6.6 Uponor Smatrix Base T-148
Plaatsing van ruimtethermostaat
1.3–1.5 m
•
Kies een plaats op een binnenmuur, 1,3 tot 1,5 m boven de
vloer.
•
Zorg ervoor dat er geen direct zonlicht op de ruimtethermostaat
kan vallen.
•
Zorg ervoor dat de ruimtethermostaat niet kan opwarmen door
de weerkaatsing van zonlicht via de wand.
•
Zorg ervoor dat de ruimtethermostaat zich niet in de buurt van
warmtebronnen bevindt, bijvoorbeeld een tv-toestel,
elektronische apparatuur, open haard, spots enzovoort.
•
Zorg ervoor dat de ruimtethermostaat zich uit de buurt van
vochtbronnen en spatwater bevindt (IP20).
Ruimtethermostaat labelen
# 0
1
# 0
1
Breng, waar nodig, het nummer van het aan te sturen kanaal aan op
de thermostaat, bijvoorbeeld nr. 02, nr. 03. Bij een systeem met
diverse regelmodules voegt u de ID van elke regelmodule toe,
bijvoorbeeld 1.02, 1.03, 2.02, 2.03.
Als een externe voeler is aangesloten, voegt u, waar van toepassing,
informatie over het voelertype toe.
Beschikbare combinaties ruimtethermostaat en voeler:
•
Ruimtetemperatuur
•
Ruimte- en vloertemperatuur
•
Ruimte- en buitentemperatuur
•
Externe voeler
Externe voeler op ruimtethermostaat
aansluiten
SD0000002
1.
Steek de twee draden van de voelerkabel (niet fasegevoelig) in
de uitneembare aansluitklem.
2.
Draai de schroeven aan om de draden vast te zetten in de
verbindingsklem.
3.
Zet de aansluitklem op de contactpennen van de
ruimtethermostaat.
LET OP!
Voor de juiste temperatuur: breng de buitenvoeler op de
noordkant van het gebouw aan, waar de kans op
blootstelling aan direct zonlicht klein is. Doe dit niet in de
buurt van deuren, ramen of luchtuitlaten.
De externe voeleringang kan gebruikt worden voor een vloer-, buiten-
of externe voeler. Met de software op de ruimtethermostaat kunt u
een regelmodus kiezen die past bij het gebruik van de voeler en
ruimtethermostaat.
Een communicatiekabel op de
ruimtethermostaat aansluiten:
SI0000134
1.
Steek de vier draden in de uitneembare, gemarkeerde (A, B,+
en -) aansluitingen op de ruimtethermostaat.
2.
Draai de schroeven aan om de draden vast te zetten in de
verbindingsklem.
3.
Zet de aansluitklemmen op de contactpennen op de
ruimtethermostaat.
Uponor Smatrix Base Pulse
1
3
2
1
3
A B + -
2
|
Installatie- en bedieningshandleiding
SI0000135
SI0000036
|
49