Netwerkscannen
Scannen naar Afbeelding
Wanneer u Scannen naar afbeelding selecteert, wordt uw document gescand en direct naar de computer
verzonden die u in het netwerk hebt ingesteld. ControlCenter4 of ControlCenter2 activeert het grafische
standaardprogramma op de ingestelde computer.
a
Plaats uw document.
b
Druk op
(SCAN).
c
Druk op a of b om Scannen > pc te selecteren.
Druk op OK.
d
Druk op a of b om Afbeelding te selecteren.
Druk op OK.
e
Druk op a of b om de gewenste computer te selecteren waarheen u wilt zenden.
Druk op OK.
Wanneer u via het LCD-scherm wordt gevraagd om een pincode in te voeren, voert u via het
bedieningspaneel de 4 cijfers van de pincode voor de betreffende computer in.
Druk op OK.
f
Druk op Start.
De machine begint met scannen.
Opmerking
• Het scantype hangt af van de instellingen van het scherm Scaninstellingen apparaat van het
ControlCenter4-configuratievenster of het tabblad Bedieningsknop Apparaat van het ControlCenter2-
configuratievenster.
• Als u wilt schakelen tussen scannen in kleur en in zwart-wit, kiest u kleur of zwart-wit bij de optie voor het
type scan op het scherm Scaninstellingen apparaat van het ControlCenter4-configuratievenster of het
tabblad Bedieningsknop Apparaat van het ControlCenter2-configuratievenster. (Voor Windows
raadpleegt u De instellingen van de knop Scannen configureren op pagina 76 voor Startmodus of De
instellingen van de knop Scannen configureren op pagina 89 voor Geavanceerde modus. Zie SCANNEN
op pagina 173 voor Macintosh.)
• Als u de standaardbestandsgrootte wilt wijzigen, selecteert u de gewenste grootte door de schuifregelaar
op het scherm Scaninstellingen apparaat van het ControlCenter4-configuratievenster of het tabblad
Bedieningsknop Apparaat van het ControlCenter2-configuratievenster te verslepen.
13
®
13
207