•
Ga naar Instellingen op het Beginscherm en tik op Alle instellingen. Op
het tabblad Systeem tikt u op het tabblad AAN/UIT > Verlichting om de
helderheid van het achtergrondlicht in te stellen.
•
Gebruik de adapter om het toestel aan te sluiten op een wandcontactdoos.
Dit is vooral aan te raden als u een geheugenkaart, een modem of andere
randapparatuur gebruikt.
•
Schakel Bluetooth uit als u het niet gebruikt. Maak het toestel alleen zichtbaar
voor andere toestellen als u een Bluetooth-partnerverband tot stand wilt
brengen. Zie hoofdstuk 9 voor meer informatie over Bluetooth.
•
Tik op Start > Instellingen > tabblad Verbindingen > Wi-Fi, tik op de knop
Draadloze netwerken en vervolgens op Menu > Geavanceerd. Kies in de
lijst Wi-Fi uit bij geen verbinding na een time-outperiode, zodat Wi-Fi
automatisch kan worden uitgeschakeld als het toestel gedurende bepaalde
tijd met geen enkel draadloos netwerk is verbonden.
•
Stel het volume lager in.
•
Sluit programma's die de batterij sterk belasten, zoals Camera, als u deze niet
meer gebruikt. Zorg dat programma's worden afgesloten en niet continu op
de achtergrond geactiveerd zijn. Zie "Taakbeheer gebruiken" in dit hoofdstuk
voor meer informatie over het sluiten van programma's.
Het toestel beheren 95