Rekenkundig – Complex
Argument
Argument. Hiermee vindt u de hoek die door een complex getal is gedefinieerd. Voor invoer en uitvoer wordt
de in Startinstellingen ingestelde hoekmaat gebruikt.
ARG(x+y*i)
Voorbeeld:
ARG(3+3*i) retourneert 45 (gradenmodus)
Conjugatie
Complex toegevoegde. Conjugatie is de negatie (tekenomkering) van het imaginaire deel van een complex
getal.
CONJ(x+y*i)
Voorbeeld:
CONJ(3+4*i) retourneert (3-4*i)
Reëel gedeelte
Reëel deel x, van een complex getal, (x+y*i).
RE(x+y*i)
Voorbeeld:
RE(3+4*i) retourneert 3
Imaginair deel
Imaginair deel, y, van een complex getal, (x+y*i).
IM(x+y*i)
Voorbeeld:
IM(3+4*i) retourneert 4
Eenheidsvector
Teken van waarde. Als het positief is, is het resultaat 1. Als het negatief is, is het resultaat –1. Als het nul is, is
het resultaat nul. Voor een complex getal is dit de eenheidsvector in de richting van het getal.
SIGN(waarde)
SIGN((x,y))
Voorbeelden:
SIGN(POLYEVAL([1,2,–25,–26,2],–2)) retourneert –1
SIGN((3,4)) retourneert (0,6+0,8i)
Het menu Wiskunde 385