Scannen (voor gebruikers van een USB-kabel)
Scannen naar Bestand
U kunt een document in zwart-wit of kleur naar uw computer scannen en het vervolgens als bestand opslaan
in een map van uw keuze. Welk type bestand en welke map worden gebruikt, is afhankelijk van de
instellingen die u hebt gekozen in het scherm Scaninstellingen apparaat van ControlCenter4 of het scherm
Scannen naar Bestand van ControlCenter2. (Voor Windows
Scannen configureren op pagina 76 voor Startmodus of De instellingen van de knop Scannen configureren
op pagina 89 voor Geavanceerde modus. Zie SCANNEN op pagina 173 voor Macintosh.)
a
Plaats uw document.
b
Druk op
(SCAN).
c
Druk op a of b om Scannen > pc te selecteren.
Druk op OK.
d
Druk op a of b om Bestand te selecteren.
Druk op OK.
e
Druk op Start.
De machine begint met scannen.
Opmerking
• Het scantype hangt af van de instellingen van het scherm Scaninstellingen apparaat van het
ControlCenter4-configuratievenster of het tabblad Bedieningsknop Apparaat van het ControlCenter2-
configuratievenster.
• Als u wilt schakelen tussen scannen in kleur en in zwart-wit, kiest u kleur of zwart-wit bij de optie voor het
type scan op het scherm Scaninstellingen apparaat van het ControlCenter4-configuratievenster of het
tabblad Bedieningsknop Apparaat van het ControlCenter2-configuratievenster. (Voor Windows
raadpleegt u De instellingen van de knop Scannen configureren op pagina 76 voor Startmodus of De
instellingen van de knop Scannen configureren op pagina 89 voor Geavanceerde modus. Zie SCANNEN
op pagina 173 voor Macintosh.)
• Als u het venster met de map na het scannen van het document wilt laten weergeven, selecteert u Map
weergeven op het scherm Scaninstellingen apparaat van het ControlCenter4-configuratievenster of het
tabblad Bedieningsknop Apparaat van het ControlCenter2-configuratievenster.
• Als u de bestandsnaam van gescande documenten wilt wijzigen, typt u de bestandsnaam in het vak
Bestandsnaam op het scherm Scaninstellingen apparaat van het ControlCenter4-configuratievenster
of het tabblad Bedieningsknop Apparaat van het ControlCenter2-configuratievenster.
• Als u de standaardbestandsgrootte voor JPEG, PDF of Beveiligde PDF wilt wijzigen, selecteert u de
gewenste grootte door de schuifregelaar op het scherm Scaninstellingen apparaat van het
ControlCenter4-configuratievenster of het tabblad Bedieningsknop Apparaat van het ControlCenter2-
configuratievenster te verslepen.
®
raadpleegt u De instellingen van de knop
12
®
12
199