3. Reinig de filterbehuizing grondig en spoel deze
uit. Verwijder de afzettingen.
5. Plaats het van binnen en buiten afgespoelde
nieuwe filterelement. Controleer of de afdichtin-
gen juist zijn geplaatst.
7. Dichtheid controleren: sluit de water- en stroom-
voorziening aan. Vul de machine of start de
spoelprocedure.
9. Breng eventueel verwijderde panelen weer aan.
62 / 70
4. Vervang de oude afdichtringen.
6. Houd de behuizing loodrecht en draai deze
handvast aan.
8. Markeer de datumsticker en plak deze op de fil-
tereenheid.
10. Vervangingsinterval in de besturing resetten, zie
pagina 51.
9763297