14. Gebruik een tractor die is uitgerust met een ROPS (Roll Over Protective Structure). Draag altijd de
veiligheidsgordel. Vallen van een tractor kan leiden tot ernstig letsel of zelfs de dood, vooral wanneer de tractor
kantelt en de bestuurder onder de ROPS of de tractor terechtkomt.
15. Overschrijd de grenzen van een machine nooit. Als er twijfel bestaat of de machine bepaalde werkzaamheden
(veilig) kan uitvoeren, DOE HET DAN NIET.
16. Verwijder stenen, takken of verborgen obstakels uit het werkgebied die in de machine vast kunnen komen te
zitten en letsel of schade kunnen veroorzaken.
2.4
Veilige bediening
1.
Lees de handleiding en alle veiligheidsaanduidingen en zorg dat u deze begrijpt voordat u de machine bedient,
instelt, repareert of afkoppelt of er onderhoud aan uitvoert.
2.
Sta niet toe dat mensen meerijden.
3.
Plaats alle beschermkappen en zet ze vast voordat u de machine start of bedient.
4.
Houd handen, voeten, haar en kleding uit de buurt van bewegende onderdelen.
5.
Plaats alle bedieningselementen in de neutraalstand, stop de motor van de tractor, schakel de parkeerrem in,
haal de sleutel uit het contact en wacht tot alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u
onderhoud of reparaties uitvoert of de machine instelt of afkoppelt.
6.
Zet alle bedieningselementen van de tractor en machine in de neutraalstand voordat u begint.
7.
Start en bedien de machine alleen als u op de stoel van de tractor zit.
8.
Zorg dat omstanders, vooral kleine kinderen, zich buiten het werkgebied bevinden voor u de machine start.
9.
Blijf uit de buurt van de aftakas en de machine als de aftakas wordt ingeschakeld. Houd anderen uit de buurt.
10. Maak reflectoren, het markeringsbord langzaam verkeer en lichten schoon voordat u de machine vervoert.
11. Gebruik altijd waarschuwingslichten op de tractor tijdens het vervoer.
12. Houd geen handen of voeten onder de machine terwijl de motor van de tractor of de machine loopt.
13. Bedien de balenwikkelaar niet als deze omhoog staat.
14. Voorwerpen kunnen met zoveel kracht uit de machine worden geworpen dat ze mensen ernstig kunnen
verwonden. Blijf uit de buurt van de machine als deze loopt. Houd anderen uit de buurt.
15. Zorg dat u altijd weet wat u maait. Gebruik de FMU cirkelmaaier nooit in een gebied met verborgen obstakels.
Verwijder stokken, stenen, draad en andere objecten uit het werkgebied voordat u begint met maaien.
16. Neem de veiligheidsaanwijzingen ieder jaar door met alle gebruikers.
2.5
Veilige opslag
1.
Sla de machine op in een gebied waar geen mensen komen.
2.
Sta niet toe dat kinderen op of rond de opgeslagen machine spelen.
3.
Sla de machine op een droge, vlakke plek op. Ondersteun het frame zo nodig met planken.
Pagina 8/30
Balenwikkelaar | Gebruikershandleiding
Augustus 2022