handen aanhouden en deze po‐ sitie niet veranderen.
Wielen en banden MOBILITEIT Wiel monteren Krik uitschuiven door aan de slinger of hendel te draaien in de richting van de wijzers van de Indien nodig slechts één noodwiel monteren. klok. De wielbouten losschroeven. Het wiel verwijderen. Het nieuwe wiel of noodwiel plaatsen en ten minste twee wielbouten kruiselings met de hand indraaien.
Pagina 346
Wielen en banden MOBILITEIT Noodwiel Noodwiel verwijderen Het achterste deel van de bagageruimtebo‐ dem naar voor omklappen. Principe Vloer van de bagageruimte optillen en op uit‐ Bij bandenpech kan het noodwiel als vervanging geklapte tashouder leggen. voor de defecte band gebruikt worden. Het Afdekking verwijderen.
Motorruimte MOBILITEIT Motorruimte Uitrusting van de auto auto, bijvoorbeeld vanwege de landspecifieke of gekozen speciale uitrusting niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsrelevante functies In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ en systemen. Bij gebruik van deze functies en cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in systemen moeten de geldende wetten en voor‐...
Pagina 348
Motorruimte MOBILITEIT Motorkap WAARSCHUWING Bij het openen en sluiten van de motorkap kun‐ Veiligheidsvoorschriften nen lichaamsdelen worden ingeklemd. Er be‐ staat kans op letsel. Bij het openen en sluiten erop letten dat het bewegingsgebied van de WAARSCHUWING motorkap vrij is. Door ondeskundig uitgevoerde werkzaamhe‐...
Pagina 349
Motorruimte MOBILITEIT Op uitstekende delen van de motorkap let‐ ten. Sluiten Motorkap van een hoogte van circa 50 cm met een vlotte beweging sluiten. Motorkap moet aan beide zijden vastklikken. Online Edition for Part no. 01402720787 - II/19...
Motorolie MOBILITEIT Motorolie Uitrusting van de auto OPMERKING Te veel motorolie kan de motor of de katalysa‐ In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ tor beschadigen. Er bestaat gevaar voor cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in schade. Niet te veel motorolie bijvullen. Als te de modelserie aangeboden worden.
Motorolie MOBILITEIT Peil motorolie tonen "Motoroliepeilmeting starten" "Meting starten" Via iDrive: Het motoroliepeil wordt gecontroleerd en op een "Mijn auto" schaalverdeling weergegeven. "Autostatus" "Motoroliepeil" Motorolie bijvullen Het motoroliepeil wordt weergegeven. Grenzen van het systeem Algemeen Wanneer vaak korte ritten worden afgelegd of Motorolie pas bijvullen als de melding in het in‐...
Dieselmotor Motorolie bijvullen. BMW Longlife-04. Dop dichtdraaien. BMW Longlife-12 FE. Soorten motorolie De oliespecificatie BMW Longlife-12 FE is niet geschikt voor dieselmotoren 25d, 35d, 40d en Algemeen 50d. De motoroliekwaliteit is bepalend voor de levens‐ Alternatieve motoroliesoorten duur van de motor.
Motorolie MOBILITEIT Olieverversing Benzinemotor ACEA C2. ACEA C3. OPMERKING Niet tijdig ververste motorolie kan tot een ver‐ hoogde slijtage van de motor en daarmee tot Dieselmotor motorschade leiden. Er bestaat gevaar voor ACEA C2. schade. De in de auto aangegeven onder‐ houdstermijn niet overschrijden.
Koelmiddel MOBILITEIT Koelmiddel Uitrusting van de auto gen niet worden ingeslikt. Alleen geschikte toe‐ voegingen gebruiken. In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in Koelvloeistofpeil de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschreven die in een auto, bijvoorbeeld vanwege de landspecifieke of Algemeen gekozen speciale uitrusting niet beschikbaar zijn.
Koelmiddel MOBILITEIT Dop van het koelvloeistofreservoir linksom iets opendraaien, zodat de overdruk kan ont‐ snappen. Dop van het koelvloeistofreservoir openen. Het koelvloeistofpeil is correct, als het tussen de min- en max-markering in de vulbuis staat. Dop dichtdraaien. Bijvullen Motor laten afkoelen. Motorkap openen, zie pagina 348.
Overhandig de serviceadviseur daarom de af‐ standsbediening waarmee het laatst werd gere‐ BMW onderhoudssysteem den. Stilstandtijden Het onderhoudssysteem wijst op vereiste onder‐ houdsmaatregelen en helpt zo om de auto ver‐...
OPMERKING gen in de auto en op de centrale IT-systemen van BMW AG, München. Ondeskundig gebruik van de contactdoos voor de On-Board-Diagnose OBD kan tot storingen De in de elektronische onderhoudsgeschiedenis aan de auto leiden.
Onderhoud MOBILITEIT Recycling voertuig De fabrikant van uw auto adviseert, de auto aan het eind van zijn levenscyclus in te leveren bij een door de fabrikant aangeduid terugnamepunt. Voor de terugname zijn de betreffende nationale wettelijke voorschriften van toepassing. Meer in‐ formatie is bij een Service Partner van de fabri‐...
Vervangen van onderdelen MOBILITEIT Vervangen van onderdelen Uitrusting van de auto Voorwisserbladen vervangen Voor het vervangen de wissers in uitgeklapte In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ stand brengen, zie pagina 137. cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in Wissers volledig optillen van de voorruit. de modelserie aangeboden worden.
Vervangen van onderdelen MOBILITEIT Wisserblad achter vervangen Glas voorlichten Bij koel of vochtig weer kan het glas van de voor‐ Het wisserblad is aan het einde van de wisserarm lichten aan de binnenzijde beslaan. Bij rijden met vergrendeld. ingeschakeld licht verdwijnt de wasem na korte Wisser geheel naar boven halen en het wis‐...
Vervangen van onderdelen MOBILITEIT Lamp 24 watt, PY24W. OPMERKING Lamp vervangen Verontreinigde lampen hebben een kortere le‐ In de wielkast de beide bevestigingslippen in‐ vensduur. Er bestaat gevaar voor schade. Het drukken en de afdekking neerklappen. glas van nieuwe lampen niet met de blote hand vastpakken.
Vervangen van onderdelen MOBILITEIT Lamp vervangen Overzicht Motorkap openen, zie pagina 348. Draai de afdekking tegen de klok in en neem hem weg. 1 Hoekverlichting 2 Dagrijlicht/Stadslicht 3 Dimlicht/grootlicht Lampenhouder over het drukpunt van de 4 Richtingaanwijzers veer eruit trekken. Richtingaanwijzers, lampvervanging Algemeen Veiligheidsaanwijzingen, zie pagina 360, in acht...
Vervangen van onderdelen MOBILITEIT Lamp vervangen Bij een defect contact opnemen met de Service Partner van de fabrikant of een andere gekwalifi‐ In de wielkast de beide bevestigingslippen in‐ ceerde Service Partner of specialist. drukken en de afdekking neerklappen. Achterlichten Algemeen Veiligheidsaanwijzingen, zie pagina 360, in acht nemen.
Vervangen van onderdelen MOBILITEIT Buitenste achterlicht uitbouwen Schroeven losmaken en houder verwijderen. De achterklep openen. De clip met de schroevendraaier uit het boordgereedschap losmaken, pijl 1, en de af‐ scherming wegnemen, pijl 2. Stekkers uittrekken, pijl 1, en schroeven los‐ draaien, pijl 2.
Vervangen van onderdelen MOBILITEIT Accu Achterlicht inbouwen De achterlichten in omgekeerde volgorde in‐ bouwen en stekker aansluiten. Algemeen De houder voor de gevarendriehoek en geva‐ De accu is onderhoudsvrij. rendriehoek zelf bevestigen. Specifieke informatie over de accu kan bij een Afdekking van de zijbekleding in de bagage‐...
