I V . A C C U ' S E N H E T L A D E N
WAARSCHUWING! Indien uw losse acculader niet is getest en goedgekeurd voor gebruik
buitenshuis, dient u deze niet bloot te stellen aan ongunstige of extreme
weersomstandigheden. Als de acculader is blootgesteld aan ongunstige of extreme
weersomstandigheden, dient u deze de gelegenheid te geven zich aan de nieuwe
omgevingsomstandigheden aan te passen voordat u hem weer binnenshuis gebruikt. Neem
de gebruiksaanwijzing van de acculader in acht voor verdere informatie.
De losse acculader die bij uw Scooter is geleverd is voorzien van een 115/230 voltage schakelaar. Zorg er voor
dat deze schakelaar op de juiste stand staat voor uw plaatselijke voltage. Als u niet zeker weet wat het voltage in
uw land is, dient u contact op te nemen met uw plaatselijk electricien, voordat u de laadstekker in uw wandcontact
steekt. Indien de instelling niet juist is werkt de lader niet goed. Schakel de voltage schakelaar naar de juiste stand.
Zie figuur 10.
De LED lichtjes op de lader geven verschillende stadia aan in het laadproces: stroomtoevoer van de lader is aan,
laadproces in werking, laadproces voltooid. Kijk op de label op de lader voor een complete uitleg van de indicaties.
UIT
VOLTAGE SCHAKELAAR
AAN
Figuur 10. Oplader Aan/Uit Schakelaar en Voltage Shakelaar
Indien het stopcontact voor de externe acculader zich aan de stuurstang bevindt:
1. Plaats het voorste deel van uw Scootmobielof dichtbij een standaard wandcontact.
2. Verwijder de sleutel uit het contact.
3. Zorg er voor dat handmatige vrijloop hendel in de rij (achteruit) positie staat.
4. Zorg ervoor dat de batterij oplader schakel in de "uit" positie is. Zie figuur 10.
5. Steek het laadsnoer in het laadcontact. Zie figuren 5 en 10A.
6. Steek het laadsnoer in het stopcontact aan de muur.
7. Schakel de oplader aan. Het is aangeraden dat u uw Accu's voor 8 to 14 uren oplaadt.
8. Als de accu's volledig zijn opgeladen, schakel de oplader af en haal de lader uit het stopcontact van de muur en
dan van het laadcontact.
Indien het stopcontact voor de externe acculader zich aan de accudoos bevindt:
1. Plaats het achtereind van uw Scootmobiel of dichtbij een standaard wandcontact.
2. Verwijder de sleutel uit het contact.
3. Zorg er voor dat handmatige vrijloop hendel in de rij (achteruit) positie staat.
4. Zorg ervoor dat de batterij oplader schakel in de "uit" positie is. Zie figuur 10.
5. Steek het uiteinde van de acculaderstroomdraad met de 3-voudige connector in het stopcontact voor de
externe acculader dat zich op de rechter accudoos bevindt. Zie figuren 5A en 10A.
STEEKT IN HET LAADCONTACT
STEEKT IN HET STOPCONTACT
Figuur 10A.Externe Batterijlader
I
O