Gebruikershandleiding
A
Open de printerinstellingen.
"De printerdriver voor Windows openen" op pagina 45
&
B
Selecteer Confidential Job (Vertrouwelijke afdruktaak) op het tabblad More Options (Meer opties).
C
Definieer instellingen zoals wachtwoord, gebruikersnaam en taaknaam in het venster Confidential Job
Settings (Instellingen vertrouwelijke taken) en klik op OK.
D
Configureer de benodigde instellingen.
E
Klik op OK om het venster met printerinstellingen te sluiten en de afdruktaak te versturen.
F
Ga naar de printer, druk op op het bedieningspaneel en selecteer Vertrouwelijke afdrukt.
G
Voer uw gebruikersnaam in en selecteer de afdruktaak die u hebt verzonden.
H
Voer het ingestelde wachtwoord in en druk op een van de x-knoppen om het afdrukken te starten.
Beheerdersinstellingen voor printerstuurprogramma
(alleen voor Windows)
Beheerders kunnen de volgende instellingen van het printerstuurprogramma vergrendelen voor iedere gebruiker
om te voorkomen dat de instellingen onbedoeld worden gewijzigd.
❏ Antikopieerpatroon
❏ Watermerk
❏ Koptekst/voettekst
❏ Kleur
❏ Dubbelzijdig afdrukken
❏ Meerdere pagina's
Opmerking:
U moet zich als beheerder aanmelden bij Windows.
Afdrukken
61