5.
Voer een Log-in wachtwoord in en druk dan op [Gereed].
6.
Druk op [Inloggen].
Uitloggen via het bedieningspaneel (bij gebruik van het standaard
bedieningspaneel)
In deze paragraaf wordt de procedure uitgelegd voor het uitloggen van het apparaat wanneer
Basisverificatie, Windows-verificatie of LDAP-verificatie ingesteld is.
• Log altijd uit als u klaar bent met het apparaat om te voorkomen dat onbevoegde personen het
apparaat gebruiken.
1.
Druk op de knop [Inloggen/Uitloggen].
2.
Druk op [Ja].
Uitloggen via het bedieningspaneel (bij gebruik van het Smart Operation
Panel)
In deze paragraaf wordt de procedure uitgelegd voor het uitloggen van het apparaat wanneer
Basisverificatie, Windows-verificatie of LDAP-verificatie ingesteld is.
• Log altijd uit als u klaar bent met het apparaat om te voorkomen dat onbevoegde personen het
apparaat gebruiken.
DRC133
Inloggen op het apparaat
93