U kunt instellingen voor internetoproepen weergeven of
bewerken door
Opties
>
een keuze te maken uit de volgende opties:
Dienstverbindingen
•
bestemmingsinstellingen voor de verbinding voor
internetoproepen en bewerk de
bestemmingsgegevens.
Als u een bestemming wilt wijzigen, gaat u naar de
dienst en selecteert u Wijzigen.
Beschikbaarh.verzoeken
•
automatisch alle inkomende aanwezigheidsverzoeken
wilt accepteren zonder dat u om een bevestiging wordt
gevraagd.
Dienstinformatie
— Hiermee geeft u technische
•
informatie over de geselecteerde dienst weer.
Geavanc. instellingen
•
instellingen voor de dienst op, bijvoorbeeld de
beveiligingsinstellingen.
Snelkeuze
Selecteer
Menu
Bedieningspan.
>
Telefoon
Oproep
> Snelkeuze.
>
Met de snelkeuzefunctie kunt u een nummer kiezen door
een cijfertoets ingedrukt te houden terwijl het
startscherm in beeld is.
Selecteer
Aan
om snelkeuze te activeren.
Als u een cijfertoets aan een telefoonnummer wilt
toewijzen, selecteert u
Menu
Telefoon
> Snelkeuze. Ga naar de cijfertoets (2 - 9) op
het scherm en selecteer
Opties
het gewenste nummer uit de lijst met contacten.
Instellingen
te selecteren en
— Selecteer de
— Selecteer of u
— Geef de geavanceerde
Instellingen
>
Bedieningspan.
>
> Toewijzen. Selecteer
Als u het telefoonnummer dat aan een cijfertoets is
toegewezen wilt wissen, bladert u naar de snelkeuzetoets
en selecteert u
Als u het telefoonnummer dat aan een cijfertoets is
toegewezen wilt wijzigen, bladert u naar de
snelkeuzetoets en selecteert u
Oproepen omleiden
Selecteer
Menu
Telefoon
> Doorschakelen.
Schakel inkomende oproepen door naar uw voicemailbox
of een ander telefoonnummer. Neem voor meer
informatie contact op met uw serviceprovider.
Selecteer het type oproepen dat u wilt doorschakelen en
maak een keuze uit de volgende opties:
Alle
spraakoproepen,
•
Alle faxoproepen
gegevens- of faxoproepen doorschakelen. U kunt geen
gegevens- of faxoproepen beantwoorden, alleen de
oproepen doorschakelen naar een ander nummer.
en
Indien bezet
•
tijdens een actieve oproep.
Als niet aangenomen
•
doorschakelen nadat uw apparaat een bepaalde tijd is
overgegaan. Selecteer in de tijd die het apparaat moet
overgaan voordat de oproep wordt doorgeschakeld.
Indien buiten bereik
•
het apparaat is uitgeschakeld of geen netwerkbereik
>
heeft.
Indien niet beschikbaar
•
tijdens een actieve oproep, als u niet antwoordt, als het
Opties
> Verwijderen.
Opties
> Wijzigen.
Bedieningspan.
>
>
Alle gegevensoproepen
— Alle inkomende spraak-,
— Inkomende oproepen doorschakelen
— Inkomende oproepen
— Oproepen doorschakelen als
— Oproepen doorschakelen
Instellingen
en
of
73