Nummers opslaan om snel te kiezen
U kunt de machine op verschillende manieren laten snelkiezen: met directkiesnummers, met
snelkiesnummers en met groepen voor het groepsverzenden van faxberichten.
(Zie Groepsverzenden, pagina 40.)
De nummers die in het geheugen zijn opgeslagen raken niet verloren als de stroom uitvalt.
Directkiesnummers opslaan
U kunt 32 fax- en telefoonnummers opslaan die dan met één druk op een toets gekozen kunnen
worden. Samen met deze nummers kunnen ook namen worden opgeslagen. Als u op een
directkiestoets drukt, verschijnt op het LCD-scherm de naam of het nummer dat wordt gekozen.
(Zie Directkiezen, pagina 24.)
Directkiestoetsen zijn niet de normale kiestoetsen. Dit zijn de vier rijen toetsen
links op het bedieningspaneel (nummer 1-32). De directkiestoetsen 17-32 kunt u
gebruiken door de toets Shift ingedrukt te houden en vervolgens de
overeenkomstige directkiestoets in te drukken.
1
Druk op Menu, 2, 3, 1.
2
Druk op de directkiestoets waaronder u het nummer wilt opslaan. Op het LCD-scherm staat het
nummer van de door u gekozen directkiestoets.
3
Voer een nummer in (maximaal 20 tekens), en druk op Set. U wordt gevraagd een naam in te voeren.
4
Gebruik de normale kiestoetsen om de naam in te voeren (maximaal 15 tekens). (Zie Tekst
invoeren, pagina 96.)—of—Ga naar stap 5 om het nummer zonder een naam op te slaan.
5
Druk op Set. Ga terug naar stap 2 om nog een directkiesnummer op te slaan,—of—druk op Stop/Exit.
Wanneer u op een directkiestoets drukt, verschijnt op het LCD-scherm de naam van de persoon
wiens nummer wordt gekozen. Als u geen naam hebt ingevoerd, wordt het nummer getoond.
Snelkiesnummers opslaan
Regelmatig gebruikte nummers kunnen ook als snelkiesnummers worden opgeslagen, die met
behulp van vijf toetsen worden gekozen. Er zijn 200 locaties voor snelkiesnummers. (Zie Snelkiezen,
pagina 33.)
1
Druk op Menu, 2, 3, 2.
U wordt gevraagd een locatie in te voeren.
2
Voer met behulp van de kiestoetsen een driecijferige locatie in (001-200), en druk vervolgens
op Set. Op het scherm wordt het ingevoerde locatienummer weergegeven en u wordt gevraagd
om het nummer in te voeren dat u wilt opslaan.
3
Voer het nummer in (maximaal 20 cijfers), en druk op Set.
U wordt nu gevraagd een naam bij het nummer op te slaan.
4
Gebruik de normale kiestoetsen om de naam in te voeren (maximaal 15 tekens). (Zie Tekst
invoeren, pagina 96.)—of—Ga naar stap 5 om het nummer zonder een naam op te slaan.
5
Druk op Set. Ga terug naar stap 2 om nog een snelkiesnummer op te slaan,—of—druk op Stop/Exit.
Als u een snelkiesnummer kiest, wordt op het LCD-scherm de naam weergegeven die u bij dat
nummer hebt opgeslagen. Als u geen naam hebt opgeslagen, wordt het nummer dat u hebt
opgeslagen weergegeven.
21
Installatie