WAARSCHUWING! Elke poging om steilere hellingen te nemen dan in figuur 1 zijn
aangegeven kunnen uw Scootmobiel in een onstabiele positie brengen of zelfs doen
kantelen.
WAARSCHUWING! Gebruik nooit een zuurstoftank met een gewicht groter dan 6,8 kg. Vul
uw mand nooit met een inhoud meer dan 6,8 kg.
Wanneer u een helling nadert kunt u het beste naar voren leunen. Zie figuren 2 en 2A. Dan schuift het zwaartepunt
van u en uw Scootmobiel naar de voorkant van de Scootmobiel voor een betere stabiliteit.
Terwijl u hellingen neemt en vooruitgaat en u laat het gaspedaal los, dan is het mogelijk dat de scootmobiel
ongeveer 30,48cm "achteruit rolt" vooraleer de remmen in actie treden. Als u het gaspedaal los laat
terwijl u achteruit rijdt, dan kan de scootmobiel ongeveer 1 meter "achteruit rollen" vooraleer de remmen
in actie treden.
Figuur 2. Normale rijpositie
HET NEMEN VAN BOCHTEN
Extreem hoge snelheid in bochten kan leiden tot kantelen van uw Scootmobiel. Factoren die het kantelgevaar
vergroten zijn o.a. (maar niet uitsluitend): de snelheid in bochten, de stuurhoek (d.w.z. hoe scherp u draait) oneffen
terrein, hellend terrein, het rijden van een terrein met weinig trekkracht naar een terrein met veel trekkracht (zoals
bijvoorbeeld komend van een grasrijk terrein op een geplaveid terrein - speciaal bij het draaien met hoge snelheid)
en abrupte verandering van richting. Hoge snelheid bij bochten wordt sterk afgeraden. Wanneer u het gevoel heeft
dat uw Scootmobiel kan gaan kantelen, verminder dan uw snelheid en pas uw stuurhoek aan (d.w.z. maak de draai
minder scherp).
WAARSCHUWING! Verminder uw snelheid en behoudt een stabiel punt van zwaartekracht
bij het nemen van scherpe bochten. Wanneer u met hoge snelheid op uw scootmobiel
rijdt, neem dan geen scherpe bochten. Dit verkleint aanzienlijk de kans op kantelen of
vallen. Gebruik altijd uw nuchtere gezond verstand bij het nemen van bochten.
REMMEN
Uw Scootmobiel is uitgevoerd met twee sterke remsystemen:
! Regenererend: gebruikt elektrische energie om snel af te remmen wanneer de gashendel in de neutraal-/stopstand
wordt gezet en.
! Motorrem zorgt voor automatische blokkering nadat de Scootmobiel bijna tot stilstand is gebracht, of wanneer
om wat voor reden dan ook de energie wegvalt.
I I .
V E I L I G H E I D
Figuur 2A: Rijpositie met verhoogde stabiliteit