Wep-Sleutelinstellingen; X-Beveiligingsinstellingen; Wpa-Beveiligingsinstellingen - Nokia E Series Handleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor E Series:
- Gebruikershandleiding (182 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (171 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (169 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Instellingen WEP-sleutel
•
voor de WEP-sleutel.
WEP-sleutelinstellingen
In een ad-hocnetwerk moet op alle apparaten dezelfde
WEP-sleutel worden gebruikt.
Selecteer
WLAN-beveiligingsinstell.
WEP-sleutel
en maak een keuze uit de volgende opties:
WEP-codering
•
sleutel in.
Indeling WEP-sleutel
•
sleutelgegevens wilt invoeren in de indeling
Hexadecimaal.
WEP-sleutel
— Voer de WEP-sleutelgegevens in.
•
802.1x-
beveiligingsinstellingen
Selecteer
802.1x
Met
802.1x
worden apparaten in een draadloos netwerk
geverifieerd en geautoriseerd. Als het autorisatieproces
voor een apparaat mislukt, krijgt het desbetreffende
apparaat geen toegang tot het netwerk.
Selecteer
WLAN-beveiligingsinstell.
uit de volgende opties:
WPA/WPA2
— Selecteer
•
Authentication Protocol) of
geheime sleutel voor apparaatidentificatie).
Instellingen EAP-plug-in
•
176
EAP
hebt geselecteerd, geeft u aan welke EAP-plug-ins
— Wijzig de instellingen
Instellingen
>
— Stel de gewenste lengte van de WEP-
— Stel in of u de WEP-
als WLAN-beveiligingsmodus.
en maak een keuze
EAP
(Extensible
Vooraf ged. sleutel
— Als u
WPA/WPA2
op uw apparaat voor het toegangspunt moeten
worden gebruikt.
Vooraf gedeelde sleutel
•
Vooraf ged. sleutel
gedeelde persoonlijke sleutel in waarmee uw apparaat
kan worden geïdentificeerd in het draadloze LAN-
netwerk waarmee u verbinding maakt.
WPA-beveiligingsinstellingen
Selecteer
WPA/WPA2
Selecteer
WLAN-beveiligingsinstell.
uit de volgende opties:
ASCII
of
WPA/WPA2
•
Authentication Protocol) of
geheime sleutel voor apparaatidentificatie).
Instellingen EAP-plug-in
•
EAP
hebt geselecteerd, geeft u aan welke EAP-plug-ins
op uw apparaat voor het toegangspunt moeten
worden gebruikt.
Vooraf gedeelde sleutel
•
Vooraf ged. sleutel
gedeelde persoonlijke sleutel in waarmee uw apparaat
kan worden geïdentificeerd in het WLAN-netwerk
waarmee u verbinding maakt.
Alleen WPA2 (modus)
•
codering (Advanced Encryption Standard) wilt
toestaan, selecteert u Uit. Als u alleen AES wilt toestaan,
selecteert u
(een
>
— Als u
WPA/WPA2
hebt geselecteerd, voert u de
als WLAN-beveiligingsmodus.
en maak een keuze
— Selecteer
EAP
(Extensible
Vooraf ged. sleutel
— Als u
WPA/WPA2
— Als u
WPA/WPA2
hebt geselecteerd, voert u de
— Als u zowel TKIP- als AES-
Aan
>
(een
>
>
Advertenties
Inhoudsopgave
