Inhoudsopgave
Advertenties
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel
4.
Druk op [ ] of [ ] om [Installatiewizard] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-
knop.
5.
Druk op [ ] of [ ] om [Ad-hoc] te selecteren en druk vervolgens op de knop [Volgende].
6.
Druk op [ ] of [ ] om een communicatiekanaal te selecteren en druk vervolgens op de
knop [Volgende].
Selecteer een kanaal dat overeenkomt met het apparaat waarmee u het gaat verbinden.
7.
Druk op [ ] of [ ] om de naam van het doelapparaat (IBSS) te selecteren en druk
vervolgens op de knop [Volgende].
Als u het doel niet kunt vinden, controleer dan of het apparaat is ingeschakeld.
Wanneer u de apparaatnaam wilt invoeren, selecteert u [SSID] en drukt u vervolgens op de knop
[Volgende]. Het SSID-invoerscherm wordt weergegeven. Voer de naam van het apparaat in met
de cijfertoetsen en druk vervolgens op de knop [Volgende].
8.
Druk op [ ] of [ ] om [Open systeem] te selecteren en druk vervolgens op de knop
[Volgende].
9.
Druk op [ ] of [ ] om [Geen] of een van de WEP-instellingen te selecteren en druk
vervolgens op de knop [Volgende].
10.
Voer de coderingssleutel en de ID met de cijfertoetsen in en druk vervolgens op de knop
[Verbind.].
• De ID wordt gebruikt om de coderingssleutel te identificeren. U kunt vier coderingssleutels (ID
1 t/m 4) registreren.
11.
Druk op [Ja].
Wacht even. Als ""Verbonden"" wordt weergegeven, zijn de instellingen voltooid.
Automatische IPv6-instellingen
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe het apparaat moet worden ingesteld, zodat er automatisch een
IPv6-adres wordt ontvangen.
• Hiervoor is een router met DHCP-functie of een DHCP-server vereist.
1.
Sluit de printer met behulp van de ethernetkabel aan op de router of de hub.
2.
Zet het apparaat aan.
3.
Druk op de knop [Gebruikersinstellingen].
4.
Druk op [ ] of [ ] om [Netwerkinstellingen] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-
knop.
5.
Druk op [ ] of [ ] om [IPv6-configuratie] in te schakelen en druk vervolgens op [OK].
172
Advertenties
Inhoudsopgave
