Het instrument gebruiken met andere apparaten
LET OP
Zet alle componenten uit voordat u het instrument
aansluit op andere elektronische componenten. Zorg er
tevens voor dat u alle volumeniveaus op het minimum
instelt, voordat u componenten aan- of uitzet. Anders
kunt u een elektrische schok krijgen of kunnen de
componenten beschadigd raken.
CVP-405/403
INPUT
MIC.
MIC. LINE
PHONES
VOLUME
LINE IN
MIN
MAX
2
1
Een hoofdtelefoon gebruiken
1
(
[PHONES]-aansluitingen)
Sluit een hoofdtelefoon aan op één van de [PHONES]-
aansluitingen (standaardaansluiting voor hoofdtelefoons
van 6,3 mm) die zich aan de linkerkant van het instrument
bevinden. Zie pagina 17 voor details.
Een microfoon of gitaar
aansluiten (2 [MIC./LINE IN]-
aansluiting) (CVP-405/403)
Door een microfoon aan te sluiten op de aansluiting [MIC./
LINE IN] (standaardaansluiting voor hoofdtelefoons van
6,3 mm) die zich links aan de onderkant van het instrument
bevindt, kunt u meezingen met de afgespeelde song
(Karaoke) of met uw eigen spel. Het instrument voert uw
zangpartijen of gitaargeluiden uit naar de ingebouwde
luidsprekers. Zie pagina 54 voor instructies voor het
aansluiten. Let op het volgende: als er apparaten worden
aangesloten met een hoog uitgangsniveau, zet dan de
schakelaar [MIC. LINE] op 'LINE'.
CVP-405
De rechterkant van het instrument
(bij de hoge toetsen)
P. 187
P. 190
6
De voorkant
van het
instrument
(de kant van
het
toetsenbord)
5
4
P. 186
P. 186
De linkerkant van het instrument
(bij de lage toetsen)
CVP-401
1
P. 190 P. 191
7
8
9
)
3
P. 185
P. 192
CVP-403/401
De rechterkant van
P. 185
het instrument (bij
3
de hoge toetsen)
)
8
P. 192
P. 191
De voorkant van het instrument
(de kant van het toetsenbord)
Audio- en videoapparaten
aansluiten (345)
OPMERKING
Gebruik audiokabels en -pluggen zonder impedantiewaarde.
Externe audioapparaten gebruiken voor
het afspelen en opnemen (3 [AUX OUT]-
aansluitingen)
Op deze aansluitingen kunt u een stereo-installatie
aansluiten om het geluid van het instrument te versterken,
of een cassetterecorder of digitaal audioapparaat om uw
spel mee op te nemen. Het microfoon- of gitaargeluid dat
wordt aangesloten op de aansluiting [MIC./LINE IN] van
het instrument, wordt tegelijk uitgevoerd. Zie de schema's
verderop en gebruik audiokabels om de aansluitingen te
maken. Deze aansluitingen bevinden zich op het
aansluitpaneel aan de onderkant van het instrument.
LET OP
Als het geluid van het instrument wordt uitgevoerd naar
een extern apparaat, zet dan eerst het instrument aan en
vervolgens het externe apparaat. Draai deze volgorde om
als u de apparatuur uitzet.
Sluit nooit de [AUX OUT]-aansluitingen aan op de [AUX IN]-
aansluitingen. Als u dit wel zou doen, wordt het ingevoerde
signaal bij de [AUX IN]-aansluitingen uitgevoerd via de
[AUX OUT]-aansluitingen. Zulke aansluitingen kunnen
resulteren in een terugkoppeling (rondzingen), wat
normaal spelen onmogelijk maakt en zelfs zou kunnen
leiden tot beschadiging van beide apparaten.
[AUX OUT]-aansluitingen
(Standaardaansluiting voor hoofdtelefoons voor
[L/L+R] en [R])
Als deze zijn aangesloten, kunt u de regelaar [MASTER
VOLUME] van het instrument gebruiken om het volume
aan te passen van het geluid dat naar het externe apparaat
wordt gestuurd. Sluit de AUX OUT [L/L+R]/[R]-aansluitin-
gen van het instrument aan op de ingangsaansluitingen van
een set luidsprekers met eigen voeding en gebruik hiervoor
geschikte audiokabels. Gebruik alleen de [L/L+R]-aanslui-
ting voor het aansluiten van een monoapparaat.
Instrument
Luidsprekers met eigen voeding
L/L+R
R
AUX OUT
Aansluiting voor
hoofdtelefoon (standaard)
Audiokabel
CVP-405/403/401 Gebruikershandleiding
De linkerkant van
P. 186
het instrument (bij
4
de lage toetsen)
7
6
P. 190
P. 187
Ingangs-
aansluiting
Aansluiting
voor hoo-
fdtelefoon
(standaard)
185