De printer voorbereiden en standaardinstellingen configureren
2. Sluit de USB-kabel voor het verificatieapparaat aan op de servicepoort.
De verbindingsstatus van het verificatieapparaat controleren
U kunt de verbindingsstatus van het verificatieapparaat op verschillende manieren controleren.
Bedieningspaneel van de printer
Instel. > Status verificatieapparaat
Web Config
U kunt de status in een van de volgende menu's controleren.
❏ Tabblad Status > Productstatus > Status kaartlezer
❏ Tabblad Apparaatbeheer > Kaartlezer > Controleren
Controleren of de verificatiekaart is herkend
U kunt controleren of verifcatiekaarten kunnen worden herkend met Web Config.
1. Voer in een browser het IP-adres van de printer in om Web Config te openen.
Voer het IP-adres van de printer in op een computer die met hetzelfde netwerk is verbonden als de printer.
U vindt het IP-adres van de printer in het volgende menu.
Instel. > Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Netwerkstatus > Status vast netwerk/Wi-Fi
2. Voer het beheerderswachtwoord in om in te loggen als beheerder.
3. Selecteer opties in de volgende volgorde.
Tabblad Apparaatbeheer > Kaartlezer
4. Houd de verificatiekaart boven het verificatieapparaat.
5. Klik op Controleren.
Het resultaat wordt weergegeven.
39
>
Een verificatieapparaat aan