Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Veiligheid
3
De ingebouwde gastoestellen zijn uitsluitend ontworpen voor gebruik met
propaangas, butaangas of een mengsel van beide gassen. De gasdrukrege-
laar alsmede alle ingebouwde gastoestellen zijn ontworpen voor een
bedrijfsdruk van 30 mbar.
Propaangas is gasvormig tot -42 °C, butaangas daarentegen slechts tot 0 °C.
Bij lagere temperaturen is er geen gasdruk meer aanwezig. Butaangas is
niet geschikt voor gebruik in de winter.
De gasslang op de aansluiting van de gasflessen regelmatig op dichtheid
controleren. De gasslang mag geen scheurtjes vertonen en niet poreus zijn.
De gasslang uiterlijk 10 jaar na productiedatum in een erkende werkplaats
laten vervangen. De gebruiker van de gasinstallatie moet voor de vervan-
ging zorgen.
De gaskast is door zijn functie en constructie een ruimte met opening naar
buiten. De standaard ingebouwde kunstmatige ventilatie nooit afdekken of
dichtzetten. Ontsnappend gas kan anders niet naar buiten worden wegge-
leid.
Gebruik de gaskast niet als opbergruimte. Er bestaat brandgevaar!
De gaskast beveiligen tegen de toegang van onbevoegden. Daarvoor de
toegang afsluiten.
De hoofdafsluitkraan op de gasfles moet toegankelijk zijn.
Alleen apparaten op gas (bijv. gasgrill) aansluiten die voor een gasdruk van
30 mbar zijn bedoeld.
De gasafvoerbuis moet aan de verwarming en aan de schoorsteen goed
afsluiten en stevig vastzitten. De gasafvoerbuis mag niet beschadigd zijn.
De rookgassen moeten onbelemmerd naar buiten kunnen stromen en de
verse lucht moet onbelemmerd toe kunnen treden. Daarom de gasafvoer-
schoorsteen en inlaatopeningen schoon houden en vrijhouden (bijv. van
sneeuw en ijs). De onderrand van het voertuig mag niet met flappen of door
sneeuwwallen worden afgesloten.
3.5.2

Gasflessen

Gasflessen alleen in de gaskast meenemen.
Gasflessen in de gaskast verticaal plaatsen.
Gasflessen beveiligd tegen draaien en kantelen vastbinden.
Als de gasflessen niet op de gasslang zijn aangesloten, altijd de
beschermkap aanbrengen.
Hoofdafsluitkraan aan de gasfles sluiten voordat de gasdrukregelaar of de
gasslang van de gasfles wordt verwijderd.
Gasdrukregelaar of gasslang op de gasfles alleen met de hand aansluiten.
Geen gereedschap gebruiken.
Voor het gebruik in voertuigen uitsluitend een speciale gasdrukregelaar met
veiligheidsventiel gebruiken. Andere gasdrukregelaars zijn niet toegelaten
en voldoen niet aan de hoge eisen.
Bij temperaturen onder 5 °C ijsbestrijdingsinstallatie (Eis-Ex) voor gas-
drukregelaar gebruiken.
Alleen gasflessen van 11 kg of 5 kg gebruiken. Campinggasflessen met
ingebouwd terugslagventiel (blauwe flessen met een inhoud van max. 2,5
resp. 3 kg) mogen in uitzonderingsgevallen met een veiligheidsventiel
worden gebruikt.
26
Caravan - 21-12 - NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave