VOORBEREIDINGEN
Inhoud van het beeldscherm
Het beeldscherm houdt u via verschillende indicatoren en iconen op de hoogte van de status van uw camera.
• Merk op dat de voorbeeldschermen in dit hoofdstuk enkel dienen ter illustratie. Ze komen niet precies overeen met de inhoud
van het scherm dat geproduceerd wordt door de camera.
Opnamefuncties (REC)
I Indicators op het scherm
1
2
3
4 67
5
8
F
E
D
C
1
Flitserfunctie indicator
(pagina 67)
9
Geen
Automatisch flitsen
Flitser uit
Flitser aan
0
Krachtflitser
A
Milde flits
Vermindering van het
rode ogen effect
• Als de camera signaleert dat
B
de flitser gebruikt moet worden
terwijl automatisch flitsen
geselecteerd is, verschijnt de
flitser aan indicator wanneer
de sluitertoets halverwege
wordt ingedrukt.
2
Scherpstelfunctie
indicator (pagina 79)
Autofocus
Macro
Panfocus
Oneindig
Handmatig sherpstellen
•
verschijnt enkel tijdens
het opnemen van films.
•
verschijnt enkel kort en
verdwijnt dan uit het display
als u autofocus (automatisch
scherpstellen) selecteert met
de toetsaanpassingsfunctie
(pagina 137).
3
Witbalansindicator
(pagina 89)
AWB
Automatisch
Daglicht
Bewolkt
Schaduw
Daglichtwit
Daglicht
Gloeilamp
Handmatig
•
verschijnt enkel kort en
AWB
verdwijnt dan uit het display als
u Auto (automatisch) selecteert
met de toetsaanpassingsfunctie
(pagina 137).
28
4
Doorlopende
sluiterfunctie
(pagina 97)
Enkele snapshot
Doorlopende sluiter bij
normale snelheid
Doorlopende sluiter bij
hoge snelheid
Doorlopende sluiter
met flits
Doorlopende sluiter
Z
met zoom
Meervoudige
doorlopende sluiter
5
Zelfontspanner
(pagina 73)
Geen
1-beeld
Zelfontspanner 10 sec.
s
10
Zelfontspanner 2 sec.
2
s
Drievoudige
x
3
zelfontspanner