2. Laat alle inzittenden uit het voertuig
stappen.
3. Sluit alle deuren. De
antidiefstalindicator brandt constant
wanneer alle deuren vergrendeld
zijn. Het antidiefstalsysteem wordt
binnen acht seconden automatisch
ingeschakeld. Wanneer het systeem
is ingeschakeld, begint het
antidiefstalindicator te knipperen.
4. U kunt het voertuig achterlaten
nadat u heeft bevestigd dat de
indicator begint te knipperen. Omdat
het ontgrendelen van de deur vanuit
het voertuig het systeem activeert,
mag er nooit iemand in het voertuig
blijven met het systeem
ingeschakeld.
Het alarm activeren
Het systeem activeert het alarm in
●
een van de volgende situaties:
Bij het openen van een
●
willekeurige deur, de
kofferruimte of
motorkap zonder gebruik te
maken van de sleutelloze
toegangsfunctie van de
smartkey.
Het voertuig wordt
●
ingeschakeld zonder de
Smartkey-startfunctie te
gebruiken.
Antidiefstal UIT
Het antidiefstalalarm kan worden
●
gestopt door:
De deur ontgrendelen met een
●
geldige smartkey.
Gebruik van een NFC (Near
●
Field Communication) om het
voertuig te ontgrendelen.
Gebruik van de
●
microschakelaar om het
voertuig te ontgrendelen.
Gebruik van een geldige
●
smartkey om de kofferruimte
op afstand te ontgrendelen.
Het voertuig op afstand
●
starten met een geldige
smartkey.
Drukken op de START/STOP-
●
knop in het voertuig terwijl u
een geldige smartkey bij u
heeft.
WAARSCHUWING
• Breng geen wijzigingen of
toevoegingen aan het
antidiefstalsysteem aan.
Dergelijke wijzigingen kunnen
ertoe leiden dat het systeem niet
goed werkt.
Antidiefstalindicator*
Wanneer het antidiefstalsysteem is
ingeschakeld, brandt de
antidiefstalindicator acht seconden
lang continu.
Gegevens-
verzameling en
-verwerking
Gegevensverzameling
en -verwerking
01
33