Netwerkscannen
Opmerking
Wanneer u bepaalde tekens of symbolen gebruikt in een bestandsnaam, kan dit problemen veroorzaken
voor het openen van het bestand. Wij raden u aan alleen combinaties van de volgende tekens te gebruiken
in een bestandsnaam.
De standaard-FTP-instellingen configureren
U kunt Passieve modus op Uit of Aan instellen afhankelijk van de configuratie van uw FTP-server en
netwerkfirewall. Standaard is deze instelling ingeschakeld. U kunt ook het poortnummer voor toegang tot de
FTP-server wijzigen. Het standaardpoortnummer is 21. In de meeste gevallen kunt u deze twee instellingen
aanhouden.
a
Druk op Indienen.
b
Kies het profiel dat u wenst te configureren in FTP-scanprofiel.
c
Typ de naam die u voor het profiel van de FTP-server wilt gebruiken. Deze naam wordt weergegeven
op het LCD-scherm van de machine en mag maximaal 15 tekens lang zijn.
d
Host-adres staat voor de domeinnaam van de FTP-server. Voer het hostadres (bijvoorbeeld
ftp.voorbeeld.com; maximaal 64 tekens) of het IP-adres in (bijvoorbeeld 192.23.56.189).
e
Typ de gebruikersnaam die bij de FTP-server voor de machine is geregistreerd (maximaal 32 tekens).
f
Typ het wachtwoord voor toegang tot de FTP-server (maximaal 32 tekens).
13
13
211