Metingen uitvoeren
Luchtsnelheidsmetingen
De luchtsnelheids- en temperatuurmetingen kunnen op dit meettoestel
weergegeven worden in de volgende meeteenheden: ft/m (voet per
minuut) of m/s (meter per seconde) voor luchtsnelheid en °F of °C voor
temperatuur.
1. De sensor bovenaan het meettoestel op de sensoringangsbus
aansluiten.
2. Het meettoestel inschakelen via de ON/OFF-toets.
3. De indicator 'Vel' moet links bovenaan het LCD-scherm verschijnen.
Zo niet de MODE-toets blijven indrukken tot u een pieptoon hoort.
Deze procedure herhalen tot 'Vel' op het LCD-scherm verschijnt.
4. De sensor in de te meten luchtstroom brengen.
5. De luchtsnelheids- en temperatuurwaarden op het LCD-scherm
aflezen. Bovenaan wordt de luchtsnelheid weergegeven. Onderaan
wordt de temperatuur weergegeven.
Luchtstroommetingen
Om luchtstroommetingen uit te voeren, moet eerst de oppervlakte van
het te beproeven luchtkanaal (in ft
nodig navraag doen bij de kanaalfabrikant). Van zodra de oppervlakte
gekend is, de waarde als volgt invoeren:
1. Het meettoestel inschakelen via de ON/OFF-toets.
2. De MODE-toets blijven indrukken tot u een pieptoon hoort. "AREA"
verschijnt op het scherm en één cijfer knippert ter aanduiding dat de
waarde gewijzigd kan worden.
3. De HOLD-toets indrukken om het cijfer op de gewenste waarde in
te stellen.
4. De AVERAGE-toets indrukken om het volgende cijfer te selecteren
voor bewerking.
5. Wanneer de oppervlakte correct ingevoerd is, de MIN MAX-toets
eenmaal indrukken. U hoort een pieptoon en de cijfers stoppen met
knipperen.
of m
) bepaald worden (indien
2
2
4