Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Yamaha P-255 Gebruikshandleiding pagina 43

Inhoudsopgave

Advertenties

F4. Instellingen voor de splitmodus
Met de volgende parameters kunt u het splitpunt aanpassen
en verschillende andere instellingen voor de splitmodus
maken, zodat het instrument optimaal is afgestemd op het
stuk dat u wilt spelen. U kunt instellingen maken voor elke
combinatie van voices, zoals hieronder beschreven.
1
Activeer de splitmodus, selecteer de voices
die u wilt gebruiken en gebruik dan de knop
[FUNCTION] om de functieparameter(s) die
u wilt instellen te selecteren.
2
Wijzig de instelling(en) met de knoppen [-/NO]
en [+/YES].
Sneltoets:
U kunt direct naar functieparameter F4. 1 springen door op
de knop [FUNCTION] te drukken terwijl u de knop [SPLIT]
ingedrukt houdt.
F4. 1
Splitpunt
Met deze parameter kunt u de locatie bepalen waar het
toetsenbord in de linker- en rechterkant wordt gesplitst.
De toets die het splitpunt bepaalt, maakt deel uit van de
linkerkant van het toetsenbord.
• Beschikbare instellingen: A-1 tot C7 (volledige toetsenbord)
• Standaardinstelling: F#2
• In plaats van de knoppen [-/NO] en [+/YES] te gebruiken, kunt u het splitpunt
ook instellen door op de overeenkomstige toets te drukken. Wanneer
functieparameter F4. 1 niet wordt weergegeven, kunt u dit ook doen door op
de toets te drukken terwijl u de knop [SPLIT] ingedrukt houdt (pagina 14).
Voorbeeld van splitpunten weergegeven op de display
F2
F 2 F~2 E_2
Duidt een
boventoets aan (#).
F4. 2
Splitbalans
Met deze parameter kunt u de volumebalans tussen de
gesplitste voices optimaliseren. U kunt instellingen maken
voor elke combinatie van voices.
• Beschikbare instellingen: 0 tot 20 (Hoe hoger de waarde, hoe
luider het volume van de rechtervoice; 10 staat voor een
gelijke balans.)
• Standaardinstelling: Elke combinatie van voices heeft zijn eigen
standaardinstelling.
F4. 3
Octaafverschuiving rechtervoice
F4. 4
Octaafverschuiving linkervoice
Met deze parameters kunt u de toonhoogte van de linker- en
rechtervoices verhogen of verlagen in eenheden van één
octaaf. Zo kunt u het notenbereik van elke kant van het
toetsenbord beter afstemmen op de stukken die u wilt spelen.
U kunt instellingen maken voor elke combinatie van voices.
• Beschikbare instellingen: -1, 0 en 1
• Standaardinstelling: Elke combinatie van voices heeft zijn eigen
standaardinstelling.
F#2
Eb2
Duidt een
benedentoets aan (b).
Het instrument aanpassen met functieparameters
F4. 5
Effectdiepte rechtervoice
F4. 6
Effectdiepte linkervoice
Met deze parameters kunt u de diepte van het effect voor de
linker- en rechtervoices instellen.
• Beschikbare instellingen: 0 tot 20
• Standaardinstelling: Elke combinatie van voices heeft zijn eigen
standaardinstelling.
F4. 7
Demperpedaalbereik
Met deze parameters kunt u bepalen of het demperpedaal
effect heeft op beide voices ('ALL'), alleen de rechtervoice
('1') of alleen de linkervoice ('2').
• Beschikbare instellingen: ALL (beide voices), 1 (alleen
rechtervoice) en 2 (alleen linkervoice)
• Standaardinstelling: 1
F4. 8
Standaardinstellingen herstellen
Als u op de knop [+/YES] drukt terwijl deze
functieparameter wordt weergegeven, kunt u alle instellingen
van de splitmodus terugzetten naar de standaardinstellingen
voor de overeenkomstige voicecombinaties.
F5. Instellingen voor pedalen en
speciale geluidseffecten
Met de volgende parameters kunt u de functionaliteit van de
knop [PLAY/STOP] aan een pedaal toewijzen, de diepte
van het resonantie-effect van het demperpedaal aanpassen
en een aantal andere handige instellingen configureren.
F5. 1
Pedaalfunctie [PLAY/STOP]
Als u een pedalenconsole* (zie pagina 12) op uw digitale
piano hebt aangesloten, kunt u met deze parameter het
midden- of linkerpedaal zo configureren dat het op dezelfde
manier werkt als de knop [PLAY/STOP] op het
bedieningspaneel. Wanneer deze functionaliteit aan een
pedaal is toegewezen, wordt de oorspronkelijke functie
van het pedaal (d.w.z. soft of sostenuto) uitgeschakeld.
(*: apart verkrijgbaar.)
• Beschikbare instellingen: OFF, 1 (linkerpedaal) en 2 (rechterpedaal)
• Standaardinstelling: OFF
F5. 2
Resonantiediepte demperpedaal
Met deze parameter kunt u de diepte van het resonantie-
effect aanpassen dat op bepaalde voices wordt toegepast –
meer bepaald Grand Piano, Live Grand, Ballad Grand en
Bright Grand – wanneer het demperpedaal wordt gebruikt.
• Beschikbare instellingen: 0 tot 10
• Standaardinstelling: Verschillend voor elke voice
F5. 3
Effectdiepte softpedaal
Als u een pedalenconsole* (zie pagina 12) op het instru-
ment hebt aangesloten, verlaagt het softpedaal het volume
licht en verzacht het de klankkleur van de noten gespeeld
wanneer het pedaal wordt gebruikt; met deze parameter
kunt u de diepte van dat effect aanpassen. (*: apart verkrijg-
baar.)
• Beschikbare instellingen: 1 tot 10
• Standaardinstelling: 5
P-255 Gebruikershandleiding
43

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave