[1] Een label voor de identificatie van deze knop en LED is meegeleverd in uw
taalkit voor het product. Breng tijdens de installatie het label aan op de
productinterface, zoals weergegeven in Afbeelding 2 op pagina 7.
Bedieningsknoppen en indicatielampjes op het voorpaneel
De bedieningsfuncties die worden beschreven in dit onderdeel zijn mogelijk niet
beschikbaar voor alle gebruikers. Voor meer informatie over de bediening van de
centrale en toegangsbeperkingen raadpleegt u de installatie- en bedienings-
handleidingen.
De onderstaande tabel bevat informatie over de bedieningsknoppen en
indicatielampjes op het voorpaneel van de centrale.
Tabel 1: Bedieningsknoppen en indicatielampjes op het voorpaneel
Bedieningsknop/LED
LED 'Voeding'
LED 'Algemene test'
LED 'Buiten dienst
nemen (algemeen)'
LED 'Algemene fout'
LED 'Alarm'
Knop en LED 'Diverse
alarmen'
Knop en LED
'Waarschuwingssounder
start/stop'
Knop en LED
'Waarschuwingssounder
vertraagd'
LED
'Waarschuwingssounder
fout/buiten dienst/test'
4
Kleur LED
Beschrijving
Groen
Geeft aan dat het systeem is opgestart.
Geel
Geeft aan dat één of meerdere functies of apparaten
worden getest.
Geel
Geeft aan dat één of meerdere functies of apparaten
buiten dienst zijn genomen.
Geel
Geeft een algemene fout aan. De LED 'Fout' voor het
overeenkomstige apparaat of de overeenkomstige
functie knippert ook.
Rood
Geeft een brandalarm aan.
Een knipperende LED geeft aan dat het alarm is
geactiveerd door een detector. Een vast opgelichte
LED geeft aan dat het alarm is geactiveerd door een
handbrandmelder.
Rood
Toont informatie voor alle huidige zonealarmen op het
LCD van de centrale.
Een knipperende LED geeft aan dat er meer dan twee
zones (lokaal of extern) een alarmtoestand vertonen.
Rood
Start en stopt de waarschuwingssirenes handmatig.
Een vast opgelichte LED geeft aan dat sirenes actief
zijn.
Geel
Schakelt een eerder geconfigureerde vertraging voor
een waarschuwingssirene in of uit. Annuleert een
vertraging terwijl die aan het aftellen is en activeert de
waarschuwingssirenes.
Een vast opgelichte LED geeft aan dat een vertraging
voor een waarschuwingssirene is geconfigureerd en
ingeschakeld. Een knipperende LED geeft aan dat een
vertraging aan het aftellen is (waarschuwingssirenes
worden geactiveerd wanneer de geconfigureerde
vertraging verstrijkt of wanneer de vertraging wordt
geannuleerd).
Geel
Geeft een fout of uitschakeling van de waarschuwings-
sirene aan.
Een knipperende LED geeft een fout aan. Een vast
opgelichte LED geeft een uitschakeling of test aan.
2X Serie Handleiding voor Scandinavische markt