Veiligheids- en instructiestickers
Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en
bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen
stickers.
1. Lees de Gebruikershandleiding.
1. Ledematen kunnen worden gesneden/geamputeerd;venti-
lator – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen.
1. Opgeslagen energie – Lees de Gebruikershandleiding.
1. Lees de Gebruikershandleiding.
2. Motor - Starten
3. Motor - Voorgloeien
4. Motor - Stoppen
108-5278
93-7272
93-6696
110-0984
1. Waarschuwing - Raak het hete oppervlak niet aan.
2. Ledematen kunnen worden gesneden/geamputeerd en
worden gegrepen, ventilator, riem - Blijf uit de buurt van
bewegende onderdelen.
1. Trap het rempedaal en de parkeerrem in om de parkeerrem
in werking te stellen.
2. Trap het rempedaal in om te remmen.
3. Trap het tractiepedaal in om vooruit te rijden.
4. Messenkooien ingeschakeld
5. Transport-modus
1. Lees de Gebruikershandleiding.
8
106-6754
110-0986
110-0989