Leverbare toebehoren (moetenafzonderlijk
worden aangeschaft)
Hulpstukken voor de luchtleiding
WAARSCHUWING
In uw systeem is een zelfontlastende hoofdkraan voor
de ontluchting (A) vereist om het risico van ernstige
verwondering , zoals door vloeistofinjectie of spatten
in de ogen of op de huid, en van verwonding door
bewegende delen, ontstaan bij het afstellen of repareren
van de pomp.
Een zelfontlastende luchtkraan laat lucht ontsnappen
die opgesloten is blijven zitten tussen deze kraan en de
pomp, nadat de luchttoevoer is afgesloten. Opgesloten
lucht kan de pomp onverwachts aan het lopen brengen.
Plaats de kraan dicht bij de pomp.
D Een zelfontlastende hoofdluchtkraan (A) is in uw
systeem vereist om de lucht te laten ontsnappen die is
blijven zitten tussen de kraan en de luchtmoter, nadat de
kraan gesloten is (zie bovenstaande WAARSCHUWING).
Zorg dat de ontluchtingskraan gemakkelijk toegankelijk is
vanaf de pomp en zich achter de luchtfilter/regelaar (B)
bevindt. Bestel onderdeelnr. 113269 Ontluchtingskraan.
D De luchtfilter/regelaar (B) regelt de pompsnelheid en
de uitlaatdruk, door de luchtdruk naar de pomp en het
luchtspuitpistool bij te regelen. Ook verwijdert hij schadelijk
vuil en vocht uit de toegevoerde perslucht. Plaats de
luchtfilter/regelaar voor de zelfontlastende hoofdluchtkraan
van de pomp (A). Zorg ook voor een luchtfilter/regelaar in
elke spuitcabine.
D Het pompsnelheidsbegrenzer (R) van de pomp
schakelt de pomp automatisch uit als hij te snel gaat
lopen. Een pomp die te snel loopt kan ernstig beschadigd
raken.
D Een olienevelaar (C) zorgt voor automatische smering
van de luchtmotor. Installeer hem achter de luchtfilter/
regelaar (B) van de pomp.
D Installeer extra ontluchtingsventielen (N) op
elke aftakking van de luchtleiding om de toebehoren
te kunnen afzonderen tijdens servicebeurten.
Installatie
Hulpstukken voor de materiaalleiding
In uw systeem is een materiaalaftapkraan (D) vereist
om mede het risico te verminderen van ernstige
verwondering, zoals spatten in de ogen of op de huid.
De materiaalaftapkraan helpt de druk te ontlasten in de
verdringerpomp, de slang en het pistool. Het overhalen
van de trekker is soms niet voldoende om de druk te
ontlasten.
D De materiaalaftapkraan (D) is vereist in uw systeem om
de materiaaldruk in de slang en het pistool te ontlasten
(zie bovenstaande WAARSCHUWING).
D Installeer een buffertank (E) om het pulseren in de
materiaalleiding te verminderen.
D Installeer twee materiaalfilters (G) om verontreiniging te
verwijderen uit het materiaal voor het bij het spuitpistool
(J) aankomt. Installeer materiaalafsluiters (F) voor en
achter elke filter. Door deze installatiemethode kunt u
doorgaan met spuiten terwijl u een filter reinigt.
D Installeer een materiaaldrukregelaar (H) om te zorgen
voor exacte materiaaldrukregeling bij elke spuitcabine.
D Installeer de materiaalafsluiters (F) op de aangegeven
plaatsen.
Vloeistofretourleiding
D Installeer een hoofdretourleiding voor het materiaal
(S) om materiaal te circuleren terug naar de retourpoort
van de pomp.
D Installeer een a secundaire vloeistofretourleiding (T)
om materiaal te circuleren van de spuitpistolen terug naar
de materiaalhouder.
D Installeer een tegendrukregelaar (K) op elke
vloeistofretourleiding na het laatste pistoolstation om
een constante tegendruk te geven voor alle spuitpistolen
en de goede druk voor de materiaalcirculatie.
WAARSCHUWING
307674
7