Gegevens over het zekeringenoverzicht en evt. ▷ Tijd: instellen. over de posities van andere zekeringkasten staan ▷ Datum: instellen. online ter beschikking: www.bmw.com/fusecard. ▷ Glazen dak: systeem initialiseren. Het zekeringenoverzicht bevindt zich evt. ook op een aparte fiche in de zekeringkast. Oude accu verwerken Oude batterijen door een Service Partner van de fabrikant of een andere gekwalifi‐...
Vervangen van onderdelen MOBILITEIT Zekeringen vervangen De fabrikant van de auto beveelt aan de zekerin‐ gen door een Service Partner van de fabrikant of een andere gekwalificeerde Service Partner of specialist te laten vervangen. Online Edition for Part no. 01402720787 - II/19...
Hulp in geval van pech MOBILITEIT Hulp in geval van pech Uitrusting van de auto Gevarendriehoek In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ De gevarendriehoek bevindt zich achter de linker cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in afdekking in de bagageruimte. de modelserie aangeboden worden.
Pagina 369
Met de Teleservice Diagnose kunnen via mo‐ Als pechhulp nodig is, kunt u contact opnemen biele communicatieapparatuur gedetailleerde met de pechhulp van de BMW Group. voertuiggegevens worden verstuurd die voor de diagnose van de auto vereist zijn. Deze gegevens Algemeen worden automatisch verstuurd.
Pagina 370
Het intelligente noodoproepsysteem maakt ver‐ binding met de noodoproepcentrale van BMW. BMW pechhulp starten Ook als er geen noodoproep via BMW mogelijk is, kan het zijn dat een noodoproep naar een Bij automatisch herkend ongeval openbaar alarmnummer tot stand wordt ge‐...
Pagina 371
▷ LED knippert groen als de verbinding met het alarmnummer tot stand is gebracht. Bij een noodoproep via BMW worden gege‐ vens aan de alarmcentrale gestuurd, die die‐ nen voor het bepalen van de vereiste red‐ dingsmaatregelen. Bijv. de actuele positie van de auto, wanneer deze kan worden bepaald.
Hulp in geval van pech MOBILITEIT Starthulp onmiddellijk een arts worden geraad‐ pleegd. ▷ Contact van het blusmiddel met de huid Algemeen vermijden. Langdurig contact met het Bij een lege accu kan de motor met de accu van blusmiddel kan tot uitdroging van de huid andere auto met behulp van twee startkabels leiden.
Hulp in geval van pech MOBILITEIT Aanklempunten starthulp komstige motor- of carrosseriemassa van de stroomleverende auto. Tweede poolklem op de accuminpool of op de overeenkomstige motor- of carrosserie‐ massa van de te starten auto bevestigen. Motor starten Voor het starten van de motor geen startspray gebruiken.
Hulp in geval van pech MOBILITEIT Steptronic versnellingsbak: Takelwagen voertuig transporteren Algemeen De auto mag niet worden weggesleept. Veiligheidsvoorschriften OPMERKING Bij het wegslepen van de auto met alleen een De auto alleen laten transporteren op een oprij‐ opgetilde voor- of achteras kan de auto worden wagen.
Hulp in geval van pech MOBILITEIT Sleepstang Veiligheidsaanwijzing De sleepogen moeten bij beide auto's aan de‐ zelfde kant zitten. OPMERKING Wanneer de sleepstang alleen schuin kan wor‐ Als het sleepoog niet op de juiste manier wordt den aangebracht moet op het volgende worden gebruikt, ontstaat schade aan de auto of aan gelet: het sleepoog.
Verzorging MOBILITEIT Verzorging Uitrusting van de auto Afstanden en temperatuur ▷ Maximale temperatuur: 60 ℃. In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspe‐ ▷ Minimale afstand tot sensoren, camera's, af‐ cifieke en speciale uitrustingen beschreven die in dichtingen: 30 cm. de modelserie aangeboden worden. Er worden ▷...
Onderhoudsmiddelen schakeld. Er bestaat gevaar voor schade. Rij‐ den-stand-by in wasstraten niet uitschakelen. Algemeen BMW raadt u aan onderhouds- en reinigingsmid‐ Algemeen delen van BMW te gebruiken. Geschikte verzor‐ gingsmiddelen zijn bij een Service Partner van de In een wasstraat moet de auto vrij kunnen rollen.
