De printer voorbereiden en standaardinstellingen configureren
>
Een netwerkverbinding ma
9. Klik op Volgende.
10. Klik op OK.
11. Verwijder de ethernetkabel die is aangesloten op de computer en de printer.
12. Als u bij stap 2 IEEE 802.3az hebt uitgeschakeld voor de computer, schakelt u dit weer in.
13. Sluit de ethernetkabels die u hebt verwijderd bij stap 1 aan op de computer en de printer.
Als het probleem nog steeds optreedt, zijn het mogelijk andere apparaten dan de computer die het probleem
veroorzaken.
Er is iets mis met de netwerkapparaten voor de wifi-verbinding.
Probeer het volgende als u de draadloze LAN-router in uw environment kunt resetten.
Schakel de apparaten die u met het netwerk wilt verbinden uit. Wacht circa 10 seconden en schakel de apparaten in
de volgende volgorde weer in: de draadloze router, de computer of het smart device en tenslotte de printer.
Verklein de afstand tussen de printer en de computer of het smart device enerzijds en de draadloze router
anderzijds om de radiocommunicatie te vereenvoudigen, en probeer vervolgens opnieuw de netwerkinstellingen te
configureren.
Apparaten kunnen geen signaal ontvangen van de draadloze router, omdat ze te ver uit elkaar
staan.
Probeer het volgende als u het apparaat kunt verplaatsen.
Zet de computer of het smart device en de printer dichter bij de draadloze router. Schakel de draadloze router
vervolgens uit en weer in.
Wanneer u de draadloze router vervangt, komen de instellingen niet overeen met de nieuwe
router.
Configureer de verbindingsinstellingen opnieuw, zodat deze overeenkomen met de nieuwe draadloze router.
Gerelateerde informatie
"Verbinding maken met het netwerk via het bedieningspaneel" op pagina 44
&
51