18 Hoofdstuk 8 Internet
• Als u een beveiligd netwerk hebt geselecteerd, typt u de
4.
Tik op Vorige om terug te keren naar het scherm Communicatie.
De volgende keer dat u uw telefoon gebruikt om Wi-Fi netwerken te zoeken, zult
u u niet meer gevraagd worden om de netwerksleutel in te voeren van het Wi-Fi
netwerk waarmee u de vorige keer verbinding heeft gemaakt (tenzij u een harde
reset uitvoert waardoor de aangepaste instellingen van uw telefoon worden
gewist).
Opmerkingen •
Om een draadloos netwerk toe te voegen
1.
Tik op Start > Instellingen > Verbindingen > Wi-Fi en vervolgens op de
knop Draadloze netwerken.
beveiligingssleutel en tikt u vervolgens op Gereed. Daarna wordt u met
het netwerk verbonden.
Wi-Fi-netwerken laten zich als het ware vinden, u hoeft geen extra stappen
te doorlopen om uw telefoon met een Wi-Fi-netwerk te verbinden.
Voor bepaalde gesloten draadloze netwerken kan het nodig zijn een
gebruikersnaam en wachtwoord op te geven.
• Om W i-Fi uit te schakelen, tikt u in het Communicatie-scherm op de AAN/
UIT-schuif rechts van Wi-Fi.
Geeft aan dat
uw telefoon
verbonden is met
dit Wi-Fi netwerk
Geeft een beveiligd
Wi-Fi-netwerk aan.
Signaalsterkte
Netwerknaam (SSID)