Verzorging MOBILITEIT Veiligheidsaanwijzing Bij sterke verontreinigingen, bijvoorbeeld drank‐ vlekken, een zachte spons of een microvezel‐ doek met geschikte interieurreiniger gebruiken. WAARSCHUWING Grote bekledingsvlakken tot aan de naden reini‐ Ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden aan gen. Krachtig wrijven vermijden. de lak van de auto kunnen leiden tot uitval of storing van de radarsensoren en een veilig‐...
Pagina 379
Verzorging MOBILITEIT handelen. Voor het onderhoud van afdichtrub‐ het reinigen van de veiligheidsgordels alleen bers geen siliconenhoudend onderhoudsmiddel mild zeepsop gebruiken. gebruiken, om beschadigingen of windgeruis te voorkomen. Vervuilde gordels rollen niet goed op, waardoor de veiligheid nadelig wordt beïnvloed. Edelhouten delen De gordels alleen in ingebouwde toestand met mild zeepsop schoonmaken.
Verzorging MOBILITEIT Displays, beeldschermen en beschermruit van het Head-Up Display OPMERKING Chemische reinigers, vocht of vloeistoffen kun‐ nen het oppervlak van displays en beeldscher‐ men beschadigen. Er bestaat gevaar voor schade. Gebruik voor de reiniging een schone, antistatische microvezeldoek. OPMERKING Het oppervlak van displays kan door ondeskun‐...
Pagina 381
Verzorging MOBILITEIT Online Edition for Part no. 01402720787 - II/19...
Pagina 382
Online Edition for Part no. 01402720787 - II/19...
Pagina 383
OPZOEKEN Technische gegevens ................384 Bijlage ......................396 Alles van A tot Z ..................398 Online Edition for Part no. 01402720787 - II/19...
De hoogtes kunnen de uitvoerig of landspecifieke meetmethoden variëren door bijvoorbeeld accessoires, banden, verschillen. belading en chassisuitvoering. Bij de aangegeven hoogtes is geen rekening ge‐ houden met aanbouwonderdelen zoals dakan‐ BMW X3 Breedte met buitenspiegels 2138 Breedte zonder buitenspiegels 1891-1897 Hoogte 1676...
Technische gegevens OPZOEKEN Gewichten X3 sDrive20i Leeggewicht rijklaar, met 75 kg belading, bij 90 % gevulde 1735 tank, zonder speciale uitrusting Maximaal toelaatbaar totaalgewicht 2400 Belading Toelaatbare asbelasting voor 1070 Toelaatbare asbelasting achter 1390 Toelaatbare dakbelasting X3 xDrive20i Leeggewicht rijklaar, met 75 kg belading, bij 90 % gevulde 1790 tank, zonder speciale uitrusting Maximaal toelaatbaar totaalgewicht...
Pagina 386
Technische gegevens OPZOEKEN X3 M40i powered by BMW M Leeggewicht rijklaar, met 75 kg belading, bij 90 % gevulde 1885 tank, zonder speciale uitrusting Maximaal toelaatbaar totaalgewicht 2455 Belading Toelaatbare asbelasting voor 1190 Toelaatbare asbelasting achter 1375 Toelaatbare dakbelasting X3 sDrive18d — a) Leeggewicht rijklaar, met 75 kg belading, bij 90 % ge‐...
Pagina 387
Technische gegevens OPZOEKEN X3 xDrive20d — a) Leeggewicht rijklaar, met 75 kg belading, bij 90 % gevulde 1825 tank, zonder speciale uitrusting Maximaal toelaatbaar totaalgewicht 2420 Belading Toelaatbare asbelasting voor 1135 Toelaatbare asbelasting achter 1395 Toelaatbare dakbelasting a) De specificaties zijn alleen geldig voor de typesleutel TX32, KJ34, KJ36, KJ37, KJ39 of 14BG. De typesleutel wordt in het identificatienummer op de 4e tot 7e plaats van links aangegeven.
