TAP TEMPO
SYNCHRO START
SYNCHRO STOP
INTRO1–3
MAIN A–D
FILL DOWN
FILL SELF
FILL BREAK
FILL UP
ENDING1–3
FADE IN/OUT
FINGERED/FING ON BASS
BASS HOLD
PERCUSSION
DUAL ON/OFF
SPLIT ON/OFF
OTS+
OTS–
OPMERKING
De functies Sostenuto en Portamento hebben geen invloed op de Organ Flute-voices, zelfs niet als ze zijn toegewezen aan de
voetpedalen.
Aanpasbare parameters voor de verschillende functies
De volgende parameters komen overeen met de knoppen [2π†]–[8π†]. De beschikbaarheid van de parameters is
afhankelijk van het geselecteerde regeltype. Als bijvoorbeeld SUSTAIN is geselecteerd als het type, verschijnen de parameters
'HALF PEDAL POINT', 'RIGHT 1', 'RIGHT 2' en 'LEFT' automatisch in de display.
SONG, STYLE, MIC (CVP-405/403),
LEFT, RIGHT1, RIGHT2
HALF PEDAL POINT* (CVP-405/403)
DEPTH
UP/DOWN
RANGE
ON SPEED
OFF SPEED
KIT
PERCUSSION
De voetschakelaar of voetregelaar gebruiken (aansluiting [AUX PEDAL])
Gelijk aan de de knop [TAP TEMPO].
Gelijk aan de knop [SYNC START].
Gelijk aan de knop [SYNC STOP].
Gelijk aan de knoppen [INTRO I-III].
Gelijk aan de knoppen [MAIN VARIATION A-D].
Hiermee wordt een fill-in gespeeld, die automatisch wordt gevolgd door de MAIN-
sectie van de knop direct links hiervan.
Hiermee wordt een fill-in gespeeld.
Hiermee wordt een break gespeeld.
Hiermee wordt een fill-in gespeeld, die automatisch wordt gevolgd door de MAIN-
sectie van de knop direct rechts hiervan.
Gelijk aan de knop [ENDING/rit. I-III].
Hiermee schakelt u de functie Fade In/Fade Out in en uit.
Het pedaal schakelt beurtelings tussen de Fingered- en On Bass-modi (pagina 103).
Terwijl het pedaal wordt ingedrukt, wordt de basnoot van de begeleidingsstijl
vastgehouden, zelfs als het akkoord wordt gewijzigd tijdens het afspelen van stijl. Als
de vingerzetting is ingesteld op 'AI FULL KEYBOARD', werkt de functie niet.
Het pedaal speelt een percussie-instrument dat is geselecteerd met de knoppen
[4 π† ]–[8 π† ]. U kunt het toetsenbord gebruiken om het gewenste percussie-
instrument te selecteren.
Hetzelfde als de PART ON/OFF [DUAL (RIGHT2)] knop.
Gelijk aan de knop PART ON/OFF [SPLIT (LEFT)].
Hiermee wordt de volgende One Touch Setting opgeroepen.
Hiermee wordt de vorige One Touch Setting opgeroepen.
Hiermee worden de gedeelten aangegeven die worden beïnvloed door het pedaal.
U kunt aangeven hoe ver u het pedaal moet indrukken, voordat het dempereffect
(pagina 188) begint te werken.
Bepaalt de diepte van het pedaaleffect.
Als GLIDE of PITCH BEND is geselecteerd, wordt hiermee bepaald of de toonhoogte
omhoog gaat of omlaag.
Als GLIDE of PITCH BEND is geselecteerd, wordt hiermee het bereik bepaald van de
toonhoogtewijziging in halve noten. Gekoppeld aan de instelling bij Mixing Console
→ Pitch Bend Range (pagina 89).
Als GLIDE is geselecteerd, wordt hiermee de snelheid bepaald van de
toonhoogtewijziging wanneer het pedaal wordt ingedrukt.
Als GLIDE is geselecteerd, wordt hiermee de snelheid bepaald van de
toonhoogtewijziging wanneer het pedaal wordt losgelaten.
Als PERCUSSION is toegewezen aan het pedaal, worden alle beschikbare drumkits hier
getoond. Zo kunt u de bepaalde drumkit selecteren die u wilt gebruiken voor het
pedaal.
Als PERCUSSION is toegewezen aan het pedaal, worden alle geluiden van de
geselecteerde drumkit (bij KIT hiervoor) hier getoond. Dit bepaalt het specifieke
instrumentgeluid dat wordt toegewezen aan het pedaal.
CVP-405/403/401 Gebruikershandleiding
189