Als u een nieuw serverprofiel wilt maken, selecteert u
Opties
Serverprofielen
>
serverprofiel.
U kunt deze instellingen ontvangen in een
configuratiebericht van de serviceprovider. Als dat niet het
geval is, gaat u als volgt te werk:
Servernaam
— Voer een naam voor de
•
configuratieserver in.
Server-ID
— Voer de unieke ID van de
•
configuratieserver in.
Serverwachtwoord
•
waarmee uw apparaat door de server wordt herkend.
Sessiemodus
•
voorkeur.
Toegangspunt
•
wilt gebruiken voor de verbinding of maak een nieuw
toegangspunt. U kunt ook aangeven dat u wordt
gevraagd welk toegangspunt u wilt gebruiken telkens
wanneer u verbinding maakt. Deze instelling is alleen
beschikbaar als u
dragertype.
Hostadres
— Voer het webadres van de
•
configuratieserver in.
Poort
— Voer het poortnummer van de server in.
•
Gebruikersnaam
•
gebruikers-ID en wachtwoord voor de
configuratieserver in.
Configuratie toestaan
•
dat de server een configuratiesessie initieert.
Automatisch accepteren
•
dat de server u om bevestiging vraagt bij het initiëren
van een configuratiesessie.
Netwerkverificatie
156
•
moet worden gebruikt.
Opties
Nieuw
>
>
— Voer het wachtwoord in
— Selecteer het verbindingstype van uw
— Selecteer het toegangspunt dat u
Internet
hebt geselecteerd als
en
Wachtwoord
— Voer uw
— Selecteer
Ja
om toe te staan
— Selecteer
Ja
— Aangeven of http-verificatie
Gebruikersnaam netwerk
•
netwerk
voor http-verificatie in. Deze instelling is alleen
beschikbaar als u
geselecteerd.
Selecteer
te maken met de server en configuratie-instellingen voor
het apparaat te ontvangen.
Als u het configuratielogboek van het geselecteerd profiel
wilt bekijken, selecteert u
Als u de software van het apparaat wilt bijwerken via de
lucht, selecteert u
bijwerken worden uw instellingen niet gewist. Als u het
updatepakket op het apparaat hebt ontvangen, volgt u de
aanwijzingen op het scherm. Het apparaat wordt opnieuw
gestart als de installatie is voltooid. Bij het downloaden
van software-updates worden mogelijk grote
hoeveelheden gegevens via het netwerk van uw
serviceprovider overgedragen. Neem contact op met uw
serviceprovider voor meer informatie over de kosten van
gegevensoverdracht. Zorg ervoor dat de batterij van het
apparaat voldoende capaciteit heeft of dat de lader is
aangesloten voordat u begint met bijwerken.
Toepassingsbeheer
Met Toepassingsbeheer kunt u zien welke
softwarepakketten op uw apparaat zijn geïnstalleerd. U
als u niet wilt
kunt gedetailleerde informatie bekijken over
geïnstalleerde toepassingen, toepassingen verwijderen
en installatie-instellingen opgeven.
en
— Voer uw gebruikers-ID en wachtwoord
Netwerkverificatie
Opties
Configuratie starten
>
Opties
Opties
> Instellingen. Door het
Wachtwoord
hebt
om verbinding
Logboek
bekijken.
>