6.
Druk op [ ] of [ ] om [DHCP] te selecteren en druk vervolgens op [OK].
7.
Druk op [ ] of [ ] om [Actief] te selecteren en druk vervolgens op [OK].
8.
Druk op de knop [Gebruikersinstellingen] om terug te keren naar het beginscherm.
9.
Als u gevraagd wordt het apparaat opnieuw te starten, zet de printer dan uit en daarna
weer aan.
Handmatige IPv6-instellingen
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u het IPv6-adres van het apparaat handmatig kunt toewijzen.
1.
Sluit de printer met behulp van de ethernetkabel aan op de router of de hub.
2.
Zet het apparaat aan.
3.
Druk op de knop [Gebruikersinstellingen].
4.
Druk op [ ] of [ ] om [Netwerkinstellingen] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-
knop.
5.
Druk op [ ] of [ ] om [IPv6-configuratie] in te schakelen en druk vervolgens op [OK].
6.
Druk op [ ] of [ ] om [DHCP] te selecteren en druk vervolgens op [OK].
7.
Druk op [ ] of [ ] om [Inactief] te selecteren en druk vervolgens op [OK].
8.
Druk op [ ] of [ ] om [Handm. Config.-adres] te selecteren en druk vervolgens op [OK].
9.
Druk op [ ] of [ ] om [Handm. Config.-adres] te selecteren en druk vervolgens op [OK].
10.
Voer het IPv6-adres in met behulp van de cijfertoetsen en druk vervolgens op de [OK]-
knop.
11.
Druk op [ ] of [ ] en selecteer [Prefixlengte]. Druk vervolgens op de [OK]-knop.
12.
Voer het kengetal in met de cijfertoetsen en druk op de [OK]-knop.
13.
Druk op [ ] of [ ] om [Gateway-adres] te selecteren en druk vervolgens op [OK].
14.
Voer het gateway-adres met de cijfertoetsen in en druk dan op de [OK]-knop.
15.
Druk op de knop [Gebruikersinstellingen] om terug te keren naar het beginscherm.
16.
Als u gevraagd wordt het apparaat opnieuw te starten, zet de printer dan uit en daarna
weer aan.
Netwerkinstellingen
173