IFERR
IFERR ELSE
Lus (Continu)
FOR
Programmeren
IFERR opdrachten1 THEN opdrachten2 END;
Hiermee wordt de reeks van opdrachten1 uitgevoerd. Als
een fout optreedt tijdens de uitvoering van opdrachten1,
wordt de reeks van opdrachten2 uitgevoerd.
IFERR opdrachten1 THEN opdrachten2 ELSE
opdrachten3 END;
Hiermee wordt de reeks van opdrachten1 uitgevoerd. Als
een fout optreedt tijdens de uitvoering van opdrachten1,
wordt de reeks van opdrachten2 uitgevoerd. Anders
wordt de reeks van opdrachten3 uitgevoerd.
Syntaxis: FOR var FROM begin TO einde DO opdrachten
END;
Hiermee wordt de variabele var ingesteld op begin.
Zolang de waarde van deze variabele kleiner is dan of
gelijk is aan einde, wordt de reeks van opdrachten
uitgevoerd en wordt vervolgens 1 (stap) toegevoegd aan
var.
Voorbeeld 1: dit programma bepaalt welk geheel getal
tussen 2 en N het grootste aantal factoren heeft.
EXPORT MAXFACTORS(N)
BEGIN
LOCAL cur, max,k,resultaat;
1
max;1
FOR k FROM 2 TO N DO
SIZE(idivis(k))
IF cur > max THEN
cur
max;
k
resultaat;
END;
END;
MSGBOX("Maximaal"+ max +" factoren
voor "+resultaat);
END;
resultaat;
cur;
595