2500 Belading Toelaatbare asbelasting voor 1190 Toelaatbare asbelasting achter 1415 Toelaatbare dakbelasting X3 M40d powered by BMW M Leeggewicht rijklaar, met 75 kg belading, bij 90 % gevulde 1970 tank, zonder speciale uitrusting Maximaal toelaatbaar totaalgewicht 2550 Belading Toelaatbare asbelasting voor...
Pagina 389
1515 Maximaal toelaatbaar totaalgewicht 2500 a) Het aanhangwagengewicht geldt alleen voor voertuigen met een aanhangwagenkoppeling die door BMW is gemonteerd. b) Het aanhangwagengewicht geldt alleen voor voertuigen met een aanhangwagenkoppeling die in de fabriek is gemonteerd. X3 xDrive20i Aanhangwagengewicht volgens EG-voorschriften. Specifieke informatie over mogelijke verhoging kan bij een Service Partner van de fabrikant of een andere gekwalificeerde Service Partner of specia‐...
Pagina 390
Het aanhangwagengewicht geldt alleen voor voertuigen met een aanhangwagenkoppeling die in de fabriek is gemonteerd. X3 M40i powered by BMW M Aanhangwagengewicht volgens EG-voorschriften. Specifieke informatie over mogelijke verhoging kan bij een Service Partner van de fabrikant of een andere gekwalificeerde Service Partner of specia‐...
Pagina 391
Technische gegevens OPZOEKEN X3 sDrive18d — a) Aanhangwagengewicht volgens EG-voorschriften. Specifieke informatie over mogelijke verhoging kan bij een Service Partner van de fabrikant of een andere gekwalificeerde Service Partner of specia‐ list worden opgevraagd. Ongeremd aanhangwagengewicht Geremd aanhangwagengewicht bij een helling tot 12 % 2000 Geremd aanhangwagengewicht bij een helling tot 8 % 2000...
Pagina 392
De typesleutel wordt in het identificatienummer op de 4e tot 7e plaats van links aangegeven. b) Het aanhangwagengewicht geldt alleen voor voertuigen met een aanhangwagenkoppeling die door BMW is gemonteerd. c) Het aanhangwagengewicht geldt alleen voor voertuigen met een aanhangwagenkoppeling die in de fabriek is gemonteerd.
Pagina 393
De typesleutel wordt in het identificatienummer op de 4e tot 7e plaats van links aangegeven. e) Het aanhangwagengewicht geldt alleen voor voertuigen met een aanhangwagenkoppeling die door BMW is gemonteerd. f) Het aanhangwagengewicht geldt alleen voor voertuigen met een aanhangwagenkoppeling die in de fabriek is gemonteerd.
Pagina 394
Het aanhangwagengewicht geldt alleen voor voertuigen met een aanhangwagenkoppeling die in de fabriek is gemonteerd. X3 M40d powered by BMW M Aanhangwagengewicht volgens EG-voorschriften. Specifieke informatie over mogelijke verhoging kan bij een Service Partner van de fabrikant of een andere gekwalificeerde Service Partner of specia‐...
Pagina 395
Technische gegevens OPZOEKEN Vulhoeveelheden BMW X3 Brandstoftank, circa Liter 58-68 Verdere informatie over de brandstofkwaliteit in acht nemen, zie pagina 314. Online Edition for Part no. 01402720787 - II/19...
Bijlage OPZOEKEN Bijlage Hier worden eventuele actualiseringen van de handleiding van de auto beschreven. Aanvullingen en wijzigingen na redactiesluiting Na het sluiten van de redactie van de geïnte‐ greerde handleiding in de auto werd het vol‐ gende hoofdstuk in de gedrukte handleiding ge‐ actualiseerd: ▷...
Pagina 397
Bijlage OPZOEKEN Online Edition for Part no. 01402720787 - II/19...
Accu, vervangen, afstandsbediening van het AdBlue bij lage temperaturen voertuig AdBlue laten bijvullen Accu, verwijderen AdBlue op minimum ACC, zie Actieve snelheidsregeling AdBlue, zie BMW Diesel met BluePerfor‐ Achterbank mance Achterbankleuningen, omklappen Online Edition for Part no. 01402720787 - II/19...
