OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
Voorzorgsmaatregelen voor opname met
de belichtingsfunctie
• U kunt mogelijk niet de helderheid verkrijgen die u wilt
wanneer u een beeld aan het opnemen bent dat bijzonder
donker of juist erg helder is. Mocht dit het geval zijn,
gebruik dan de M functie (handmatige belichting) om de
lensopening en de sluitersnelheid met de hand bij te
stellen.
• Bij gebruik van een langzame sluitersnelheid kan digitale
ruis (korreligheid) verschijnen in het beeld. Om dit effect
te reduceren voert de camera automatisch
ruisonderdrukking uit wanneer de sluitersnelheid 1/8ste
seconde of langzamer is. Hoe langzamer de
sluitersnelheid des te groter de kans op digitale ruis in het
beeld. Merk ook op dat de procedure voor
ruisonderdrukking het opnemen van een beeld vertraagt.
• Bij een sluitersnelheid langzamer dan 1/8ste seconde kan
de helderheid van het opgenomen mogelijk afwijken van
de helderheid van het beeld dat verschijnt in het
beeldscherm.
Gebruik van de doorlopende sluiter
Naast de normale opname die een enkel beeld opneemt
telkens wanneer de sluitertoets ingedrukt wordt kunt u één
van de vijf doorlopende sluiterfuncties selecteren om
meerdere beelden op te nemen.
• Doorlopende sluiterfunctie met normale snelheid
U kunt onafgebroken beelden opnemen totdat het
geheugen vol is.
• Doorlopende sluiterfunctie bij hoge snelheid
Neem maximaal drie beelden met hoge snelheid achter
elkaar op.
• Doorlopende sluiterfunctie met flits
Gebruik deze functie om drie beelden achter elkaar op te
nemen met elke een flits.
• Doorlopende sluiterfunctie met zoom
Tijdens deze functie kunt u een gebied op het
beeldscherm selecteren met een selectiekader. Wanneer
u dan de sluitertoets indrukt, neemt de camera het beeld
op het beeldscherm op met het gebied binnen het door
het selectiekader afgebakende gebied ingezoomd op
tweemaal de normale afmetingen.
• Meervoudige doorlopende sluiterfunctie
Deze functie neemt 25 doorlopende stop-actie beelden op
bij hoge snelheid en combineert ze tot een enkel beeld.
97