OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
6.
Selecteer het gewenste layout formaat voor
de MOTION PRINT d.m.v. [ ] en [ ] en druk
op [SET].
Om dit te doen:
Sla een beeld op van
het moment dat de
sluitertoets ingedrukt
wordt om een korte
filmopname te starten
en heef dan dat beeld
weer op een
achtergrond van acht filmbeelden
Sla een beeld op van
het moment dat de
sluitertoets ingedrukt
wordt om een korte
filmopname te
starten.
Schakel de MOTION PRINT (bewegende
afdrukfunctie) uit (er wordt geen snapshot
opgeslagen)
7.
Richt de camera op het voorwerp en druk op
de sluitertoets.
• Hierdoor wordt een film opgenomen van een lengte
Selecteren van
deze instelling:
• Druk nogmaals op de sluitertoets om de opname
9 frames
(9 beelden)
BELANGRIJK!
1 frame
(1 beeld)
Off (uit)
128
die gespecificeerd wordt door de tijdwaarden die u
vastlegde in de stappen 3 en 4. Het opnemen wordt
automatisch gestopt.
halverwege te stoppen.
• Merk op dat bij de korte filmdata doorlopend
opgenomen en vastgelegd wordt in een buffer
voordat u op de sluitertoets drukt. Houd de camera
stil en voor enige tijd op het onderwerp gericht
voordat u de sluitertoets indrukt om het opnemen te
starten.
• Wanneer een bewerking voor korte filmopname
uitgevoerd wordt en de opname van het toekomstige
gedeelte begint, telt het beeldscherm de resterende
opnametijd af.
De opname wordt voortgezet totdat afgeteld is tot
nul.