Pagina 399
Automatisch dimmen, zie Grootlichtassis‐ Afstandsbediening, extra tent Afstandsbediening, geïntegreerde sleutel Automatische activering, zie Individuele active‐ Afstandsbediening met display, storing ring Afstandsbediening met display, zie BMW dis‐ Automatische airco achterin playsleutel Automatische luchtrecirculatiefunctie AUC Afstandsbediening, openen/sluiten Automatische snelheidsregeling, zie Actieve Afstandsbediening, storing...
Pagina 400
Beeldscherm, zie Control Display Bluetooth‐verbinding Begroetingsbeeldscherm, bestuurdersprofie‐ Blu-ray, zie Handleiding over navigatie-, enter‐ tainment- en communicatiesysteem Begroetingsverlichting BMW diensten, zie Handleiding over navigatie-, Begroetingsverlichting bij ontgrendelen entertainment- en communicatiesysteem Bekerhouder BMW Diesel met BluePerformance Bekerhouder, achteraan BMW displaysleutel Bekerhouder, voorin...
Pagina 401
Alles van A tot Z OPZOEKEN Brandstofmeter Compatibele apparaten, zie Geschikte appara‐ Brandstof, tankinhoud Breedte, auto Compressor Buiten bedrijf stellen, auto Computer, zie Boordcomputer Buitenlucht, zie AUC Concierge Service, zie Handleiding over naviga‐ Buitenspiegel, automatisch dimmend tie-, entertainment- en communicatiesys‐ Buitenspiegel, parkeerfunctie teem Buitenspiegels...
Pagina 402
Dimmende buitenspiegel E-mail, zie Handleiding over navigatie-, entertain‐ Displays, beeldschermen ment- en communicatiesysteem Displaysleutel, storing Energie besparen, zie Schakelpuntindicator Displaysleutel, zie BMW displaysleutel Energieterugwinning, boordcomputer Displayverlichting, zie Instrumentenverlich‐ Entertainment, zie Handleiding over navigatie-, ting entertainment- en communicatiesysteem Door water rijden ESP elektronisch stabiliteitsprogramma, zie Draadloos laden van een smartphone, zie Wire‐...
Pagina 403
Alles van A tot Z OPZOEKEN Geïntegreerde universele afstandsbedie‐ Handzender, wisselende code ning Harde schijf voor muziek, zie Handleiding over Gemiddeld verbruik en gemiddelde snel‐ navigatie-, entertainment- en communicatie‐ heid systeem Gereedheid, ruststand en rijden-stand-by HDC Hill Descent Control Gereedschap Head-Up Display Geschikte apparaten Head-Up Display, verzorging...
Pagina 404
Alles van A tot Z OPZOEKEN Individuele activering Individuele instellingen, zie Bestuurdersprofie‐ Kaartupdate, zie Handleiding over navigatie-, en‐ Inductief laden van een smartphone, zie Wireless tertainment- en communicatiesysteem Charging-vak, zie Handleiding over navigatie-, Kalender, zie Handleiding over navigatie-, enter‐ entertainment- en communicatiesysteem tainment- en communicatiesysteem In geval van pech, hulp Katalysator, zie Heet uitlaatsysteem...
Pagina 405
Alles van A tot Z OPZOEKEN Kriksteunpunten LIM-toets, zie Handmatige snelheidsbegren‐ Kruisend verkeer, waarschuwing Kruispuntwaarschuwing met remfunctie Linksrijdend verkeer, lichtinstelling Kunststof onderdelen, verzorging Loos alarm, zie Ongewild alarm voorkomen Luchtcirculatie, zie Luchtrecirculatiefunc‐ tie 254, Lucht drogen, zie Koelfunctie 253, Luchtdruk, band Laadstations zoekenn zie Laadstations en speci‐...
Pagina 406
Onderdelen en accessoires Onderdelen vervangen Naloop van de ventilator, zie Uitlaatgaspartikelfil‐ Onderhoud Onderhoudsmiddelen Navigatiegegevens, boordcomputer Onderhoudssysteem, BMW Navigatie, zie Handleiding over navigatie-, enter‐ Onderhoud, zie Servicebehoefte tainment- en communicatiesysteem Ongevallenpreventie, zie Active Protection Neerkantelen, spiegel aan passagierszijde, zie Ongewild alarm voorkomen Parkeerfunctie Online Entertainment, zie Handleiding over navi‐...
Pagina 407
Panorama View, zie Surround View RDC bandenspanningscontrole Park Distance Control PDC Rechtsrijdend verkeer, lichtinstelling Parkeerassistent Recycling Parkeerassistent Plus, zie Surround View Reductiemiddel, zie BMW Diesel met BluePer‐ Parkeerassistent, zie Parkeerassistent formance Parkeerfunctie, buitenspiegel Regelsystemen, koersstabiliteit Parkeerhulp, zie PDC Regensensor Parkeerlicht...
Pagina 408
RTTI, zie Handleiding over navigatie-, entertain‐ geruimte ment- en communicatiesysteem Ski- en snowboardzak Rubber, verzorging Sleepoog, zie Sleepoog Rugleuningbreedte Sleepstang Rugleuningcontour, zie Lendensteun Sleeptouw Rugleuninghoek Slepen, zie Aanslepen/wegslepen Rugleuninghoek, achterstoelen Sletuel, zie BMW displaysleutel Online Edition for Part no. 01402720787 - II/19...
Pagina 409
Speed Limit Info Stoelventilatie, actief Spiegel aan passagierszijden, neerkantelen, zie Stoelventilatie, individuele activering Parkeerfunctie Stoelverwarming Spiegelinstelling oproepen Stoelverwarming, individuele activering Spiegels Stoel, zie Geheugenfunctie Spiegel, zie Geheugenfunctie Stopcontacten Splitscreen Storing, afstandsbediening Storing, BMW displaysleutel Online Edition for Part no. 01402720787 - II/19...
Pagina 410
Alles van A tot Z OPZOEKEN Storingsmeldingen, zie Check-Control Toeristenfunctie, zie Rechts-/linksrijdend ver‐ Stroomonderbreking keerd Stuur- en spoorassistent incl. file-assistent Toestandweergave, banden Stuurwiel, toetsen Toets AUTO H, zie Parkeerrem Stuurwiel, verstellen Toetsen op het stuurwiel Stuurwielverwarming Toets SOS, zie Intelligente noodoproep Stuurwielverwarming, individuele activering Toonweergave, zie Handleiding over navigatie-, Stuurwiel, zie Geheugenfunctie...
Pagina 411
Alles van A tot Z OPZOEKEN Veiligheidssystemen voor kinderen, zie Kinderen Verzorging, Head-Up Display veilig vervoeren Verzorging van displays, beeldschermen Veiligheidssystemen, zie Airbags Verzorging, zie Wassen van de auto Veiligheidssystemen, zie Intelligent Safety Video, zie Handleiding over navigatie-, entertain‐ Veilig remmen ment- en communicatiesysteem Veilig zitten Vierseizoenenbanden, zie Winterbanden...
Pagina 412
Alles van A tot Z OPZOEKEN Waarschuwing spookrijden Waarschuwing voor aanrijding van achteren, zie Preventie aanrijding van achteren xDrive Wachtdienst, zie Pechhulp 369, Warschuwing voor een aanrijding van opzij Wasbeurt, auto Wasem, voorruit 254, Zekeringen Wasinstallaties, automatisch Zekering, wielbouten Wassen van de auto Zender, AM/FM, zie Handleiding over navigatie-, Wasstraat entertainment- en communicatiesysteem...
Pagina 415
Online Edition for Part no. 01402720787 - II/19...
Pagina 416
BMW maakt rijden geweldig BMW DRIVER'S GUIDE APP. Uw op maat gemaakte informatie over het voertuig in een app. Geoptimaliseerd voor smartphone & tablet. Offline bruikbaar. *BL272078700F* 01402720787 nl Online Edition for Part no. 01402720787 - II/19...