00 Hoofdstuk 1 Uw telefoon beheren
Toestelnaam
De apparaatnaam wordt gebruikt om uw telefoon te identificeren bij het
synchroniseren met een computer, het verbinding maken met een netwerk en het
terugzetten van informatie van een back-up.
Opmerking
De apparaatnaam wijzigen
1.
Tik op Start > Instellingen > Systeem > Info.
2.
Tik op het tabblad Apparaat-id.
3.
Voer de naam van het toestel in.
Opmerkingen •
Telefoon services
U kunt de instellingen voor verschillende telefoondiensten voor uw telefoon
wijzigen. Voorbeelden van telefoonservices zijn het doorschakelen van
oproepen, nummerweergave en voicemail. Neem contact op met uw mobiele
netwerkprovider voor informatie over de beschikbaarheid van telefoondiensten
voor uw telefoon.
Instellingen van telefoonservices opvragen en wijzigen
1.
Op het Beginscherm gaat u naar Instellingen en tikt op Communicatie.
2.
Tik op het scherm Comm Manager op Telefoon > Telefoonservices.
3.
Selecteer de dienst die u wilt gebruiken en tik op Instellingen ophalen.
4.
Kies de gewenste opties en tik op OK.
Wanneer u meerdere telefoons synchroniseert met dezelfde computer, dan
moet elke telefoon een unieke naam hebben.
De naam van het toestel dient met een letter te beginnen, dient te bestaan uit
letters van A tot Z, cijfers van 0 tot 9 en mag geen spaties bevatten. Gebruik
het onderstrepingsteken om woorden van elkaar te scheiden.
•
Als u uw telefoon aanmeldt bij uw bedrijfsdomein, wordt de
apparaatnaam gewijzigd in dezelfde naam die is gebruikt om uw telefoon
aan te melden.