Uw eigen profiel maken
Maak eenvoudig een kleurprofiel met behulp van het HP Color Center en selecteer ICC-profiel maken en
installeren.
De printer vraagt om informatie over het papier en maakt en installeert het nieuwe profiel vervolgens
automatisch.
Het proces duurt ongeveer 15 tot 20 minuten en bestaat uit de volgende stappen.
1.
Er wordt een profileringstestkaart afgedrukt die vlakken bevat van elke inkt die in de printer wordt gebruikt.
In tegenstelling tot een kalibratietestkaart bevatten de meeste vlakken combinaties van inkt.
OPMERKING:
maken zonder een profiel te maken (Windows: selecteer Alleen doel afdrukken; MAC OS X: selecteer ICC-
profileringskaart afdrukken). Daarna, als de kaart helemaal droog is, start op het HP Color Center opnieuw
op een vraagt u een profiel aan dat de testkaart gebruikt die u al hebt gemaakt (Windows: selecteer ICC-
profiel maken vanaf een doel dat al is afgedrukt; MAC OS X: selecteer ICC-profileringskaart scannen en ICC-
profiel maken). De scan begint nadat de spectrofotometer is opgewarmd.
2.
De geïntegreerde spectrofotometer van HP scant en meet de testkaart.
3.
Met de metingen berekent de printer de benodigde correctiefactoren voor consistent kleurafdrukken op dat
papiertype. Het berekent ook de maximumhoeveelheid van elke inkt die gebruikt kan worden op het papier.
4.
Het nieuwe ICC-profiel wordt in de juiste systeemmap op uw computer opgeslagen, waar uw
softwareprogramma's het kunnen vinden.
Het profiel wordt ook in de printer opgeslagen, zodat andere computers die met dezelfde printers zijn
verbonden het kunnen kopiëren. Een profiel kan worden geopend en gebruikt zodra een taak is ingediend
vanuit de geïntegreerde webserver. De HP DesignJet Utility laat het u weten als uw printer profielen heeft
die nog niet op uw computer zijn opgeslagen.
OPMERKING:
gebruiken dat zojuist is gemaakt.
Een extern profiel gebruiken
Als u een ICC-profiel op een andere manier hebt verkregen dan met behulp van de ingebouwde
profileringssoftware van de printer (bijvoorbeeld een profiel dat u van internet hebt gedownload of dat bij een
profileringssoftwarepakket van een andere fabrikant zat), kunt u dat profiel installeren om te gebruiken met uw
printer en papier.
De printer moeten weten op welke papiersoort het profiel betrekking heeft. Selecteer eerst een papiersoort uit
de lijst met papier dat de printer herkent. Probeer bij het selecteren van een papiersoort er een te kiezen die zo
veel mogelijk lijkt op uw huidige papiersoort. De papiersoort bepaalt de hoeveelheid inkt die wordt gebruikt en
andere standaard afdrukparameters, dus het is belangrijk dat u de goed keus maakt om later goede resultaten
te bereiken. Als u uiteindelijk niet tevreden bent met het profiel en het papier dat u hebt gekozen, selecteer dan
verschillende soorten en gebruikt de soort die u het best vindt.
Als het papier dat u gebruikt niet wordt vermeld of als u geen papiersoort kunt vinden die erg lijkt op die van u,
kunt u een nieuwe soort definiëren. Zie
zichzelf vervolgens voor gebruik met dat papier, waarna u het ICC-profiel kunt installeren.
Nadat u de papiersoort hebt geselecteerd, bladert u naar het bestand dat het ICC-profiel bevat om het met uw
printer en papier te gebruiken. Normaal gesproken eindigen bestandsnamen van ICC-profielen op de extensie
'.icc' (International Color Consortium) of '.icm' (Image Color Matching). Het profiel wordt in de juiste systeemmap
op uw computer en in de printer opgeslagen.
NLWW
Om een langere droogtijd te gebruiken, instrueert u het HP Color Center de testkaart te
Misschien moet u sommige programma's afsluiten en opnieuw starten om een profiel te
Papier gebruiken dat niet van HP is op pagina
44. De printer kalibreert
Kleur en uw Z6810-printer 101