De bediening beperken
U kunt afdruk-, kopieer- en faxbediening beperken of het gebruik van een USB-flashstation of een gedeelde
map op de computer beperken.
1.
Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
2. Selecteer
LCD en bedieningspaneel
3. Selecteer
OK.
4. Selecteer met de knop
druk vervolgens op de knop OK.
5. Wanneer het bevestigingsscherm voor bedieningsbeperkingen wordt weergegeven,
selecteert u Ja (Yes) en drukt u op de knop OK.
Als u al bepaalde bedieningsbeperking hebt ingesteld, worden de menu-items weergegeven. Selecteer
Bedieningsbeperkingen wijzigen (Change operation restrictions) en druk vervolgens op de knop
OK.
6. Selecteer met de knop
knop OK.
Nadat u de bewerking hebt geselecteerd die u wilt beperken, worden de instellingsitems weergegeven.
Selecteer een item met de knop
Kopiëren (Copy)
Hiermee beperkt u de kopieerfuncties. Als u Alle kopieën beperken (Restrict all copying)
selecteert, beperkt u alle kopieerbewerkingen. Als u Kopieën in kleur beperken (Restrict color
copying) selecteert, beperkt u alleen kopieën in kleur.
Afdrukken vanaf opslagmedium (Print from storage medium)
Hiermee beperkt u afdrukken vanaf een USB-flashstation.
Scannen naar USB-flashstation (Scan to USB flash drive)
Hiermee beperkt u het opslaan van gescande gegevens op een USB-flashstation.
Scannen naar doelmap (Scan to destination folder)
Hiermee beperkt u het doorsturen van de gescande gegevens naar de gedeelde map op de
computer.
Faxoverdracht (FAX transmission)
Hiermee beperkt u het verzenden van faxen.
Opmerking
• Het versturen van faxen vanaf een computer is niet beperkt, zelfs als Beperken (Restrict) is
geselecteerd.
Instellen (Setup) op het HOME-scherm.
Apparaatinstellingen (Device settings) en druk vervolgens op de knop
de optie Bedieningsbeperkingen (Operation restrictions) en
een bewerking die u wilt beperken en druk vervolgens op de
en druk vervolgens op de knop OK.
385