B
A
•
Plaats de begrenzingsdraad rond het
bijgebied (B) om een eiland te maken. Zie
Een eiland maken op pagina 18 .
Let op: De begrenzingsdraad moet als 1 lus
rond het gehele werkgebied (A + B) worden
geplaatst.
Let op: Wanneer het product gras maait in
het bijgebied, moet de modus
Bedieningsmodi op pagina
geselecteerd. Zie
29 .
3.4.4 Onderzoeken waar de
geleidingsdraad moet worden gelegd
•
Plaats de geleidingsdraad in een lijn op
minimaal 2 m/7 ft afstand vóór het
laadstation.
•
Zorg voor zo veel mogelijk ruimte links van
de geleidingsdraad, gezien in de richting van
Begeleidingsbreedte op
het laadstation. Zie
pagina 24 .
•
Plaats de geleidingsdraad minimaal 30
cm /12 inch van de begrenzingsdraad.
•
Maak geen scherpe bochten wanneer u de
geleidingsdraad plaatst.
135º
135º
1285 - 004 - 16.04.2020
•
Als het werkgebied een helling heeft, plaatst
u de geleidingsdraad diagonaal over de
helling.
3.4.5 Voorbeelden van werkgebieden
MAN worden
•
Als het laadstation in een klein gebied (A)
wordt geplaatst, zorgt u ervoor dat de
afstand tot de begrenzingsdraad minimaal 3
m/10 ft is.
90º
•
Als het werkgebied een doorgang (B) heeft,
dient de minimale afstand tussen de
begrenzingsdraden 2 m/6.6 ft te bedragen
indien er geen geleidingsdraad is
geïnstalleerd. Als een geleidingsdraad in de
doorgang is geïnstalleerd, bedraagt de
D
A
B
C
Installatie - 19