3.9
Toestelprogrammering
[600] EXtra Device Port
Wijst toe welke interne toestellen de EXtra Device Ports (XDP) zijn.
6
X – Keuzenummer: 1 (Aan) / 2 (Uit)
!
• U kunt niet uw eigen toestelnimmer invoeren.
!
S
TANDAARD
W
IJZIGEN
[601] Serviceklasse
Geeft aan elk intern toestel een Serviceklasse (COS). Er zijn in totaal vier Serviceklassen.
Per intern toestel kan een eerste en tweede COS-nummer worden toegewezen.
6
* Interne toestelnummer: 21 t/m 28, 31 t/m 34 (standaard intern toestel) / 30 (alle interne
!
• Elk intern toestel dient te worden toegewezen aan een Serviceklasse, en is afhankelijk
!
van de COS-programmering voor programma's [500] t/m [514].
S
TANDAARD
W
IJZIGEN
[602] Toewijzing van interne toestelgroep
Wijst elk intern toestel toe aan een interne toestelgroep. Er zijn maximaal acht interne
toestelgroepen. Elk intern toestel kan tot slechts één toestelgroep behoren.
6
* Interne toestelnummer: 21 t/m 28, 31 t/m 34 (standaard intern toestel) /
S
TANDAARD
W
IJZIGEN
intern
0
0
toestelnr.
(21···24, )
Alle interne toestellen – Uit
Gebruik de programmeertabel op blz. 3-72.
intern
0
1
toestelnr.
ISDN-toestellen) /
Alle interne toestellen – COS 1
Gebruik de Programmeertabel op blz 3-71.
intern
0
2
toestelnr.
Alle interne toestellen - Interne toestelgroep 1
Gebruik de Programmeertabel op blz. 3-72.
X
(1···2)
eerste COS-nr.
(1···4)
interne toestelgroep-nr.
(1···8)
Systeemprogrammering
[600]-[602]
tweede COS-nr.
(1···4)
3-45