Afb. 12
Ophanging voor de drukknopkabel
Positie bevestiging en aanblik van de complete ophanging
3.3 Aansluiting van de drukknopkabel bij het gebruik
van de elektrische loopkat
(1) De elektrische loopkat is voorzien van een houder voor de drukknoppen als afgebeeld. Schroef de drukknophouder met een
moer vast in het pengat recht onder aan de zijplaat van de motorkant van de wagen (de veerring moet vervangen worden met
een moer). Plaats de houder in de positie waar de voorkant niet in aanraking komt met het tandwiel en de ring op de
achterkant verticaal staat (de voorkant moet de binnenkant van de zijplaat aan de motorkant aanraken, want als de houder niet
genoeg naar binnen is geplaatst dan kan deze vervormd raken). Draai dan de moer vast in de richting van de zijplaat aan de
motorkant om de houder vast te zetten.
Afb. 14
motor
(2) Maak de drukknopkabel vast aan de houder door de sluiting te gebruiken.
(3) Sluit de contactdoos van de drukknopkabel met de wagen (om de kabel aan te sluiten zie de aansluitprocedure voor de
stroomkabel).
(4) Past de afhangende lengte van de kabel tussen de contactdoos en de ring van de drukknophouder. Het overmatige deel van de
kabel moet samengerold worden in de buurt van de ring, want als de kabel in een grote boog onder de loopkat hangt dan kan
deze beschadigd worden door een eventueel uitzwaaiende lastketting. Draai de kabel aldus op in de buurt van de ring en door
te draaien pas de grootte van de lus aan. Maak deze met de bovenkant vast aan de drukknophouder met een bijbehorende
vinyl band om hiermee de aansluiting af te ronden.
Afb. 15
Het vastzetten van de kabel aan
de houder met een vinyl band.
Maak een lus in de kabel.
positie ingang
connector
zijplaat motor
moer
houder drukknoppen
ring
Het aanpassen van de
afhangende lengte van
de kabel.
Afb. 13
Houder voor de stroomkabel
Positie bevestiging en aanblik van de complete ophanging
houder drukknoppen
ring staat
verticaal
Er moet een afstand van
minstens 3-5 cm en maximaal
15 cm tussen de onderkant
van beide zijplaten en de kabel
zitten.
16
binnenkant van
zijplaat motor
puntje van de houder
moet niet in aanraking
komen met tandwiel