2. Geef de gewenste instellingen op bij Papiertype,
Papierformaat en Layout. Het aantallenmenu toont het aantal
vellen papier dat nodig is voor de geselecteerde lay-out.
Opmerking:
De instelling Layout is niet beschikbaar wanneer de
DPOF-instellingen bedoeld zijn voor een indexafdruk.
3. Druk op de knop Print om te beginnen met afdrukken.
PRINT Image Framer
1. Steek de geheugenkaart met digitale foto's en PRINT Image
Framer-gegevens in de daarvoor bestemde sleuf van de
printer. Als u via de computer gegevens op de kaart hebt
opgeslagen of gegevens ervan hebt verwijderd zonder dat u
de geheugenkaart sindsdien uit de printer hebt verwijderd,
moet u de kaart eerst verwijderen en opnieuw in de printer
steken voordat u gaat afdrukken.
Opmerking:
Zorg ervoor dat u de PRINT Image Framer-gegevens op de kaart
hebt opgeslagen met behulp van EPSON PRINT Image Framer
Tool. Is dat niet gebeurd, dan wordt de naam van het PIF-bestand
niet weergegeven op het LCD-scherm.
2. Selecteer Alle, Bereik, Fotonummer of Individueel in het
menu Selecteer foto. Index kan niet worden gebruikt in
combinatie met PRINT Image Framer-gegevens.
3. Selecteer in het menu Papiertype het type papier dat u in de
printer hebt geladen.
52